Muziek / Album

Mooi maar saai

recensie: Al Green - Everything's OK

Afgaande op de hoesfoto’s zou je het misschien niet zeggen, maar alles gaat goed met Al Green. De man is al jarenlang in den Heere, en hij is er gelukkig mee als een mongooltje met een stuiterbal. Daarom stapte de legende van de gladde soul in de jaren tachtig over naar de reli-muziek. In 2003 kwam hij met de plaat I Can’t Stop terug in de soul en hoewel “The Reverend” nog altijd overtuigd gelovig is, lukt het hem op Everything’s OK zelfs twaalf nummers lang het heerlijke evangelie niet te verkondigen.

~

De generatie waar ikzelf toe behoor kent Al Green vooral van het in Pulp Fiction gebruikte Let’s Stay Together. Dit door Tarantino uit de kast getrokken en ontstofte nummer is exemplarisch voor het werk van Green. Liefjes, rustig en gladjes; ideaal om op te “slijpen”, of zelfs kinderen op te verwekken. Maar heftig en passievol dansen of vrijen is er zeker niet bij.

Geen spanning

Het probleem met Greens werk is dat alles tot in de puntjes klopt: geen dissonante tonen en al helemaal geen uitschietende stembanden. Knap is dat zeker: het maakt veel van zijn werk goed en degelijk, maar daarmee ook erg saai. Everything’s OK is wat betreft zeker geen uitzondering op zijn carrière. Een voorbeeld van Greens vlakke en van weinig lef getuigende stijl is het tweede nummer van zijn jongste plaat: de cover You Are So Beautiful. Hij doet werkelijk niets noemenswaardigs met het toch al doodgeslagen nummer waardoor alle spanning ver te zoeken is. Beduidend beter zijn de eigen nummers, waarin de band meer ruimte krijgt en Green de stembanden ook iets meer laat werken.

Gevoelloos

Producer Willie Mitchill, de grote man achter Greens succescarrière, laat ook op deze plaat weer zien te weten hoe een soulnummer in elkaar steekt. Perfect zijn bijvoorbeeld de liefdesliedjes Perfect to Me en Real Love. Bijna niets op aan te merken – je zou zelfs kunnen zeggen dat er passie in de nummers zit, maar toch mist het echte gevoel. De nummers blijven te plastic en oppervlakkig. Een ander voorbeeld van een uitgelezen gladde-maar-mooie-soulsong is het openings- en titelnummer Everything’s OK. Green zingt dit met zijn bekende uithalen en de pompeuze band krijgt iets zelfs orkestraals. Zondermeer een mooi nummer, zoals geldt voor de meeste nummers. Probleem is alleen dat de plaat als geheel te weinig biedt. Als Green nu eens een aantal iets minder veilige keuzes zou maken dan kan hij goed mee in de vleugels van de nu-soul.