Kunst / Expo binnenland

De loopbaan van een winnaar

recensie: Jan Sluijters - Sluijters

Een studiereis door Europa winnen met een traditioneel geschilderd, Bijbels tafereel, om vervolgens zoenende vrouwen in het Parijse nachtleven vast te leggen. Jan Sluijters wist duidelijk goed waar hij mee bezig was.


Femmes qui s'embrassent (1906), Van Gogh Museum, Amsterdam
Femmes qui s’embrassent (1906), Van Gogh Museum, Amsterdam

De directe aanleiding voor deze tentoonstelling met ruim tachtig ‘uitsluitend allerbeste werken’ is de presentatie van de online bestandscatalogus van de Rijksdienst voor Kunsthistorische Documentatie. Maar eigenlijk lijkt elke reden om veel van publiekstrekker Sluijters te tonen aanvaardbaar. Het visuele feest van deze tentoonstelling begint al bij de entreezaal waarin de bezoeker naar de dansende menigte op het manshoge en wervelende Bal Tabarin (1907) getrokken wordt.

Winnaar Prix de Rome
Deze eerste zaal is gewijd aan het contrast tussen het schilderij waarmee Sluijters de Prix de Rome won en het werk dat hij tijdens de daarmee gewonnen studiereizen maakte: dansers in felle kleuren vanuit de meest wonderlijke perspectieven vastgelegd, twee vrouwen in een schijnbaar dronken omhelzing. Hoewel de schilderijen qua dynamiek en dramatiek overeenkomsten vertonen, zijn zowel de onderwerpen als de verfbehandeling zoveel losbandiger. Dat vond de jury van de Prix de Rome, die zijn werkzaamheden tijdens zijn studiereizen volgde, ook. Zijn toelage werd vroegtijdig stopgezet.



Maannacht (1912), Caldic Collectie, Rotterdam

Maannacht (1912), Caldic Collectie, Rotterdam

Maanlandschappen en baby’s
In de volgende, veel lichter geschilderde zaal, wordt een andere kant van Sluijters getoond: als kersverse vader schildert hij in 1908 zijn dochter in ijle kleuren tegen een donkere achtergrond. Bekijk je Slapend kindje van dichtbij, dan valt de voorstelling uiteen in ontelbare kleurtoetsen. Op dezelfde manier legt hij landschappen vast; kleurtoetsen dicht naast elkaar gezet, vormen samen een bos in expressieve tinten. In Maannacht (1912) zijn de toetsen grote vlakken geworden en is de keuze voor onnatuurlijke kleuren nadrukkelijker: de paars-rode bomen tekenen zinderend af tegen de groenblauwe lucht.

Portret van Annie Boucke (circa 1925), Drents Museum
Portret van Annie Boucke (circa 1925), Drents Museum

Intieme portretten
De werken waarin zijn dochters, eerst als baby, later als moeder, figureren, leggen Jan Sluijters als schilder en als man onder de loep. Met deze intieme portretten onthult de schilder iets wezenlijks van zichzelf dat resoneert in de vele andere portretten die getoond worden in de tuinzaal van het Singer. In enkele van deze portretten domineert de vrijheid die Sluijters genomen heeft om de geportretteerde een opvallende pose aan te laten nemen. Zo is het bijna onmogelijk om zomaar langs Portret van Annie Boucke (circa 1925) te lopen. Volledig in zwart, haar handen in de zij, daagt de voordrachtskunstenares de toeschouwer uit.

Naakt
De vrouwelijke naakten van Sluijters hebben altijd veel aandacht getrokken. Het aantal is in deze tentoonstelling beperkt, maar ze zijn zinderend genoeg om toch de hoofdrol te spelen. Waar in het Portret van Tonia Stieltjes (circa 1922) de welvingen van borsten en buik door de vuurrode, transparante stof de toeschouwer verleiden, is in De bokser Rolf (circa 1912) net zo zinnenprikkelend een bijna naakte, zwarte man te ontwaren in een kluwen van kleuren.

Atelierpraktijken
In lijn met de aandacht voor atelierpraktijken die de laatste jaren zichtbaar is in publicaties en tentoonstellingen is ook hier een ruimte gewijd aan Sluijters werkwijze en werkplek. Een schildersezel en palet met meer dan een kilo verf en een handgemaakt beeld op een tafel met dikke tapijten vormen een wat eigenaardig sfeerbeeld van het atelier dat Sluijters aan huis had in Amsterdam. De grote foto aan de wand waarin we de schilder zelf in de weer zien, spreekt meer tot de verbeelding.

Kinderslaapkamer, Gemeentemuseum Den Haag
Kinderslaapkamer, Gemeentemuseum Den Haag

Schilderen op zolder
Voor wie niet genoeg heeft aan verbeelding alleen, is daar de interessante bijdrage aan de tentoonstellingscatalogus van Louise Wijnberg. De restaurator beschrijft daarin onder meer de techniek van de schilder en laat Sluijters aan het woord over zijn drijfveren: ‘het vertolken van alles wat op aarde levenswaard is: het landschap, de bloemen, de vrouw, het moederschap, de kinderen.’ Daarvoor hoefde hij Nederland niet te verlaten, zoals Mondriaan en Van Dongen. Hij vond en maakte het op de bovenste verdieping van zijn eigen huis.