Kunst / Kunstboek

Een pop-up museum om te bewaren

recensie: boek DWDD Pop-Up Museum

Na het grote succes van vorig jaar opende eind januari een tweede editie van het DWDD Pop-Up Museum. Negen gastconservatoren doken opnieuw de depots in van musea in Nederland op zoek naar verborgen kunstwerken. Nieuw dit jaar is de gelijktijdig verschenen publicatie. ‘Om de zalen en de keuzes van de gastconservatoren te bewaren’ schrijven de samenstellers Dieuwke Wynia en Pieter Eckhardt in de inleiding. Dat doel wordt absoluut bereikt, het is een prachtige uitgave, vol mooie woorden en kunstwerken. Toch mist de catalogus een stukje verdieping, een gemiste kans voor dit bijzondere tentoonstellingsconcept.

De opbouw van de catalogus is helder en simpel. Een inleiding van Jet Bussemaker, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, gevolgd door een inleiding van de DWDD-redacteuren Dieuwke Wynia en Pieter Eckhardt. Zowel de eerste als tweede editie van de tentoonstelling zijn opgenomen in het boek. Per editie komen alle gastconservatoren aan het woord, een ieder heeft op persoonlijke wijze invulling gegeven aan zijn of haar pagina’s. Bijvoorbeeld met een gedicht of verhaal, gecombineerd met afbeeldingen van de geselecteerde kunstwerken. Tot slot is er een hoofdstuk opgenomen uit het laatste boek van Joost Zwagerman De stilte van het licht over de schilder J.M.W. Turner.

Verrijking vs. verdieping

Door alle gastconservatoren een voor een aan het woord te laten blijven hun zalen inderdaad ‘levend’. Bijvoorbeeld Nico Dijkshoorn die ons meeneemt door zijn zaal en bij elk kunstwerk dat hij tegenkomt een gedicht schrijft. Of Carice van Houten die in zeer persoonlijke woorden uitlegt waarom ze juist deze kunstwerken heeft geselecteerd en wat ze voor haar betekenen. Merlijn Doomernik fotografeerde speciaal voor deze publicatie alle gastconservatoren in zijn of haar museum, het resultaat is indrukwekkend en een esthetische toevoeging.

In de inleiding kondigen Wynia en Eckhardt al aan dat niet alle gastconservatoren iets extra’s hebben aangeleverd: ‘Vaak zijn de teksten uit hun zalen overgenomen, soms geven zij een uitgebreidere toelichting’. Verborgen in die zin kunnen we precies lezen wat er ontbreekt in het boek. In een catalogus willen we toch juist die informatie kunnen vinden die we nog niet op de museummuren hebben kunnen lezen? Alle geselecteerde musea hebben een rijke geschiedenis en de collecties zijn bijna altijd tot stand gekomen door een langdurig en zorgvuldig geformuleerd museumbeleid of de bijzondere visie van een excentrieke museumdirecteur. Alle collecties hebben specifieke verzamelgebieden en belangrijke speerpunten. Het is alles behalve toeval dat juist Robbert Dijkgraaf het depot van het Teylers Museum in is gedoken en dat Cecile Narinx ‘geshopt’ heeft in het Centraal Museum. Iets meer achtergrond-informatie was dan ook een welkome aanvulling geweest.

Het maatschappelijke vraagstuk

Het meest opvallend is echter het feit dat de belangrijkste reden voor het organiseren van deze tentoonstelling alleen door Jet Bussemaker echt duidelijk aangehaald wordt. Het overgrote deel van ons nationale erfgoed ligt in depots en wordt zelden of nooit aan het publiek getoond. DWDD schenkt met dit tentoonstellingsconcept aandacht aan een complexe culturele kwestie. Het is voor alle musea een Nederland een probleem en ook zij proberen hier oplossingen voor te vinden. Juist in deze publicatie had er meer aandacht geschonken kunnen en moeten worden aan dit maatschappelijke vraagstuk. Geef bijvoorbeeld specialisten op het gebied van het beheer en behoud van cultureel historisch erfgoed het woord en er ontstaat een extra dimensie die de catalogus net wat meer inhoud en diepgang zou geven.

Wynia en Eckhardt zijn er absoluut in geslaagd een wereld van verbeelding te schetsen, immers wil je een dergelijke catalogus open slaan en weer even het gevoel hebben door de museumzalen te dwalen. Daarmee is het ze gelukt om de tentoonstelling te bewaren voor de toekomst. Dat in combinatie met het prachtige beeldmateriaal, een sterk grafisch ontwerp en de ode aan de vorig jaar overleden Joost Zwagerman maakt het een heerlijk boek om door heen te bladeren. Helaas door zijn kleine formaat en uitgave in paperback niet chique genoeg voor de categorie ‘coffee table books’ maar absoluut een mooie toevoeging aan de (kunst-)boekenkast.

Uitgever: Lebowski Publishers
Prijs: € 24.99
ISBN: 9789048832521