Kunst / Expo binnenland

Antwerpen: een stad zonder lelijkheid

recensie: Monopolis

.

Guillaume Bijl, Inter-phone center, 2005. Foto: Bob Goedewaagen.
Guillaume Bijl, Inter-phone center, 2005. Foto: Bob Goedewaagen.

Je zou bij een expositie rond Antwerpen/Rotterdam grotestadsproblematiek verwachten en politiek, zoals in eerdere landen- en stadspresentaties in Witte de With. Maar dat soort actualiteit wordt bij deze tentoonstelling geheel buiten beeld gelaten. Er is vooral echte kunst te zien. Zoals de ode aan James Ensor vol enge maskers en gekkigheid, geschilderd door Fred Bervoets, de abstracte witte schilderkunst van Gert Robijns en sculpturen met neonbuizen van Guy Maes. Alsof er geen boze buitenwereld bestaat in België. En alsof de vorige Witte de With directeur Catharine David, die nog maar net haar hielen heeft gelicht, niet onlangs in een interview heeft betoogd dat simpelweg schoonheid willen scheppen toch echt niet meer van deze tijd is.

Afleiding van de lelijkheid

Dat betekent echter niet dat de metropool als verschijnsel helemaal nergens opduikt in ‘Monopolis’. Zo ging Francis Alys ’s nachts de straat op om vuurpijlen af te steken. In zijn video ziet dat er in eerste instantie nogal subversief uit. Aanvankelijk doet het denken aan terrorisme, maar feitelijk gaat het juist om de schepping van schoonheid. Met zijn vuurwerk geeft Alys een mooi cadeau aan de stad, vóór die zich bij het ochtendgloren weer stort in banaliteiten en agressie.

Jozef Legrand, Berlin Wall Revisited, 2005. Foto: Bob Goedewaagen.
Jozef Legrand, Berlin Wall Revisited, 2005. Foto: Bob Goedewaagen.

Een vermakelijk kunstwerk is de film van Cel Crabeels c.s. over de Amerikaanse kunstenaar Dan Graham. Graham is boos. Boos over de sloop van zijn nogal lelijke glazen buitensculptuur in Antwerpen. Het was het werk van vandalen. Het beeld kan wel weer hersteld worden, maar omwonenden blijken het kunstwerk niet terug te willen. Ze hebben volgens eigen zeggen een veel beter idee: ze zouden graag een beeld willen van hun nationale knuffelkunstenaar Panamarenko. Graham is de slechte verliezer die klaagt dat er in België meer blauw op straat nodig is. Als troost gaat hij uitzoeken of er elders in Europa nog parkjes zijn waar ze zijn sculptuur wel willen.

Het werk van Alys en anderen is in feite het type geëngageerde kunst waarmee Witte de With op zijn best is: kunst die schoonheid zoekt op onverwachte plekken en zo afleidt van lelijkheid. Geen kunst die onder die saaie noemer ‘verantwoord documentair’ valt, maar kunst die zich afkeert van een harde, lelijke werkelijkheid. Geen Vlaams Blok, geen taalstrijd, maar wel abstracte schoonheid, carnavalsbeelden en soms een vriendelijk stukje stad. Met dit escapisme legt de tentoonstelling iets van een gedeelde mentaliteit bloot, en toch zegt ze met deze zucht naar schoonheid tegen een Belgisch decor meer over het werkelijke België dan je op eerste gezicht zou vermoeden. Ook zonder over Antwerpen te gaan.