Boeken / Fictie

Labyrint van mogelijke levens

recensie: Paul Auster - 4321

Met 4321 heeft Paul Auster een grote, ambitieuze roman geschreven, die zijn postmoderne en tegelijk Dickensiaanse pretenties niet geheel waarmaakt.

Wie van ons mijmert niet af en toe over de grote rol van het toeval. Als ik die lekke band niet had gekregen, dan… Als het toen geregend had, dan… Je kunt er eindeloos mee doorgaan en je autobiografie herschrijven op basis van een klein verschil. Een heerlijke bezigheid, even doen alsof we ons eigen leven kunnen sturen en controleren. In de fantasie wel te verstaan.

 

Paul Auster heeft zich op dit pad begeven. Hij publiceerde een lang verhaal over het leven van zijn alter ego Archie Ferguson, kleinkind van joodse immigranten en getuige van de maatschappelijke omwentelingen in de VS van de jaren ’60 en ’70 van de vorige eeuw. En hij deed dat heel vernuftig door als Almachtig Auteur zijn held niet een, maar vier levens te schenken.

 

Naam vergeten

In het jaar 1900 komt de grootvader van Archie vermoeid van de lange reis vanuit Minsk aan bij de immigratiedienst op Ellis Island. Een medepassagier had hem aangeraden zijn naam te veranderen in Rockefeller, dat bekt lekker in de VS. Maar het lukt niet. Gevraagd naar zijn naam antwoordt hij in het Jiddisch: “Ich hob fargesn!’ Vergeten! Ichabod Ferguson, schrijft de ambtenaar in de papieren. Dat is het begin van een familiegeschiedenis, zorgvuldig geconstrueerd uit de vele opties binnen het universum van mogelijkheden. Het ging zó, schrijft Auster. Maar dan, in de volgende paragraaf, ontdekt de lezer dat het toch anders zit. Vermoeiend, om steeds afwisselende versies van hetzelfde uit elkaar te houden.

 

Toevallige ongelukken

Archie krijgt zijn vier levens volgens een strak schema toegewezen. Helaas staan er geen paginavermeldingen voor iedere paragraaf. Dat heeft tot gevolg dat je na de eerste honderd bladzijden het spoor bijster raakt. Welke Archie is dit ook alweer? Wie ooit hevig bladerend zijn weg probeerde te vinden in de vele lange namen uit de Russische romans kan hier zijn lol op. Gelukkig heeft Auster de toevalligheden die de levens van zijn protagonist een verschillende wending moeten geven bijna uitsluitend gezocht in plotselinge ongelukken. Moord en brand, autocrashes en slechte huwelijken die eindigen in scheiding. Dat is niet zo subtiel, maar vergemakkelijkt wel de herkenbaarheid. Nu is de Archie zonder vader bezig. En hier hebben we de Archie die twee vingers mist. Enzovoorts.

 

Vervelend opscheppertje

Wat is dit voor een verhaal? Een gedeconstrueerde Bildungsroman? Een parodie op de Great American Novel? Hoe een leven in vier versies zich afspeelt zou aanleiding kunnen geven tot diepzinnige gedachten over gefragmenteerde of zelfs afwezige identiteit. Maar de roman bevat weinig diepzinnigheid. En het door Auster beoogde tweede thema, de geschiedenis van de VS? Oppervlakkige opsommingen van gebeurtenissen die we al wisten. De Cubacrisis. De moord op Kennedy. Studentenprotesten in 1968.

 

Archie is een aardige jongen die veel leest. Maar hoe al die boektitels in hem doorwerken komt niet ter sprake. Hetzelfde geldt voor muziek, schilderkunst, theater en een religieuze ervaring. De auteur en zijn personages zijn daardoor de spreekwoordelijke omgevallen boeken- platen- en kunstcatalogus-kasten geworden. En langzamerhand ontstaat bij de lezer een minder gunstig beeld van deze Archie en toch ook wel een beetje van Paul Auster. Wat een vervelende opschepperige cultuurconsument, alsmaar bezig te imponeren met zijn geestelijke bagage.

 

Auster’s stijl krijgt door de vele opsommingen en vermeldingen, en door zijn alles-moet-kloppen-structuur iets gejaagds. De vier levensverhalen lezen gemakkelijk weg, het is onderhoudend en er gebeurt van alles. En toch wekt de roman als geheel de indruk van een motor die stationair staat te draaien.