Kunst / Expo binnenland

Bijna echt

recensie: Hyperrealisme – 50 jaar schilderkunst

Een precieze weergave van de werkelijkheid, dat is wat de hyperrealisten voor ogen staat. Maar kan dat eigenlijk wel, het exact naschilderen van de werkelijkheid? En is dat dan nog realiteit te noemen? De Kunsthal toont mooie plaatjes maar komt niet met antwoorden.

Roberto Bernardi, Confini Segreti (2013), Courtesy of Bernarducci.Meisel.Gallery, New York

En dat hoeft ook niet. De bezoeker van de tentoonstelling Hyperrealisme – 50 jaar schilderkunst krijgt een veelzijdig overzicht van de stroming voorgeschoteld, door de jaren heen. De schilderijen – gegroepeerd in drie generaties sinds de jaren 70 – roepen voldoende vragen op om uitvoerig geanalyseerd te worden. Met een wat filosofische gedachtenstroom tot gevolg.

Plaatjes naschilderen

Hyperrealisme is in Amerika ontstaan als reactie op de alom aanwezige abstracte en conceptuele kunst. Het simpelweg reproduceren van een bestaande situatie, vanaf een gecomponeerde foto het beeld op het schildersdoek overbrengen, was het doel van de kunstenaars. De zuiverheid van hun bedoeling lag voor een deel in ambachtelijkheid, maar is ook zeker een uiting van artistieke visie geweest. Het lijkt erop dat de betekenis van het ‘plaatjes naschilderen’ vele malen groter is geworden sinds de moderne fotografie en vooral de fotobewerking een vlucht heeft genomen. Wat is echt en wat is onecht, dat zijn de vragen die in deze tentoonstelling continue door het hoofd spoken. Niet als een op te lossen puzzel, maar als confrontatie met een vaag besef van bestaande werkelijkheid.

Ralph Goings, America’s Favourite (1989), Collection of Susan P. and Louis K. Meisel, New York

Het stilleven America’s Favourite van Ralph Goings uit 1989 is een fotografisch geschilderd ensemble dat zo terug te vinden is op de plakkerige tafel van een willekeurige diner. De weergave is subliem, de lichtval en stofuitdrukking zijn op een virtuoze wijze op het doek overgebracht. Goings heeft maandenlang gewerkt om dit beeld, dat hij eerst zorgvuldig heeft gecomponeerd en gefotografeerd, te reproduceren tot een iconische afbeelding. De flinke uitvergroting – kenmerkend voor het hyperrealisme ­– maakt de kijkervaring nog intenser. Anders dan in de fotografie, waar alleen de cameralens en het oog van de fotograaf voor afstand zorgt, is hier de hand van de kunstenaar in alle details aanwezig. Hoezeer elke kwaststreek ook is weggepoetst in de ondergrond, hij blijft zichtbaar in de algehele verbeelding. Juist de poging om (in een flink tijdsbestek) een ogenblik van de werkelijkheid na te bootsen, bewijst op hetzelfde moment het falen ervan.

Abstracter dan Mondriaan

Het is de ‘stolling’ van een fractie van een seconde, uitgesmeerd over enkele maanden werk, vastgelegd om jaren later door ons gezien te worden. De realiteit is hier niet hyper, ze is zelfs geheel verdwenen: gek genoeg zijn deze beelden stuk voor stuk abstracter dan de meest onbegrijpelijke doeken van Mondriaan. Alle beslissingen die de kunstenaar genomen heeft, zijn gericht op het in vorm weergeven van een realiteitsbesef. Om daar vervolgens zelf in te verdwijnen. Dat komt veel dichter bij abstracte en conceptuele kunst dan de vroege hyperrealisten gewenst zouden hebben.

Robert Bechtle, Alameda Chrysler (1981), Courtesy of Louis K. Meisel Gallery, New York

In 1981 schilderde Robert Bechtle het gigantische doek Alameda Chrysler. Een indringend tafereel, bijna niet van echt te onderscheiden.­ De precieze uitvoering van de kleding van de dame, de glanzende huid van de auto, alles lijkt perfect. Toch is, nog los van de stolling in de tijd, de werkelijkheid ook hier op afstand gehouden. Vrijwel alle hyperrealisten hebben moeite met het plaatsen van hun onderwerp in een omgeving. Dat is de reden waarom de meeste schilderijen een geïsoleerd stilleven bevatten of een sterk uitvergroot detail van een voorstelling: de achtergrond is daarbij te verwaarlozen. De begrenzingen van de belangrijkste onderdelen in de opbouw van verschillende lagen verraden de menselijke hand. De kunstenaar focust zich voornamelijk op zijn hoofdonderwerp, terwijl de beschouwer altijd de verbinding met de omgeving op zijn netvlies heeft.

Hyperrealisme – 50 jaar schilderkunst is een tentoonstelling die opvallend veel losmaakt bij de doordenkende kijker. Natuurlijk is er de virtuositeit van de kunstenaars, maar veel indringender is het bewustzijn van onze eigen waarneming. Hoe tijd en ruimte een confronterende uitwerking hebben op de beoordeling van deze veelzeggende kunstwerken.