Kunst / Kunstboek

De Stijl blijft boeien

recensie: De aanstekelijke Stijl 1917-2017 -Kunstschrift

Wat valt er nog te melden over De Stijl, de honderdjarige kunst- en designstroming die vanaf 1917 de wereld revolutionair zou veranderen? We weten inmiddels van de hoed en de rand, maar Kunstschrift brengt oorsprong en gevolg met hernieuwde geestdrift onder de aandacht.

Met het doosje lucifers en de titel ‘De aanstekelijke Stijl’ op het omslag wordt niet gesuggereerd de hele boel in de brand te steken, maar heeft de redactie een wat gekunstelde vorm gevonden om de populariteit van het onderwerp te onderstrepen. Piet Mondriaan vormde honderd jaar geleden het ‘strijkvlak’ in zijn natuurlijke ontwikkeling van realistische doeken naar een strenge vlakverdeling. Bart van der Leck wordt gezien als de ‘lucifer’, de stilist die met zijn fraaie composities de vormgeving van De Stijl bepaalde. Maar voor de werkelijke ‘ontbranding’ zorgde Theo van Doesburg, de idealist en netwerker die standvastig naar buiten trad om ‘de nieuwe wereld’ te presenteren.

Piet Mondriaan, Avond (De rode boom) 1908-1910, Gemeentemuseum Den Haag

Veralgemening

In het openingsartikel van Kunstschrift wordt Mondriaan op het schild gehesen als de man die het allemaal heeft veroorzaakt. Zijn schilderhand – met de fraaie toets en het ‘rijke verftapijt’ – loopt organisch van de zeegezichten, via de bomen naar het kubisme en de rood-geel-blauwe vlakken. De Stijl-revolutie voltrekt zich niet als donderslag bij heldere hemel, maar blijkt al verstopt te zitten in de eerste doeken van de man die als strijkvlak fungeert. Dat lijkt wat kort door de bocht, maar in het streven naar een universele kunst, naar de zogenaamde ‘veralgemening’, is de rol van Mondriaan onmiskenbaar. Abstractie zorgt voor de noodzakelijke ruimte, weg van het oude, het individuele.

Om die opvatting kracht bij te zetten wordt een link gelegd met Leonardo da Vinci die omstreeks 1500 óók op zoek ging naar een universele beeldtaal. Zijn opvatting was dat het zo precies mogelijk weergeven van de natuur zou leiden tot objectivering van de kunst. De ultieme poging om de werkelijkheid te reproduceren brengt de mens het dichtst bij ‘de kracht van de ziel’. Twee kunstenaars, levend in verschillende eeuwen en met hetzelfde doel voor ogen, maar met een volledig tegenstrijdige manier van benadering.

Bart van der Leck, Compositie 1917 no, 4 (Uitgaan van de fabriek) 1917, Kröller Müller Museum, Otterloo

Appelbomen

De vijf bomen van Piet Mondriaan sluiten goed aan bij deze vaststelling. Tussen 1908 en 1912 tekende en schilderde de kunstenaar een serie appelbomen die op indringende wijze zijn ontwikkeling naar abstractie laat zien. De subliem gereproduceerde foto’s tonen een gepassioneerde zoektocht naar een wereld waarin de werkelijkheid langzaam wordt ingewisseld voor een inwendige verbeelding. De grillige weergave van de boomtakken maakt plaats voor een subtiel spel van trefzekere lijnen die als geheel de ‘nieuwe beelding’ aankondigen. Dit is geen eenvoudige studie naar bijzondere technieken, hier is een verlangen naar modernisme zichtbaar dat door medestanders verder uitgekristalliseerd diende te worden.

Bart van der Leck was een van de partners-in-crime die de nieuwe beeldtaal transformeerde in de kenmerkende Stijl-composities. Zijn werk behield nog altijd een zekere vorm van figuratie, maar de rood-geel-blauwe abstracties laten vooral zien hoe hij zocht naar unieke samenstellingen om een onderwerp in de nieuwe vorm te gieten. Van der Leck is een echte ontwerper, overtuigd van de nieuwe stijlmiddelen en zoekend naar de meest krachtige uitwerking, terwijl hij telkens even terugdeinst als de abstractie te overheersend wordt.

Theo van Doesburg, Trap in de Aubette, Straatsburg 2006, foto Pierre Filliquet

Zigeunerwagen

In deze zorgvuldig samengestelde Stijl-publicatie kan de bouwkunst niet ontbreken. Het Rietveld Schröderhuis in Utrecht, glorieus boegbeeld van modernistische architectuur, wordt uitgelicht en, naast bewonderd, ook stevig bekritiseerd. Architect Rem Koolhaas noemt het interieur een ‘gesublimeerde versie van een zigeunerwagen’: vol met handigheidjes die de kleine ruimte zo efficiënt mogelijk bewoonbaar moeten maken. Ook de wereldberoemde buitenzijde heeft bij Stijl-dogmatici altijd onder vuur gelegen. Niets verwijst naar functionaliteit of doelmatigheid, toch de belangrijkste dragers van de modernistische beginselen, en dat maakt het huis in de ogen van enkelen tot niets meer dan esthetische gevelsierkunst. Een fundamentele strijd die tot op de dag van vandaag gevoerd wordt.

Theo van Doesburg wordt in Kunstschrift opgevoerd als de grote aanjager en visionair. Zijn werk behoorde niet tot het meest spraakmakende dat De Stijl te bieden had, maar zijn onvermoeibare inzet voor de beweging was opmerkelijk. Cultureel centrum de Aubette in Straatsburg, waarvoor Van Doesburg de inrichting, de typografie tot en met de asbakken verzorgde, laat goed zien hoe de hij de Nieuwe Beelding vertegenwoordigde.

Opnieuw slaagt Kunstschrift erin een bijzondere editie te maken, nu van een uitgekauwd onderwerp als De Stijl. De taal is leesbaar, de artikelen zijn stuk voor stuk opmerkelijk te noemen en voor de fraaie afbeeldingen wordt alles uit de kast gehaald om ze te laten schitteren. Een aanwinst voor de Stijl-liefhebber!

 

De aanstekelijke Stijl 1917-2017
Uitgave: Kunstschrift nr. 2 / 2017
56 pagina’s – € 10,75