Muziek / Album

Elektronische betovering

recensie: Ólöf Arnalds - Palme

De IJslandse Ólöf Arnalds doet met haar stem het meeste denken aan artiesten als Kate Bush en Tori Amos. Instrumentaal tapt Arnalds voornamelijk uit een elektronisch tovervaatje.

De eerste drie albums van Ólöf Arnalds lieten een zangeres horen in de folk-traditie, waar ze een kruising was tussen Vashti Bunyan, Judee Still en Linda Perhacs. De vergelijking met Kate Bush drong zich toen ook al langzaam op. Met Palme gaat Arnalds het experiment aan en neemt ze meer afstand van de traditionele folk.

IJsland als inspiratiebron
De elektronische folk van Arnalds betovert en dat komt niet alleen door de stem van de zangeres zelf; ook de verwevingen in de muziek maken van het muzikale spectrum een ontdekkingsreis. Of haar directe omgeving in IJsland de belangrijkste inspiratiebron vormt voor de muziek van Arnalds? Daar kan iemand die het land niet heeft bezocht natuurlijk alleen maar naar gissen. Maar wie foto’s en reportages ziet van het bijzondere landschap kan zich makkelijk een voorstelling maken van deze natuur als voornaamste inspiratie.

Gelukkig zingt Arnalds op het album Palme in de Engelse taal. Dat maakt de mogelijkheid om wat te verstaan van de teksten groter, want deze zangeres heeft een aparte manier van zingen; vooral met klanken waarin de woorden maar lastig te ontdekken zijn. ‘Turtledove’ is het openingsnummer en hier horen we een mix van het geluid van Kate Bush en die van Arnalds landgenote Björk. Dit zijn klanken die tot de verbeelding spreken, maar vanwege de slechte verstaanbaarheid is het moeilijk om te weten waarover gezongen wordt.

Bezit van je laten nemen
Bij goede muziek hoeven we ons niet druk te maken over de inhoud van teksten. De flarden van woorden kunnen de geest met de bijbehorende muziek al aardig op weg helpen om de sfeer van de muziek te pakken. In ‘Defining Gender’ voel je zo’n verbeelding over het ontpoppen van een mens of dier, waarbij het langzaam zichtbaar wordt om welk geslacht het gaat. Of de compositie daar verder op ingaat is dan niet meer belangrijk.

De feeërieke sfeer in de acht composities, waarmee Ólöf Arnalds de luisteraar omgeeft, is een behaaglijke, soms bevreemdende, soms buitelende sfeer. Hier en daar ontstaat een ritme om bij in trance te raken, zoals in het titelnummer ‘Palme’. Het ritme dat hier naar boven komt drijven doet een tikje denken aan ‘Tusk’ van Fleetwood Mac.

Het album Palme houdt de betovering tot en met het einde goed vast en laat de luisteraar in bijzondere sferen achter. Ieder liedje heeft weer zijn eigen sfeertje, met de stem van Arnalds als rode draad. Dit is een album dat langzaam bezit van je neemt bij het herhaald draaien ervan.

Live in Nederland: 9 maart 2015, Melkweg The Max, Amsterdam