Kunst / Expo binnenland

Beklemmend en onheilspellend

recensie: Carel Willink, Pyke Koch, Dick Ket, Wim Schuhmacher e.a. - In de schaduw van morgen. Neorealisme in Nederland

Het Museum voor Moderne Kunst Arnhem (MMKA) gaat terug in de tijd met de tentoonstelling In de schaduw van morgen. Neorealisme in Nederland. Deze indrukwekkende verzameling magisch realistisch werk is een reprise van de spraakmakende tentoonstelling De bange jaren dertig uit 1960.

De keuze van het MMKA voor een reprise van deze tentoonstelling is niet zo vreemd. Ten eerste vertoont de sfeer van naderend onheil die het neorealisme oproept opvallend veel overeenkomst met de huidige tijd. Ten tweede heeft het MMKA sinds zijn oprichting in 1920 al een warme band met het Nederlandse neorealisme.

Zaalfoto 'de bange jaren dertig' (1960)

Zaalfoto ‘de bange jaren dertig’ (1960)

In een tijd waarin andere musea de stroming vaak associeerde met cultuurpessimisme en oorlog, erkende het museum in Arnhem het belang van het werk en begon met het opbouwen van een collectie. In 1960 was het voor het museum echter niet mogelijk om alle beoogde kunstwerken te tonen. Zo weigerde Wim Schuhmacher om met nazisympathisant Pyke Koch geëxposeerd te worden. Anno 2012 spelen deze sentimenten geen rol meer. Het is het MMKA deze keer wel gelukt om een vrij compleet beeld van het neorealisme te geven.

Naderend onheil
De neorealisten worden niet gezien als een groepering en de schilderijen verschillen iconografisch vaak sterk van elkaar. Wat het neorealisme vooral kenmerkt zijn de verfijnde, figuratieve tekeningen en een onheilspellende stemming. Er schuilt iets ongrijpbaars achter de werken, wat zorgt voor een indringend effect.

Het MMKA is zich bewust van dit effect en in de opstelling van de werken is hiermee rekening gehouden. In de entreehal zien we kleinere werken van onder andere Carel Willink en Dick Ket. Deze stukken bevinden zich aan de binnenzijde van een wand waar de bezoeker eerst omheen moet lopen alvorens het werk te kunnen zien. Vervolgens zijn de schilderijen tegen een zwarte achtergrond geplaatst. Dit zorgt voor een beklemmend gevoel en geeft een goede introductie op het werk van de neorealisten.

Dick Ket. <em>Zelfportret</em> (1939)

Dick Ket. Zelfportret (1939)

Het unheimische gevoel voert de gehele tentoonstelling de ondertoon. Zo ook bij De schiettent (1931), het meesterwerk van Pyke Koch dat in de tweede zaal te zien is. Het veristische schilderij geeft een vervreemdend gevoel doordat de vormen sterk overdreven zijn. Door het raadselachtige onderwerp en de gebruikte iconografie is het een fascinerend werk om te zien.

Vanitas en verhalen
In de overige zalen zijn de werken gesorteerd op naam van de kunstenaar. Sommige kunstenaars komen echter in meerdere zalen voor, waardoor hun werk uit elkaar is gehaald. Dit voelt willekeurig aan en geeft een rommelig effect. Het wordt niet duidelijk waarom werken gesplitst of juist bij elkaar geplaatst zijn. Desalniettemin blijven de kenmerken van het neorealisme herkenbaar.

De iconografische elementen verschillen soms sterk van kunstenaar tot kunstenaar. De precieze, realistische werken van Ket staan in contrast met de karikaturaal uitvergrote vormen van Koch. In de stillevens van Hynckes komt duidelijk de vanitasthematiek naar voren en het werk van Willink is juist meer verhalend.

Werk van Willink zoals De jobstijding (1932) kan op vele manieren worden geïnterpreteerd. Het werk is een eindeloze bron van verhalen. Als kijker kan je er veel interpretaties op loslaten. Hierdoor is Willink vandaag de dag nog steeds intrigerend en actueel. Ook aan de individuele ontwikkeling van de schilder is aandacht besteed. Zo is in de werken van Hynckes een verschuiving van kubisme naar realisme te zien.

Het MMKA is erin geslaagd om een omvangrijk beeld van het Nederlands neorealisme samen te stellen. Er wordt veel werk van de individuele kunstenaars getoond, wat ervoor zorgt dat de tentoonstelling een gedegen overzicht van de stroming geeft. De opstelling van de werken en de bijschriften doen het werk recht en plaatsen het in een duidelijke context. Het tijdsbeeld van het interbellum voltrekt zich voor de ogen van de kijker. De vergelijking met de huidige tijdgeest is tastbaar en maakt de tentoonstelling relevant. Het MMKA toont daarmee aan dat het neorealisme een belangrijke schakel vormt in de ontwikkeling van de Nederlandse moderne kunst.