Boeken / Non-fictie

Monument voor Brodsky en de wereldliteratuur

recensie: Joseph Brodsky (red. Kees Verheul) - Strohalmen voor de lezer. Een ruime keuze uit de gedichten.

In Strohalmen voor de lezer heeft Kees Verheul een ‘ruime keuze’ uit Joseph Brodsky’s poëzie samengebracht. Zowel die gedichten als dit boek zijn een monument voor de wereldliteratuur.

In 2011 verscheen Alle gedichten van J.L. Borges in een gedragen blauwe band bij De Bezige Bij; onlangs verscheen, in eenzelfde ontwerp maar dan rood gekleurd, Strohalmen voor de lezer, met daarin veel van Joseph Brodsky’s poëzie. Brodsky – geboren in 1940 in de Sovjet-Unie, gestorven in 1996 in New York en begraven in Venetië – was, net als Borges, niet alleen dichter, maar ook essayist. En beide heren zijn misschien wel de beste voorbeelden van het begrip ‘wereldliteratuur’: hun werkterrein is de wereld, ze behoren niet aan één land toe.

In Nederland is Brodsky, die in 1987 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg, redelijk bekend, mede door een drietal optredens op Poetry International, de laatste drie jaar voor zijn vroegtijdige dood. Ook zijn er door de jaren heen enkele bundels en bloemlezingen van Brodsky’s poëzie in vertaling verschenen. Een van de drijvende krachten achter dit werk was de Groningse slavist Kees Verheul, die nu met Strohalmen voor de lezer een bundeling van al zijn werk heeft gepubliceerd. Hierin staat nog net niet alle, maar wel veel van Brodsky’s gedichten, vertaald door ruim tien vertalers (waaronder Karel van het Reve).

Rijkdom

Honderden gedichten staan er dus in Strohalmen voor de lezer, verdeeld in vier ‘afdelingen’: twee met poëzie uit Brodsky’s Russische tijd en twee met zijn Amerikaanse gedichten. Er staat relatief veel jeugdwerk in deze bundel, volgens Verheul meer dan Brodsky zelf tot zijn officiële oeuvre zou rekenen. Het gaat dan om de periode van 1957 tot 1964, het jaar waarin hij tijdens een rechtszaak tot ‘sociaal parasiet’ in de Sovjet-Unie verklaard werd. Na die affaire kreeg zijn poëzie naar eigen zeggen een nieuw karakter.

Wat niet betekent dat Brodsky’s juvenilia slechte of waardeloze poëzie is. Het is misschien juist andersom: het is opvallend hoe rijk deze gedichten al zijn. Hoe rijk, en hoe divers: Brodsky was een meester van genres, rijmschema’s, dichtvormen en sfeertekeningen. Gedichten in deze tijd zijn vaak opgedragen aan Marina Basmanova, zijn toenmalige geliefde. Daaronder het epische ‘Isaäc en Abraham’, dat als volgt begint:

‘Kom op, Isaäc. Wat sta je daar? Kom op.’
‘Ik kom eraan.’ Van tussen natte takken
flitsen de woorden als een pijlsnel vlot
de regennacht in om daar af te zwakken.

Bij ons heeft Isaäc zijn klank niet mee.
Zijn schaduw nog zijn geest (een uitgevlogen
pijl) morren om één a in plaats van twee
in een lege mond (want meer is er niet over
van wat zijn vlees was, hoe goed je ook zoekt).

De kracht van Brodsky

Het is een kloek werk, Strohalmen voor de lezer, kloek en rijk: tussen de schutbladen is zoveel te vinden. Prozagedichten zoals het zojuist aangehaalde ‘Isaac en Abraham’, liefdesgedichten, cycli, vrijere vormen. Zoals te verwachten valt wanneer er ruim een dozijn vertalers betrokken zijn bij een project, voelen sommige vertalingen ouder aan dan andere, maar nooit is dat storend.

Dit boek is er bij uitstek eentje om in te grasduinen, open te slaan, een gedicht te lezen, door te bladeren, weer iets te lezen, et cetera. Dan toont zich Brodsky’s (aantrekkings)kracht als dichter. Daarmee is Strohalmen voor de lezer niet alleen een boek zoals ze allemaal zouden moeten zijn – hardcover, prachtig verzorgd, dubbel leeslint – maar ook een monument voor zowel Joseph Brodsky als voor de wereldliteratuur.