Muziek / Album

Ode aan Detroit technoheld

recensie: Aardvarck - Cult Copy

.

Detroit. De bakermat van techno. Na de eerste generatie zwarte technomuzikanten als Derrick May, Juan Atkins en Kevin Saunderson volgde een tweede, met Carl Craig als belangrijkste exponent. Hij zorgde voor de broodnodige vernieuwing en verdieping in het genre. Zo speelde hij met breakbeats lang voordat drum ’n bass bestond, haalde live-muzikanten in de studio voordat dat gemeengoed werd en maakte hij een aantal baanbrekende platen zoals Throw en My machines, die ook nu nog fris klinken op de dansvloer.

~

Waarom deze buitenlandse geschiedenisles bij een Nederlands technoalbum? Omdat Cult Copy een regelrechte ode is aan Carl Craig. De in Amsterdam woonachtige Mike Kivits geeft zelf onomwonden toe dat z’n tweede album gebaseerd is op het vroege werk van de Amerikaan. Tegelijkertijd is Cult Copy één van de beste Nederlandse techno-albums sinds jaren. Rauw, explosief en moddervet.

Kivits gaat al enige jaren mee in de dancescene. Als Aardvarck maakte hij een hele reeks singles voor labels als Delsin, Music For Speakers en Rushhour. Daarnaast maakt hij deel uit van het mafketelcollectief Rednose District. Samen met Steven de Peven en de later afgehaakte Kid Sublime experimenteert Kivits in Rednose met hiphop, soul, breaks en humor. Hun live-gigs zijn omstreden. Jaap Boots, presentator van het VPRO-programma Club Lek, noemde Rednose ooit een ‘pathetisch kutcollectief’ na een spraakmakend optreden. Maar op Lowlands pakten ze een half jaar later de Charlietent volledig in met een travestie-act en supervette beats.

Waar is de koe?

Ook Kivits eigen werk is niet altijd gemakkelijk. Zijn eerste album Find The Cow uit 2002 stond bol van het experiment. Weerbarstige ritmes, onmogelijke wendingen en een lofi-productie voorkwamen een plek in de album top vijftig. Maar de recensies waren positief. Ook op dat album sprong Aardvarck van stijl naar stijl. Van techno naar jazz, van triphop naar elektronica en terug.

Op Kivits laptop staat dus van alles. Ook een mapje techno. En dat bleek na zes jaar vol. Eerst verschenen er drie maxisingles: Cult Copy één tot en met drie. Die allemaal met armen werden ontvangen door zowel muziekpers als deejays. En nu is er dus een heel album.

De beats op dat album zijn moddervet, de baslijn trekt als een bezetene aan je voeten en het lijkt alsof half Detroit zich met de productie heeft bemoeid. Neem bijvoorbeeld het nummer Cult Copy 2. Daarin combineert Kivits de discopuls van Giorgio Moroder met de dwarse funky beats van Carl Craig’s 69-periode en de freaky productie van drilboorproducer Mike Paradinas. Ook de nieuwe nummers, met titels als Buuv, Aardbij en Komt Goed, overtuigen. De cirkel is rond met een grandioze remix die Carl Craig van een van de nummers maakte. Een groter compliment is bijna niet denkbaar.