Kunst / Expo binnenland

Dromen en toevluchtsoorden

recensie: SHELTER Tenten, hutten en andere schuilplaatsen

.

Als je met de auto naar kasteel Het Nijenhuis in Heino rijdt, heb je als randstedeling al snel het gevoel alsof je in een andere wereld terechtkomt. De weg die je ernaartoe leidt is omgeven met bomen en hier en daar ontdek je een prachtig huis. De lucht lijkt met meer zuurstof gevuld dan je gewend bent en de stilte wordt alleen verstoord door het getjirp van vogels. Als je bij Het Nijenhuis aankomt, valt op dat het kasteel en de omringende tuinen perfect onderhouden zijn.

Cornelius Rogge, Binnenstebuiten tent (1978), canvas, ijzeren frame
Cornelius Rogge, Binnenstebuiten tent (1978), canvas, ijzeren frame

De tentoonstellingstitel SHELTER Tenten, hutten en andere schuilplaatsen belooft heel wat. Het onderwerp brengt herinneringen en associaties naar boven. Wie maakt er niet als kind hutten in de tuin, of binnen in huis. Sommigen zwijmelen uren weg wanneer ze terugdenken aan de romantiek van het kamperen met hun eerste grote liefde, terwijl er ook mensen zijn die het trauma van het opzetten van hun eerste (en laatste) tent nooit te boven zijn gekomen. Maar iedereen zoekt zo af een toe een plek om te schuilen en het mooie is: toevluchtsoorden zijn er in vele vormen. Kasteel Het Nijenhuis zélf is met zijn versterkte muren en slotgracht een oord dat overduidelijk beschutting biedt. De tuinen, het kasteel en zijn min of meer originele interieur vormen op het eerste gezicht een spannend decor voor de hedendaagse interpretaties van het onderwerp van de tentoonstelling. Het idee werkt binnen in het kasteel echter veel beter dan buiten, terwijl je zou verwachten dat de hutten en tenten in hun eigenlijke habitat, de buitenlucht, gemakkelijker tot hun recht zouden komen.

Rosalie Monod de Froideville, HideAway Cozy Adult (2005), wol
Rosalie Monod de Froideville, HideAway Cozy Adult (2005), wol

Verrassend uit de hoek

Door de manier waarop de werken geëxposeerd zijn – in gangetjes en vergeten hoekjes, tussen het meubilair en in combinatie met de oude schilderijen – krijgt je als bezoeker het gevoel alsof je meedoet aan een verrassende ontdekkingsreis. Zo doemen in een van de stijlkamers tussen de stoelen en tafels enkele Hideaways van Rosalie Monod de Froideville op. Het zijn kleine menselijk vormen, omsloten door een grijze viltachtige hoes. Op het eerste gezicht hebben deze figuurtjes iets onschuldigs, maar als je beter kijkt, stralen ze tegelijkertijd angst uit. Het is net alsof ze niet echt aan het leven willen of durven deelnemen. In het Dekenhuis van Berlinde de Bruyckere dat ook binnen te zien is, wordt het koude metalen geraamte van een huis omgeven door zware dekens in verschillende kleuren. In dit werk is te zien hoe veiligheid en beschutting kunnen omslaan in een gevoel van verstikking. De draagbare zilverkleurige iglotent met op de bovenkant een capuchon van Lucy Orta, roept associaties op met extreme omstandigheden. Deze tentjas biedt bescherming tegen een variatie aan weersinvloeden en biedt privacy. Is dit bedoeld voor de moderne nomade? Of kan iedereen die zonder kleerscheuren zijn leven door wil komen, wel een Lucy Orta gebruiken? Maria Roosen heeft om haar fragiele oranje Tentje verschillende glassculpturen geplaatst. Is het zo lastig om je toevluchtsoord te bereiken? Moet je daarvoor zoveel ‘kwetsbare’ situaties ‘goed’ doorlopen? En is de plaats waar je aankomt, toch ook nog altijd zeer fragiel? Goed, het is niets nieuws: het leven is teer en zeker niet eenduidig. Maar het is mooi te zien hoe verschillende kunstenaars hier gestalte aan geven.

Maria Roosen, Tentje (1998), tentdoek, glas
Maria Roosen, Tentje (1998), tentdoek, glas

Kunst

De werken die in de tuinen van het kasteel geëxposeerd zijn, komen minder tot hun recht. Alhoewel je hier als bezoeker wel meer mee ‘kan’. Je kunt eromheen lopen, je kunt er soms zelfs in. Toch blijven veel van deze werken op een afstand. Het dieptepunt is in dit opzicht de presentatie van de CABK, Artez Acedemie voor beeldende kunst Zwolle. Er is een kleurrijk en veelvormig tentenkamp opgezet, waarbij de samenhang je volledig ontgaat. Maar er zijn ook positieve uitzonderingen, waaronder de ligfiets met overkapping van Dirk van Lieshout. Van Lieshout verbleef enkele tijd in Heino in deze ligfiets, die nu dichtbij de ingang van het kasteel geplaatst is. Deze fiets lijkt al de ervaringen van zijn maker en tijdelijke bewoner in zich te dragen. Omdat Van Lieshout in zijn tijdelijke onderkomen allerlei teksten opschreef, is het alsof je hem beetje bij beetje leert kennen. Hij daagt je ook uit. Zo schrijft hij: “Jullie komen toch zeker voor de kunst, de omgeving, de mensen.” Het woord kunst heeft hij weggestreept.

De hele setting van SHELTER is een beetje dromerig. Het wekt een gevoel op dat je krijgt bij het zien van een mooi oud volkswagenbusje: een mix van vrijheid, avontuur en hippienostalgie. Tegelijkertijd weet je dat je dit busje ook altijd kunt pakken om weer terug te rijden naar de dagelijkse realiteit. Dat dit helaas niet voor iedereen is weggelegd, tonen de foto’s van Hans Wildschut. Zijn serie werpt een blik op het leven van illegalen in Calais, die wachten op de oversteek naar Engeland. Zij maken hun verre van comfortabele onderkomens in de bossen van dekens, kranten en kleding. Het is een treurig beeld, maar deze mensen hebben hoop, hoop op iets beters. En ook al is deze ijdel, het is beter dan niets. Dus zelfs in deze foto’s over de harde werkelijkheid van vluchtelingen, zit een droom besloten. Zoekende zijn we allemaal.