Kunst / Expo binnenland

Intiem met zomaar iemand

recensie: Diverse kunstenaars - Courtesy Hans Kemna

.

WassinkLundgren, Collectie Kemna: Tillmans (2007), kleurenfoto
WassinkLundgren, Collectie Kemna: Tillmans (2007), kleurenfoto

De muziek blijkt echter niet bij de tentoonstelling Courtesy Hans Kemna te horen. Björks typerende stemgeluid sijpelt vanuit de hoger liggende zaal de tentoonstellingsruimte binnen. Daar staat de onlangs door De Hallen aangekochte diaserie Heart Beat (2001) van Nan Goldin opgesteld. Dit werk bestaat uit 245 foto’s waarin vier koppels gevolgd worden tot in de meest intieme momenten van hun liefdesleven. De beelden en de muziek smelten samen tot een diep ontroerende liefdesbeleving.

Heartshaped ass

Ook Kemna kocht werk van Nan Goldin. Haar foto Matt and Lewis in the tub, heartshaped ass (1988) is in deze tentoonstelling naast werk van David Armstrong en Jack Pierson gehangen. Zowel Goldin als deze Amerikanen namen in de jaren ’80 vooral mensen uit hun directe omgeving tot onderwerp. Bij Goldin resulteerde dit in snapshots die een vaak hard en confronterend beeld tonen van haar drugsgebruikende en doodzieke vrienden. Net als de Heart Beat-serie is ook deze foto echter uiterst liefdevol. De twee mannen in het bad gaan geheel in elkaar op en lijken zich niet bewust van de camera. De overgave en de liefdevolle omarming in combinatie met de kletsnatte kwetsbaarheid is ontroerend mooi. Goldins kijkaanwijzing in de titel is grappig, maar tegelijkertijd verraadt het een oprecht geloof in romantische liefde.

Koos Breukel, Hans Kemna (2007), zilvergelatinedruk
Koos Breukel, Hans Kemna (2007), zilvergelatinedruk

Dat de Kemna-collectie op zijn plek is bij De Hallen is duidelijk. Ook Julika Rudelius, waarvan in de benedenzaal de video Train te zien is, is vertegenwoordigd in de collectie van Hans Kemna. Een persoonlijke, intieme observatie van menselijk gedrag in heel zijn schaamtevolle omvang hebben Goldin en Rudelius gemeen. Het blootleggen van kwetsbaarheden loopt als een rode draad door de tentoonstelling. Het bevat opvallend veel portretten van jonge mensen, die soms van heel dichtbij, soms bijna naakt, soms recht in de camera kijkend, zijn vastgelegd. Zoals de ongrijpbare portretten van twee van de camera wegdromende pubers van Hellen van Meene met een uiterst sobere kleur- en beeldopbouw. De toeschouwer krijgt de kans om heel dichtbij te komen, om ongegeneerd de geportretteerde te bekijken. Tegelijkertijd lijkt de kwetsbare positie waarin deze mensen zich hebben geplaatst, iets soortgelijks te vragen van de toeschouwer. Er ontstaat een rare vorm van intimiteit. Een intimiteit tussen twee zwijgenden, waarvan de een de ander niet eens ziet.

Lucht

De twee wanden die door Wolfgang Tillmans met zijn werk zijn ingericht zorgen voor een doorbreking van de portrettengalerij. Hans Kemna is een van de belangrijkste verzamelaars ter wereld van de in Londen werkende van oorsprong Duitse fotograaf. Tillmans laat naast portretten, een verzameling van allerlei, soms naar abstractie neigende stillevens en landschappen zien. Elk onderwerp wordt door Tillmans letterlijk met aandacht vastgelegd. Of het nu een wereldberoemde popster, een vensterbank met takken in glas of een verkreukeld t-shirt is.

WassinkLundgren, Collectie Kemna (2007), kleurenfoto
WassinkLundgren, Collectie Kemna (2007), kleurenfoto

Deze door de kunstenaar zelf ontworpen wanden zijn intrigerend en nodigen uit tot kijken en opnieuw kijken. Maar ook de rest van de tentoonstelling is duidelijk met veel zorg ingericht. Een erg leuk aspect binnen de collectie zijn de performancefoto’s. Zoals bijvoorbeeld de sprookjesachtige foto Lift (2000) waarop te zien is hoe Fiona Tan aan een grote tros ballonnen in de lucht hangt. De performancefoto’s maken je getuige van een grote speelsheid en tegelijkertijd tonen ze net als de andere portretten een vorm van ontwapenende kwetsbaarheid. Ze laten zien dat het leven spelen, uitproberen en onvermijdelijk falen is.

Indirecte zelfportretten

Prachtig is het gelegenheidsdrieluik met monumentale foto’s van Elspeth Diederix, Inez van Lamsweerde en Pierre Gonnord. De portretten zijn duidelijk op esthetische gronden bij elkaar gebracht. Niet alleen het steeds terugkerende rood maakt het tot een logische eenheid, ook de symmetrie die gevonden is in de combinatie van de drie totaal van elkaar verschillende portretten is erg mooi. Centraal hangt Inez van Lamsweerdes Me #3 (1998). De foto van haar partner Vinoodh Matadin, in een rood t-shirt gestoken, is er een uit een serie waarin ze allerlei vrienden en familieleden liggend op een bed fotografeerde.

Zoals de titel al aangeeft zijn alle foto’s van de Me-serie van Inez van Lamsweerde zelfportretten. Indirecte zelfportretten. Het is logisch dat de mensen die je dierbaar zijn iets wezenlijks over je persoonlijkheid zeggen, maar hoe zit het met verzamelingen? De indruk ontstaat, ook door de mooie catalogus met foto’s van het fotografenduo WassinkLundgren, die een soort portret maakten van de Kemna-collectie in haar natuurlijke omgeving, dat je een wel heel persoonlijk kijkje in de ziel van Hans Kemna hebt gekregen, waarmee deze mooie tentoonstelling er nog een passend kwetsbaar laagje bij krijgt.