Kunst / Expo binnenland

De wereld op de loer

recensie: Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst

.

In de eerste van twee selectierondes werden de 238 inzendingen teruggebracht tot een voorselectie van 96 kunstenaars, die gevraagd werden om elk twee schilderijen in te zenden voor de uiteindelijke jurering. Opvallend was de bruisende energie en de fantasierijke wereld die vaak uit de inzendingen sprak, zo vond de jury. “Feestelijke combinaties van verschillende categorieën”, waarbij abstractie in eenzelfde werk naast figuratieve elementen kan bestaan. Dit jaar ging de prijs naar Pascal van der Graaf, Simon Hemmer, Malin Persson en Marjolijn de Wit; allen schilders onder de 35 jaar, één van de voorwaarden voor deelname. Er werd voor de tentoonstelling, net als vorig jaar overigens, uitgeweken naar het Gemeentemuseum in Den Haag. Naast de vier winnaars die elk twee schilderijen tonen, is werk te zien van alle overige 24 kunstenaars uit de laatste ronde die het nét niet haalden, de ‘goede tweedes’, zeg maar.

Fantasiewereld

Marjolijn de Wit, Zonder Titel (2007)
Marjolijn de Wit, Zonder Titel (2007)

Marjolijn de Wit schildert met grove streken campy taferelen in bruine, grauwe kleuren. Een kitscherig beeldje van een wit hondje, een bundel Amerikaanse vlaggetjes uitgestald op en rondom klaptafeltjes Zonder Titel (2007) lijkt zowel een lugubere uitdragerij als een altaartje, de bodem bezaaid met schedels en een buste van Elvis als middelpunt. Op de achtergrond een bebost bergachtig landschap, een omgeving die aandoet als een kruising tussen een skipiste en een Belgisch bedevaartsoort. Uit al die losse voorwerpen spreekt, ondanks een grove kwast, een fijngevoelig oog voor detail. In de schilderijen van De Wit figureren dingen die het normaal gesproken eigenlijk niet waard zijn geschilderd te worden, maar door hun plek binnen de stillevens prompt belangrijk lijken.

Grijstinten maken de dienst uit op de doeken van Pascal van der Graaf. De geschilderde vormen lijken te groeien, maar in welke richting is niet geheel duidelijk; ze schipperen tussen een uit de bodem ontsprongen boom en een woest uit de hemel schietende windhoos. In For the Birds (2007) speelt Van der Graaf een spel met dieptes als in landschapsschilderijen. Een boomachtige vorm is omkleed met letters teksten die met enig puzzelwerk zijn te lezen. Het blijken melancholische leuzen, soms helaas slechts holle one-liners die je eerder op vermolmde parkbankjes zou verwachten. Een wolkenlucht trekt op de achtergrond voorbij. Een grijswitte hemel als uit een stripverhaal in dikke lijnen en arceringen contrasteert met een zachtharig veld, een wuivende vlakte als een winderig graslandschap. Van der Graaf sleept je mee in zijn zwart-witte fantasiewereld, maar wie even met zijn ogen knippert ziet de verf weer. Vette lagen naast dun opgebrachte tinten en hard aangezet zwart vullen de schilderijen met techniek en rijke nuance.

Feestelijke stippen

Malin Persson, Reflection (2007)
Malin Persson, Reflection (2007)

De strak opgezette patronen van Malin Persson doorbreken de lijn van schilderachtige doeken in de tentoonstelling. Perssons schilderijen houden het midden tussen een opgeblazen computerafbeelding en een glas-in-loodraam. Bij haar geen kwaststreek of druiper, maar weloverwogen, in raster uitgedachte kleurvakken. Tussen deze vlakken een nauwe ruimte waarin zich bijna diepte openbaart. In Sound, silence, echo (2007) is het dan ook een visuele echo van het ingezette stramien die in deze tussenruimte zacht zichtbaar wordt. Het patroon op de voorgrond openbaart vormen die, onzeker als ze worden gevonden, ook makkelijk weer overgaan in iets anders, een andere orde die schuilgaat in het grid. In Reflection (2007) zijn de vlakken minder in getal, de meeste donker met soms bodemloze tussenliggende gaten – dieptewerking door kleur en ordening alleen. De schittering van de paar felle vierhoekjes herinnert aan een wateroppervlak met de weerspiegelde zon door een bladerdak, maar dan gevangen in Perssons rigide rasterveld. Het gevaar van een eenvoudige truc trotserend, weet ze binnen het haar zelfopgelegde kader tot intrigerende composities te komen.

Simon Hemmer, Fear of the Dark (2007)
Simon Hemmer, Fear of the Dark (2007)

In Simon Hemmers Zonder Titel (2007) lijkt het alsof we een fragment wereld voorgeschoteld krijgen. Een uitsnede van een groter geheel. Maar van wat? Eigenlijk is er, buiten de dessins en patroontjes, de horizontale lijnen en de als lampions hangende feestelijke stippen, niets dat houvast biedt. Toch is het werk niet zonder meer abstract. De drukbeschilderde vormen zijn horizontaal geordend, als hangend beddengoed bijna, soms tot en met de plooien aan toe. De lijnen die erboven lopen tonen zich een lucht, of een weerspiegeling daarvan. Fear of the Dark (2007) doet iets vergelijkbaars, maar dan beter. Een kubistisch aandoend lijnenspel deelt het doek in vloeiende vakken. Soms een doorkijk naar een duistere achtergrond, soms een reflectie van onbestemde kleurpatronen. Hemmer weet hier vorm en kleur spannend te maken. Felle vlakken, schichten, gevangen in een plastisch bruingeschilderd raamwerk. Het doet aan als een voorstelling van wuft sculptuur.

Popcultuur

Opvallend is dat de werkelijkheid steeds een belangrijke rol blijft spelen in de schilderijen. Hoewel ze geen naturalistische insteek hebben, en het schilderen zelf het uitgangspunt vormt, ligt in de abstraherende vormen en herinterpretaties, of juist in de fantasierijke, collage-achtige composities de wereld bij alle vier winnaars in hun verf op de loer. Ook in de andere schilderijen die te zien zijn valt dit op. Een strak en vereenvoudigd politie-uniform van Jorn Janssen, en ook Isabel Cordeiro’s architectonische ruimtes die bijna constructivistisch in vormen en vlakken oplossen zijn hiervan goede voorbeelden. De speelse wisselwerking tussen realisme en abstractie wordt aangevuld door invloeden uit de computer- en popcultuur. Van nageschilderde virtual reality-werelden tot goedkoop geëtaleerde hyperlinks in acrylverf; deze kunst bevindt zich middenin de schreeuwende tegenwoordigheid. Met de selectie biedt de tentoonstelling van de Koninklijke Prijs voor Vrije Schilderkunst dan ook een voorzichtige maar verwachtingsvolle blik op de stand van zaken in de Nederlandse schilderkunst van vandaag en morgen.