Kunst / Expo binnenland

Vlijmscherpe satire uit Berlijns interbellum

recensie: Georg Grosz - Schwarzer Champagner und Blutiger Ernst

Van kleurrijke schetsen tot bijtende illustraties. De tentoonstelling Schwarzer Champagner und Blutiger Ernst in Museum de Fundatie in Zwolle laat ruim 250 tekeningen, prenten en collages zien van de kunstenaar Georg Grosz. Het bijna complete overzicht van zijn grafische werk biedt een satirisch commentaar op de Duitse samenleving tussen de twee wereldoorlogen.

George Grosz in atelier

George Grosz in atelier

Een uitvergrote foto op de tentoonstelling in Zwolle en op de cover van de gelijknamige publicatie toont de kunstenaar Georg Grosz (1893-1959) aan het werk. We zien hem voorover gebogen op een laag krukje zitten, op de grond een groot vel papier. In de rechterhand heeft hij een staafje houtskool, in de linkerhand een brandende sigaar, één van de vaste attributen van zijn opponenten: de ze zich verrijkende burgerij die er maar op los leeft terwijl de arme sloebers het zware werk doen.

Rake schetsen

‘Und Seine Traurigkeit is dyonisich, Schwarzer Champagner seine Klage’, schreef Else Lasker-Schüler in 1916 in een gedicht over de Duitse schilder en graficus. Der Blutige Ernst was een van de links-radicale bladen waar hij aan meewerkte. De tentoonstelling voert ons terug naar de Weimarrepubliek in het interbellum, een periode waarin oorlogstrauma’s, scherpe politieke tegenstellingen, crisis, werkloosheid en opkomend militarisme de sfeer bepaalden. Grosz, zelf getekend door zijn ervaringen in de Eerste Wereldoorlog, bond met verve de strijd aan tegen kanon, kerk en kapitaal. Volgens de organisatoren is zijn artistieke analyse ‘van een verontrustende actualiteit’.

George Grosz, Ecce homo, blad XIV: Ach, knallige Welt, du seliges Abnormitätenkabinett, 1916

George Grosz, Ecce homo, blad XIV: Ach, knallige Welt, du seliges Abnormitätenkabinett, 1916

De tentoonstelling laat zien hoe de kunstenaar zijn tekentalent en satirische inslag ontwikkelde, evenals zijn eigenzinnige stijl. De onrealistische maar rake schetsen van druk bevolkte straten en duistere kroegen, met schots en scheve gebouwen, clowneske mannentronies en vrouwen in doorzichtige kleding vormden de opmaat voor zijn meer politiek gekleurde werk. De tentoongestelde schetsboeken geven een mooie kijk op de objectieve en trefzekere observaties die aan al zijn werk ten grondslag liggen.
In de loop van de jaren twintig werden de beelden grimmiger en de contrasten sterker. De rijke slechteriken met hun monsterlijke koppen roken, drinken, vreten, lachen en dansen in restaurants, nachtclubs en bordelen, de uitgemergelde arbeiders sjokken met schop en houweel voort langs mijnen en fabrieken. Niet alleen hen, maar ook oorlogsinvaliden, bedelaars, soldaten en hoeren wist Grosz treffend weer te geven als slachtoffers van een systeem waarin kapitalistische, kerkelijke en militaire machthebbers de dienst uitmaken. En waarin verzet onder de communistische vlag op bloedige wijze wordt neergeslagen, terwijl de dikzakken vrolijk doorgaan met hun liederlijke levenswijze.

George Grosz, Rückkehr geordneter Zustände! in Der blutige Ernst

George Grosz, Rückkehr geordneter Zustände! in Der blutige Ernst

Drie keer aangeklaagd

Geen wonder dat het satirische werk van Grosz nogal wat weerstand opriep. Tot drie keer toe werd hij aangeklaagd: voor belediging van het leger, verspreiding van obscene voorstellingen en voor godslastering. De oprukkende nationaalsocialisten, die zijn werk alras tot entartet zouden verklaren, was hij echter te snel af. In 1933 vertrok de kunstenaar met zijn gezin naar New York en ging daar doceren aan de Arts Students League, om pas in 1959 naar zijn geliefde Berlijn terug te keren. Een val van de trap na een feestje werd hem echter fataal; Grosz overleed kort voor zijn 66ste verjaardag.
De tentoonstelling geeft een indringend maar ook sterk tijdgebonden beeld van een turbulente periode in Duitsland, gemarkeerd door de twee wereldoorlogen. Een tijd die voor ons niet makkelijk te vatten is. Wat nu die ‘verontrustende actualiteit’ is, blijft dan ook een raadsel. Wordt daarmee de huidige economische crisis bedoeld, of de recente islamitische censuur op spotprenten?

In Museum de Fundatie is in ieder geval ook te zien dat de Tweede Wereldoorlog nog steeds zijn sporen nalaat. Buurman van Georg Grosz is namelijk Jeroen Krabbé, die met negen monumentale werken het leven van zijn grootvader Abraham Reiss eert. Een leven dat in 1943 in vernietigingskamp Sobibor eindigde.