Theater / Voorstelling

Ontroerende logica

recensie: Lowie van Oers/Generale Oost - Turing
Turing

‘Wat waar is kan worden bewezen, en wat bewezen is, is waar.’ In een korte monoloog vervlecht Lowie van Oers het levensverhaal van Enigma-kraker Alan Turing op een dusdanig geniale manier met dat van zichzelf, dat de wiskunde ook buiten een wetenschappelijke context toepasbaar wordt.

Van Oers was zo’n kind dat in zijn dagelijkse kloffie naar het schoolcarnaval kwam. ‘Ik ben verkleed als robot, want robots lijken precies op mensen,’ rechtvaardigt hij zijn keuze voor een T-shirt en spijkerbroek. ‘Jij bent een robot omdat je de hele dag nog niets geks hebt gedaan,’ concludeert zijn als Sneeuwwitje verklede klasgenootje – en inderdaad. Hij is een dichter, laat hij zich door zijn docenten vertellen, maar tegelijkertijd verklaart zijn voorliefde voor logica zijn verbondenheid met de uitvinder van de turingmachine.

Denker en dichter

TuringVan Oers, die zijn studie natuur- en wiskunde opgaf voor de Arnhemse toneelschool, speelt met een verwondering die ervoor zorgt dat het geen enkele moeite kost te geloven dat hij ooit een puber was die zich afvroeg waarom Sneeuwwitje eigenlijk niet begraven werd. Op een droogkomische manier pluist hij de paradoxen uit die hij overal tegenkomt – in de wiskunde, maar ook in zichzelf als mens. Is hij een denker of een dichter? Met zijn associatieve monoloog is hij erin geslaagd van redenering en abstractie poëzie te maken en daarmee verraadt hij dat het één het ander niet uitsluit. Prachtig geïllustreerd is de cyclus waarin hij vastzit. Hij vertrouwt zodanig op de ratio dat hij uiteindelijk juist op gevoelens en verdriet en boosheid wordt aangewezen – en probeert die wederom te rationaliseren.

Urgentie

Aan de titelheld is eerder de film The Imitation Game gewijd, en Van Oers gunt hem nu de tweede helft van zijn voorstelling. In dezelfde niet-chronologische vertelstijl die hij in het eerste deel hanteert, laveert hij door de schrijnende levensgeschiedenis van Turing, van een gedwongen chemische castratie naar het stervende jeugdvriendje dat naar verluid zijn allereerste liefde werd. Deze tweedeling in opbouw geeft beide biografieën urgentie; het verhaal van Van Oers staat plotseling in een veel groter kader, en de mythische Turing wordt een klein beetje tastbaarder.

Genoeg bewijs

TuringSetontwerper Dennis Vanderbroeck kiest voor enkel een geel doek als decor, en meer is er ook niet nodig. De eenvoudige vorm valt samen met de inhoud; een ode aan de logica behoeft geen glitter en stroboscooplicht. Nergens is gelukkig sprake van kilte of afstandelijkheid, integendeel.

Dit is een eerbetoon aan het soort mens dat zo logisch leeft dat er formules op hem toegepast zouden kunnen worden. Daar zijn er maar weinig van, en van herkenbaarheid moet Turing het dus niet hebben. Als je dan alsnog weet te ontroeren, mag je gerust spreken van geslaagd theater. Hiermee heeft Van Oers voorlopig genoeg bewezen.