Kunst / Expo binnenland

Rineke Dijkstra – Portretten

recensie: Oog in oog met mensen zonder masker

De Nederlandse cineast Bert Haanstra maakte in de periode ’56 – ’57 ter gelegenheid van Rembrandts driehonderdvijftigste geboortejaar de korte film Rembrandt schilder van de mens. Hiertoe plaatste Haanstra een reeks van Rembrandts geschilderde zelfportretten, ontstaan in een periode van veertig jaren, in chronologische volgorde en liet deze op film in elkaar overvloeien. Daarbij werden de ogen steeds op dezelfde plek in het filmbeeld geplaatst. Rond die kijkende ogen zag de toeschouwer Rembrandts gezicht geleidelijk aan ouder worden. Tegelijkertijd leek het alsof je ook Rembrandt persoonlijkheid kon zien ontwikkelen.

Olivier, Frans Vreemdelingen Legioen, Kamp Raffalli Calvi, Corsica (18 juni 2001)
Olivier, Frans Vreemdelingen Legioen, Kamp Raffalli Calvi, Corsica (18 juni 2001)

Aan deze zelfportretten van Rembrandt moest ik denken terwijl ik de fotoportretten van Rineke Dijkstra (Sittard, 1959) bekeek. Dijkstra volgt een persoon gedurende enkele jaren en maakt in deze tijdspanne regelmatig portretten van haar onderwerp. Zo fotografeerde ze van 1996 tot 2005 het – oorspronkelijk uit Bosnië afkomstige – meisje Almerisa, en van 2000 tot 2003 Olivier, een jonge rekruut van het Franse Vreemdelingenlegioen. Zowel op de frontaal (recht van voren) genomen portretten, als op de foto’s die driekwart, onder een hoek van 45º, geschoten zijn, blikt Olivier steeds recht in de lens. De fotoreeks toont op subtiele wijze zijn geleidelijk veranderende oogopslag en geeft daarmee iets van zijn persoonlijke ontwikkeling weer. Hiermee schaart Dijkstra zichzelf in een traditie van kunstenaars als Rembrandt van Rijn, Vincent van Gogh, August Sander, Dick Ket, Philip Akkerman en Koos Breukel. Kunstenaars die heel verschillend te werk gaan, maar wel met elkaar gemeen hebben dat ze met hun portrettenseries iets universeel menselijks bloot weten te leggen; de individuele kwetsbaarheid en existentiële onzekerheid.

Overzichtstentoonstelling

Deze winter is de reizende tentoonstelling Portretten van Rineke Dijkstra neergestreken in het Stedelijk Museum CS in Amsterdam. De 75 fotoportretten en twee video-installaties waren eerder te zien in Parijs, Winterthur en Barcelona. De tentoonstelling geeft een overzicht van het werk van Dijkstra dat ze vanaf begin jaren negentig tot nu maakte. Het is voor het eerst dat haar werk in zo’n brede samenhang wordt gepresenteerd. In Amsterdam is recent werk aan de tentoonstelling toegevoegd, onder meer enkele portretten die in het Vondelpark zijn gemaakt.

Pubers, moeders en soldaten

Vila Franca de Xira, Portugal (8 mei 1994)
Vila Franca de Xira, Portugal (8 mei 1994)

Rineke Dijkstra fotografeert uitsluitend mensen. Na een beginperiode waarin Dijkstra als commercieel fotograaf voor tijdschriften succesvolle zakenlieden portretteerde, ontstond haar behoefte om mensen zonder pose of masker te fotograferen. Dijkstra lijkt een voorkeur te hebben voor mensen in een ontwikkelings- of overgangsfase, zoals adolescenten in hun ontwikkeling naar volwassenheid; vrouwen die zojuist moeder zijn geworden, soldaten die hun eerste ervaringen opdoen met dienstplicht of oorlog, of een torero na afloop van een gevecht met de stier. Immers: na een grote inspanning of een intense ervaring laten mensen hun masker – waar elke persoon zich in meer of mindere mate achter verschuilt – sneller vallen.

Krachtig, stoer en verlegen

Begin jaren negentig kreeg Dijkstra internationale bekendheid met de serie adolescenten aan het strand. Deze jongeren zijn – net als de meeste andere modellen van Dijkstra – ten voeten uit geportretteerd. Andere portretten concentreren zich op gezicht en bovenlichaam. De achtergrond van de foto’s is in de meeste gevallen vrij neutraal; een witte muur, een blauwe lucht, zee en een strook zand- of kiezelstrand of een groene begroeide omgeving. Zoals de meeste portretten, zijn Dijkstra’s foto’s nogal statisch; er is geen handeling of actie van het onderwerp. Ze werkt met een groot formaat camera op statief. Tijdens het fotograferen wacht ze net zo lang totdat de personen hun aangenomen pose laten varen en hun masker laten vallen. De oogopslag en de houding van de geportretteerde drukken samen het karakter van de geportretteerde uit en dit varieert van krachtig, stoer en trots tot verlegen, onzeker of angstig. Meestal is het een mengeling van deze uitersten en dat maakt de foto’s zo boeiend. De geportretteerden zijn per definitie kwetsbaar. Wat wil je ook? Met je – bijna – naakte lijf in vol zonlicht, na de bevalling in zwangerschapsonderbroek of na een stierengevecht met de bloedspatten nog op je gezicht en de scheuren in je hemd?

Klassieke foto’s

Kolobrzeg, Polen (26 juli 1992)
Kolobrzeg, Polen (26 juli 1992)

Door het fotograferen vanuit een laag camerastandpunt en het gebruik van invulflitslicht is er geen schaduwwerking en komen de personen enigszins los van de achtergrond te staan, wat ze een bijna sculpturaal karakter geeft. Dijkstra weet de geportretteerden een tijdloze uitstraling en een bijna mythische allure mee te geven. Een Poolse Venus geboren uit het schuim van de zee, een Hermes met een grote rode zwembroek in klassieke contrapost-houding (ontspannen staand op één recht en één gebogen been), een roodharig elfje uit de Ukraine, een Portugese torero als een martelaar, kinderen als nimfen en bosgoden in het park. Tegelijkertijd zijn de fotoportretten door de kleding of accessoires heel eigentijds, en door het oogcontact dat de modellen maken en door hun kwetsbare uitstraling ook ontegenzeggelijk realistisch.

Genre portret

Dijkstra heeft het genre portret op eigen wijze en op hoog niveau uitgewerkt. Ze rekent de Duitse fotograaf August Sander (1876-1964) tot een van haar belangrijke inspiratiebronnen. In formeel opzicht kunnen Dijkstra’s portretten zich voegen in de traditie van Sander. Decennia lang werkte Sander aan de fotoserie Menschen des 20. Jahrhunderts die hem van 1910 tot aan de jaren vijftig bezig hield. Hij portretteerde tienduizenden mensen van verschillende sociale klassen en met verschillende beroepen in hun eigen omgeving. Sander hanteerde een directe, technisch precieze werkwijze en tegelijkertijd wilde hij universele inzichten over de mens bloot leggen.

Oog in oog

De portretten van Dijkstra zijn op zijn sterkst als het model oogcontact maakt met de fotograaf en dus ook met de toeschouwer. Bij de meeste foto’s is dit het geval. Alleen in de serie Tiergarten kijken de mensen wat dromerig weg. De oogopslag van de geportretteerden lijkt ons inzicht te geven in hun psyche en dit kan worden beschouwd als universeel voor deze tijd, als condition humaine. Juist dit aspect verschaft de fotoportretten van deze Nederlandse fotograaf een internationale allure.