Boeken / Fictie

In het hoofd van een stalker

recensie: Christian Oster (vert. Kiki Coumans) - In de trein

Gelukkig bestaan er nog onafhankelijke, kleine uitgeverijen die een niet alledaags en tamelijk onbekend proza durven uit te geven. Studio 3005 komt met In de trein van de Franse auteur Christian Oster. Een fraai verzorgde uitgave over een ongemakkelijke zoektocht naar de liefde.

Die zoektocht begint met de prikkelende beginregels: ‘Op een dag stond een man van gemiddelde lengte op een perron met een heel zware tas in zijn hand. Die man was ik, maar het was niet mijn tas. Die was van een vrouw. En de tas was zwaar omdat er boeken in zaten’. Een wonderlijke start van een voortslepend relaas van de naar liefde hunkerende Frank die op een treinstation de vooralsnog afstandelijke Anne ontmoet.

Bedreigende buitenwereld

Frank is een lonely soul die zich graag op stations ophoudt om vrouwen te observeren en eventueel aan te spreken. Een wat raadselachtige, opdringerige man die door iedereen afgewezen of genegeerd wordt. Toch is hij in zijn doorlopende bespiegelingen een meeslepend verteller. Hij analyseert elke gedachte uitvoerig en probeert iedere verandering in zijn omgeving tot op het bot te verklaren. In het hoofd van Frank wordt de buitenwereld beleefd als een bedreigende en onbetrouwbare werkelijkheid waarin je nooit voldoende op je hoede kunt zijn.

Frank ziet Anne op het perron staan met een zware tas in haar hand en vraagt zich af waarom ze de tas niet op de grond zet. Na wat omzichtige bewegingen spreekt hij haar aan en biedt aan de tas van haar over te nemen. Het eerste zaadje van de toenadering is gezaaid. In de trein worden een paar woorden gewisseld maar blijft het contact tot een minimum beperkt. Ondertussen razen de gedachten – veel twijfels en verwachtingen – in Franks hoofd maar door.

Onderkoeld proza

Het voortdurende ongemak waarmee Christian Oster de lezer aan zich weet te binden, is de reden om door te blijven lezen. De dubieuze voorwendselen die Frank gebruikt om zich aan Anne op te dringen zorgen voor een beklemmende atmosfeer en voeden de verwachting dat hij afgewezen zal worden. Maar Frank heeft z’n zinnen gezet op deze vrouw, hij wil opgemerkt worden, hij wil haar liefde, en ja, hij wil ook seks. Dat hij een stugge volhouder is, maakt dat het onderkoelde proza eerder afkeer dan bijval oproept.

Het ongemakkelijke effect wordt extra benadrukt door het weglaten van interpunctie in de spaarzame dialogen. Net als Franks gedachten sijpelen die gesprekjes haast ongemerkt door en vormen samen een treurigstemmende weerslag van een obsessief persoon die op doortastende wijze zijn doel weet te bereiken. In tegenstelling tot wat de uitgever in de flaptekst beweert, wordt deze hoofdpersoon op geen enkel moment een ‘innemende antiheld’. Het is vooral plaatsvervangende schaamte die de overhand heeft bij het lezen van dit nogal liefdeloze verhaal.

Als dat de bedoeling van de schrijver is geweest, moet In de trein beoordeeld worden als een geslaagde novelle: de geforceerde wisselwerking tussen twee zoekende zielen is, hoe ongemakkelijk ook, doeltreffend weergegeven in dit uiterst verwarrende boekje.