Kunst / Expo binnenland

Metamorfose van het alledaagse

recensie: Vreemde dingen: Surrealisme en design

Museum Boijmans Van Beuningen herbergt de grootste collectie surrealistische kunst in Nederland en is daardoor het museum bij uitstek voor de liefhebber van deze eigenzinnige kunststroming. De tijdelijke tentoonstelling Vreemde dingen: Surrealisme en design toont een verzameling van ruim tweehonderd werken, samengesteld uit de eigen collectie, particuliere verzamelingen en verschillende buitenlandse collecties. Speciaal voor deze tentoonstelling werd op 9 november ‘De dag van mode en design’ georganiseerd, waarbij de invloed van het surrealisme in de huidige kunst, mode en design werd besproken.


René Magritte, La réproduction interdite (Verboden af te beelden), 1937, © Beeldrecht Amsterdam 2007
René Magritte, La réproduction interdite (Verboden af te beelden), 1937, © Beeldrecht Amsterdam 2007

Ruim drieëntachtig jaar geleden publiceerde de dichter/schrijver André Breton het Manifeste du Surrealisme; deze gebeurtenis kan gezien worden als de geboorte van het surrealisme. Verschillende kunstenaars en schrijvers gingen zich richten op verlangens, illusies en het onderbewuste, waarbij de wetten van de realistische wereld op de schop werden genomen. Het interessante van het surrealisme is vaak haar (al dan niet humoristische) eenvoud in alles wat zij benadert. Het lijkt op de werkelijkheid; het is herkenbaar maar ook weer niet. Met als gedachtengoed de ideeën van Karl Marx en Sigmund Freud zorgden de surrealisten voor een stroming met een gigantische impact op de westerse kunst en cultuur. Dat deze impact nog altijd merkbaar is, kwam naar voren in zowel de expositie als in de lezingen.

Alles surreëel

Rein Wolfs, hoofd presentatie van het museum, beet het spits af. Hij gaf de bezoekers een korte introductie over het surrealisme, om vervolgens over te gaan op de tentoonstelling. Belangrijke werken zoals de Mae West Lips Sofa van Salvador Dalí, het flessenrek van Marcel Duchamp en het ingepakte werk L’Enigme d’Isidore Ducasse van Man Ray komen ter sprake. Ook minder bekende werken komen aan bod, zoals verschillende reclametekeningen, kostuumontwerpen en surrealistische sieraden. Zelfs van de destijds al bijzondere expositie uit 1942 van verzamelde surrealistische kunst in de New Yorkse galerie Art of This Century is een miniatuurversie te zien. Uit de genoemde voorbeelden blijkt hoe uniek deze tentoonstelling van surrealistisch design is. Een uitzonderlijk collectie, waarin alles surrealistisch is: apparatuur, sieraden, kleding, interieur en ga zo maar door.

Salvador Dalí, Étoile de Mer (Zeester),1950, © Fundacion Gala - Salvador Dalí, Beeldrecht Amsterdam 2007
Salvador Dalí, Étoile de Mer (Zeester),1950, © Fundacion Gala – Salvador Dalí, Beeldrecht Amsterdam 2007

Jurgen Bey, de tweede spreker, gaf verschillende voorbeelden uit de hedendaagse kunst die volgens hem een link leggen met het surrealisme. Bey is een belangrijke Nederlandse ontwerper en vormgever en nam zijn eigen werk als eerste en belangrijkste voorbeeld. Andere voorbeelden waren onder andere de poepmachine van Wim Delvoye, de lopende pvc-buisbeesten van Theo Jansen en de houten auto van Joost Conijn. Deze werken tonen aan dat het surrealisme nog altijd zijn uitwerking heeft op hedendaagse kunst en design.

Bey benadrukt in zijn verhaal het serieuze van de wereld en de drang naar een geloof in het onzinnige, het toevallige en het onpraktische. De door de mens gemaakte wereld is vaak ordelijk en praktisch. Daartegenover kan men de biologische wereld zetten. Evenals de surrealisten vindt Bey schoonheid in de natuur en in biomorfe vormen en pleit hij voor het bekijken van de wereld vanuit je eigen wensen en dromen.

Toen en nu

Biomorfe en antropomorfe vormen komen veelvuldig voor in de geëxposeerde werken en komen ook terug in het tentoonstellingsontwerp. Een gigantische etalagepop ligt verspreid door de ruimte en fungeert als drager van de tentoonstelling. De pop verwijst naar de voorliefde van de surrealisten voor het – meestal vrouwelijke en ontleedde – lichaam alsmede het erotisch fetisjisme zoals beschreven door Freud. Het ontwerp voor de tentoonstelling komt van de succesvolle Belgische modeontwerpers Walter Van Beirendonck en Dirk Van Saene. In hun ontwerp komen het karakter en de veelzijdigheid van het surrealisme sterk naar voren.

De ruimte is onderverdeeld in vijf thema’s, waardoor de toeschouwer een duidelijk beeld krijgt van het ruime gebied waarbinnen de surrealisten actief waren. Dit toont ook het karakter van de stroming; het zoeken naar het surreële is iets wat niet aan banden gelegd kan worden. Surrealisme binnen de commerciële sector druist volgens enkele surrealisten, waaronder vader Breton, in tegen de marxistische fundering van de stroming. Hij gaf Salvador Dalí ooit een cynisch anagram als bijnaam: ‘Avida Dollars’. Tegelijkertijd laten de commerciële werken ook weer de onbegrensde visie van de surrealisten zien.

Verrassend

Elsa Schiaparelli, Tear Evening Dress, 1938, foto: V&A Images, © Schiaparelli France SAS
Elsa Schiaparelli, Tear Evening Dress, 1938, foto: V&A Images, © Schiaparelli France SAS

Verassend is het tweede gedeelte van de expositie, een selectie van moderne werken die een duidelijke link leggen met het originele surrealisme. We zien werken van kunstenaars zoals Cindy Sherman, Paul McCarthy en Azumi Yamashita, maar ook een selectie werken van de tentoonstellingsontwerpers zelf en van de jonge modeontwerper Andrea Camarosano, een student van Walter Van Beirendonck. De ongetitelde poppenfoto’s van Sherman zijn vergelijkbaar met het werk van de Poolse kunstenaar Hans Bellmer, tevens te zien op deze expositie. De poppen van Bellmer werden door hem gedemonteerd en vervolgens op een ‘onnatuurlijke’ manier weer in elkaar gezet. De vervreemdende, erotisch getinte vrouwenlichamen werden in de natuur of in huis geplaatst en gefotografeerd. Shermans poppen worden op eenzelfde wijze behandeld.

Een ander terugkerend thema in zowel de originele als de nieuwe surrealistische kunst is een versmelting van kleding en lichaam. Voorbeelden hiervan zijn te vinden in het werk van Dalí en Elsa Schiaparelli, zoals de bekende skeletjurk waarbij het lichaam terugkeert in de kleding. De verzameling hedendaagse objecten bestaat onder andere uit schoentassen, een borstel bestaande uit haar en borsthaar op een T-shirt. Door deze combinatie van oud en nieuw surrealisme wordt duidelijk dat het vinden van een andere werkelijkheid in het alledaagse een thema is dat niet meer uit de huidige kunst is weg te denken. Net als de lezing geeft de tentoonstelling een bijzondere kijk in de wereld van het surrealisme, in haar originele vorm, in haar veelzijdigheid en in haar invloed op de huidige kunst. Van Beirendonck en Van Saene hebben hiermee een verassende expositie neergezet, volledig in lijn met de surreële gedachten van de gerepresenteerde kunstenaars.