Kunst / Expo binnenland

Ah Xian, verbluffende schoonheid, verbazingwekkend knap

recensie: Ah Xian

.

In de recente stortvloed van al wat met China te maken heeft, verdient het Haags Gemeentemuseum een eervolle vermelding. Tot 7 september exposeert de Chinees-Australische kunstenaar Ah Xian (1960) daar met unieke bustes en figuren van porselein, lakwerk, jade, bot en brons. Alle van oorsprong traditionele Chinese beeldende technieken en materialen. Op een geheel eigen wijze schept Xian met deze klassiekers eigentijdse en moderne kunst. Hiermee draagt hij bij aan het discours rondom Chinese kunst in relatie tot het Westen.

De expositie biedt een interessant perspectief tussen alle andere Chinatentoonstellingen. In tegenstelling tot de meeste exposities is dit niet afkomstig uit China, maar uit het buitenland. Interessant is het om te zien hoe deze Chinese migrantenkunst zich verhoudt tot de Chinese en westerse kunst. Ondanks de grote migratie van Chinezen, is er in de galeries, musea en op kunstbeurzen veel minder aandacht voor dit interessante aspect.

Human, Human, 2001 Bladgoud, lak met landschap, 44 x 45.5 x 27 cm
Human, Human, 2001 Bladgoud, lak met landschap, 44 x 45.5 x 27 cm

Ah Xian maakte in China schilder- en installatiekunst (soms geëngageerd). In 1989 ging hij naar Sydney en bleef er. Het zou een omwenteling in zijn kunstenaarschap betekenen. Tijdens zijn verblijf kwam hij in aanraking met het porselein. Hij werd zich er bewust van de Chinese identiteit en geschiedenis van het porselein. Een serie bustes heet China, China, verwijzend naar het land van herkomst en het Engelse woord voor porselein. Porselein werd al ontdekt tijdens de Tangdynastie (618-907 n. Chr.), maar in de moderne kunst speelt het tegenwoordig een marginale rol. Xian verdiepte zich na het porselein in andere traditionele materialen om er een moderne beeldtaal mee te vormen. Zijn werken zeggen ook iets over het overleven van het klassieke China. Ondanks Mao Zedongs verwoede pogingen om tijdens de Culturele Revolutie in de jaren ’60 het klassieke China te vernietigen heeft het overleeft. Ah Xian groeide toen zelf op, maar via zijn werk geeft hij de traditie zelfs door.

Dualisme in de kunst
Xian maakt niet alleen mooie beelden, het zegt ons ook iets over zijn dualisme als Chinees kunstenaar. Xians beelden zijn gebaseerd op familie en vrienden, toch worden ze nergens persoonlijk. Doordat de gezichten totaal omsloten zijn door gedecoreerde vormen, uit harde en koude materialen bestaan en bovenal gesloten ogen en monden hebben, behouden zij een afstand tot de beschouwer. Xian brengt het portret terug tot een formeel principe, het individuele verdwijnt. Dit wordt versterkt, doordat hij de beelden niet signeert. Hiermee lijkt het te verwijzen naar massaproductie.

China, China, Buste 35, 1999, Porselein met bloem- en vogelmotieven in kobaltblauw onderglazuur, 34 x 39,5 x 22 cm
China, China, Buste 35, 1999, Porselein met bloem- en vogelmotieven in kobaltblauw onderglazuur, 34 x 39,5 x 22 cm

Enerzijds is er afstand tussen het publiek en de beelden, anderzijds moet men ze van dichtbij en rondom kunnen bekijken om ze volledig te ervaren. Ook de gekozen vorm van de buste is een voorbeeld van dualisme. De buste is een van oorsprong Europees concept, het begon al bij de Romeinen, maar de decoraties zijn weer klassiek Chinees. Door hiervoor te kiezen verwijst Xian weer naar het contrast tussen oost en west.

De Stijlkamers
De kunstwerken hadden zich geen betere presentatie kunnen wensen dan in de 17e eeuwse en 18e eeuwse stijlkamers. Ze gaan de dialoog aan met hun omgeving. Zo staat bijvoorbeeld de buste met lakwerkdecoraties in de Chinese kamer, tussen de lakwerkantiquiteiten. De meeste beelden staan tegenover elkaar opgesteld, zodat er onderlinge zichtlijnen ontstaan. Door de gesloten ogen ontstaat er een bijzonder effect. Het geheel lijkt op een soort van installatie. Door de subtiele belichting in de donkere kamers, de opstelling en het uiterlijk van de beelden, heerst er een bijna meditatieve sfeer.

Het geheel wordt verstoord door de tussengang. In een nietszeggende witte, lichte en kale ruimte staan plots twee beelden in een vitrine. Ook zijn er vier fotoportretten van Chinese vrouwen, gemaakt door iemand anders. Dit geheel doet afbreuk aan de harmonie. Goed is dat men in de vitrine een servies toont met soortgelijke beschilderingen. Hierdoor kan men zien hoe de beschilderingen voortkomen uit de toegepaste kunst en hoe Xian deze grenzen opheft door ze te gebruiken bij beeldende kunst. Ook dit is kenmerkend voor Azië versus het Westen. Traditioneel gezien kent men geen strikte scheiding tussen toegepaste en beeldende kunst zoals in het Westen.

Overwoekerde gezichten
Indruk maakt de in rood-zwartlakwerk uitgesneden vrouwenfiguur in de Chinese stijlkamer, ook hier komen het Oosten en Westen weer samen. Lakwerk heeft men via de VOC vaak naar Europa vervoerd en men ging het imiteren. Maar ook de houding is een verwijzing, de vrouw staat in de contra-posthouding. Een bij uitstek klassieke Europese pose. Opvallend zijn ook de in goud- en zilverpoeder opengewerkte porseleinen bustes. Gezichten zijn overwoekerd door draken, bloemen en feniksen. Het geeft het geheel een surrealistische schoonheid. Net als in communistisch China wordt het individu bij Xian overwoekerd en heeft het de (kritische) mond gesloten.

Wat tot slot opvalt, is het ontbreken van technische verwijzingen. De curator wilde niet dat men alleen maar borden zou lezen. Wat te prijzen is, alleen techniek speelt een grote rol en de meeste bezoekers hebben geen voorkennis en dit doet het geheel tekort.