Kunst / Expo binnenland

De vrijheid van speelruimte

recensie: Piet Blom, Aldo van Eyck, Herman Herzberger e.a. - Structuralisme

In de slipstream van de naoorlogse wederopbouwarchitectuur ontstaat een bouwkundige stroming die een nieuwe menswaardige omgeving wil creëren. Herman Herzberger is de enige nog levende, en actieve, architect van dit Nederlands structuralisme. Hij toont zijn visie en werk in een buitengewone tentoonstelling in Het Nieuwe Instituut.

Terwijl de pers wordt toegesproken door een woordvoerder van Het Nieuwe Instituut scharrelt er een oud mannetje tussen de hoge wanden met tentoongestelde afbeeldingen. Hij zet een maquette recht, gaat met zijn mouw over een vitrine en komt dan schuchter aangelopen. Herman Herzberger (82) stelt zich voor en wil ons graag even ‘bijpraten’ over het structuralisme en zijn eigen aandeel daarin. Wat volgt is een enerverend architectuurcollege dat twee uur duurt.

Foto: Anika Schwarzlose

Foto: Anika Schwarzlose

Collectief en individu


Halverwege de vorige eeuw ontstond in de kring rond het architectuurtijdschrift Forum grote weerstand tegen de architectuur die tot dan toe de wederopbouw van Nederland kenmerkte. Functionalistisch en rationeel werd die genoemd: puur gericht op het zo snel en pragmatisch mogelijk mensen te huisvesten. Architecten als Aldo van Eyck, Piet Blom, Jaap Bakema en Herman Herzberger besloten het roer om te gooien en de mens centraal te zetten. Er moest een meer humane stedenbouw komen, een architectuur van ontmoeting en vervlechting waarin zowel het collectief als het individu zich kon ontplooien.

Het structuralisme, zoals de beweging pas later is gaan heten, wordt gekarakteriseerd door de ontwikkeling van geschakelde eenheden die, al dan niet op een raster geplaatst, een gestructureerde vrijheid vormen en oneindig gebruikt kunnen worden. Herzberger: “We maakten regels die niet beperkend maar juist bevrijdend werkten. Geen speelruimte waar alles kon maar wel een vrijheid van keuzemogelijkheden”.

Sociale ruimte


De tentoonstelling Structuralisme bestaat uit twee delen. Het gedeelte Een installatie in vier bedrijven is een verkenning van de historie én de actualiteit van het Nederlands structuralisme door Dirk van den Heuvel van het Jaap Bakema Study Centre/TU Delft. In een grote installatie wordt hier bijzonder archiefmateriaal getoond van Van Eyck (Burgerweeshuis Amsterdam), Piet Blom (Kubuswoningen Rotterdam) en maquettes van diverse andere projecten. De dynamische installatie wordt tevens gebruikt voor wekelijkse gesprekken tussen deskundigen en studenten over onderwerpen die verband houden met structuralisme.

Maquette Centraal Beheer Apeldoorn, 1972. Collectie Het Nieuwe Instituut

Maquette Centraal Beheer Apeldoorn, 1972. Collectie Het Nieuwe Instituut

Het grootste deel van de tentoonstelling, Ruimte maken, ruimte laten, is het domein van Herman Herzberger: hier is een wervelend overzicht van zijn jarenlange praktijk in een prachtige opstelling bijeengebracht. Er zijn veel maquettes en foto’s van projecten (zoals het Muziekcentrum Vredenburg Utrecht en Centraal Beheer Apeldoorn), een ongelooflijke hoeveelheid schetsen en verrassende afbeeldingen van zijn inspiratiebronnen.

Herzberger heeft ervoor gekozen geen beelden van opgeleverde projecten te laten zien. De nieuwe en onaangetaste bouwwerken worden voor hem pas levend als de mens er bezit van neemt en het eigen maakt. Dat onderscheidt hem van de andere structuralisten: Herzberger is niet zozeer met vorm bezig als wel met de ‘vervolmaking van de sociale ruimte’. Opvallend veel foto’s tonen mensen (bewoners, kantoorpersoneel, scholieren, kerkgangers, concertbezoekers) als intensieve gebruikers van de ruimte en de structuren die hen zijn toebedeeld.

Foto: Johannes Schwartz

Foto: Johannes Schwartz

Schetsboekjes


Terwijl de maestro ons door de tentoonstelling leidt, praat hij honderduit over de vele projecten, zowel over verloren prijsvragen als over de werkelijk gerealiseerde gebouwen. En altijd komt hij weer terug bij de mens als zijn einddoel, niet bij het effect van imponerende architectuur. Het gaat om de menselijke maat, het creëren van ontmoetingsplekken en grote uitzichten naar buiten. Mensen in een gebouwde omgeving met elkaar laten functioneren. “Kijk, als je een overhangende verdieping ontwerpt, ondersteund door pilaren, moet je altijd een grote voet onder aan die pilaar maken. Binnen de kortste keren gaan daar mensen op zitten, of kinderen spelen erop, of iemand gebruikt het om een plankje doormidden te zagen.”

Herman Herzberger is een zoekend ontwerper: hij knutselt en schetst en vindt zijn inspiratie in de meest onooglijke voorwerpen, vaak gevonden tijdens een spontane wandeling op straat. De tientallen schetsboekjes, met eigenhandig geplakte collages op het omslag, getuigen van een niet aflatende stroom aan nieuwe invallen en vastgelegde ervaringen.

Als de oude architect aan het einde van de rondleiding bij een tafel staat, pakt hij uit een doos een paar felgekleurde plastic frutsels, onbestemde voorwerpjes uit de verpakkingsindustrie. Hij legt ze voor zich op het tafelblad en begint geconcentreerd te puzzelen. “Hier zie je het, deze vormen kun je niet tekenen, ze bestaan gewoon in de wereld om je heen. Als ik ze in elkaar schuif, ontstaat er direct een interessante structuur. Zie je wel? Zo zou een plattegrond van een nieuwe woonwijk eruit kunnen zien”. Achter zijn rug is een imposant totaaloverzicht van zijn oeuvre te zien, maar de gedreven ontwerper werkt alweer aan een nieuw bouwplan.