Boeken / Non-fictie

Het vangen van veelzijdigheid

recensie: Dubravka Ugrešić (vert. Roel Schuyt) - Europa in sepia

Dubravka Ugrešić’ nieuwe bundel Europa in sepia gaat over Europa in de eenentwintigste eeuw en alles wat daarin anders is dan in haar jeugd. Ugrešić’ essays zijn bij vlagen briljant.

De laatste tijd heb ik de neiging om elk beeld van Centraal-Europa en de mensen die ik daar ontmoet met een automatische klik van een inwendige camera om te zetten in een foto. Meteen daarna wordt er een bewerkingsprogramma ingeschakeld: import – effects – sepia – done. Alsof mijn omgeving een beeldscherm is en mijn hand vastzit aan een schakelaar met drie standen: verleden, heden, toekomst. En de enige stand die werkt is het verleden, in sepia.

Zo begint het tweede, titulaire essay van Dubravka Ugrešić’ bundel Europa in sepia. Dit is de kleurstelling van de essays, de modus: sepia, nostalgie, vervreemding, met een licht wanhopige ondertoon. Welke relatie heeft het Europa anno nu – zeg, het Europa van de economische crisis – met dat van Ugrešić’ jeugd? Wat is dit continent waar wij door zwerven, of, beter nog, hoe bestaat dit continent?

Ugrešić, in voormalig Joegoslavië geboren, maar tijdens de nationalistische oorlogen – die haar oude vaderland verslonden en onherkenbaar herschikten tot een aantal deelrepublieken – eerst naar Berlijn en daarna naar Amsterdam gevlucht, is een bereisd schrijfster en intellectueel. In menig essay is ze op een vliegveld, op zoek naar een taxi in een vreemde stad, of anderszins onderweg. Nederland figureert slechts als dat ooit zo tolerante land waar die malle geblondeerde politicus wat roeptoetert.

Grafmonumenten van het vooruitgangsdenken

In de kern draait Europa in sepia om het verdwijnen van het oude Europa. Ugrešić is een post-Joegoslavische schrijver, die door de toevalligheden van haar biografie begin jaren negentig Kroatische werd, maar zich niet met dat land verbonden voelt. Ergens wil ze terug naar Joegoslavië, naar de jaren voordat oorlog de velden verscheurde – naar Tito en de Amerikaanse films die ze als kind in de bioscoop zag. Joegoslavië werd immers gezien als een soort bufferzone tussen de VS en de Sovjet-Unie. Maar dat is niet de enige reden van haar nostalgie.

Haar ongemak met de wereld is groter dan dat. In het essay ‘Manifest’ constateert Ugrešić dat iedereen in Europa moppert – niet alleen de mensen in het oosten, ook de mensen in het westen. De kracht van Europa in sepia zit hem niet alleen in scherpe constateringen, maar ook in Ugrešić’ dwingende proza. In ‘Manifest’ schrijft ze:

Ja, Europa ligt in puin… In heel Europa zie je industriële bouwvallen en verlaten fabrieksterreinen, het zijn de grafmonumenten van communistisch en kapitalistisch utopisme en vooruitgangsdenken; overal zie je schemerzones, bevolkt door slachtoffers, door ‘menselijk afval’, menselijke ratten, junks en alcoholisten, geestelijke en lichamelijke wrakken, kortom: door levende doden die hard op weg zijn om daadwerkelijk een einde aan hun leven te maken.

Europa ligt in puin… Cultuurpessimisme is vaak gemakkelijk: vroeger was alles beter, mooier en aangenamer en dat tijdperk komt niet meer terug. Einde verhaal. Het mooie in Ugrešić’ essays is nu juist dat de dingen nooit makkelijk, eenvoudig of eenduidig zijn. Ugrešić is begaan met de wereld, met haar medemens, met onze geschiedenissen en weet de veelzijdigheid van al die dingen in haar essays te vangen.

Gedreven door noodzaak

Roel Schuyt is al zo’n twintig jaar Ugrešić’ kundige en vaste vertaler – want hoewel zij al ongeveer net zo lang in Amsterdam woont, schrijft ze nog steeds in het Kroatisch. Dat maakt het laatste deel van Europa in sepia, dat ogenschijnlijk het meest persoonlijke is, ook zo sterk. Hierin gaat ze impliciet de dialoog aan met het onlangs verschenen Where I’m Reading From van de Brits-Amerikaanse auteur Tim Parks. Ugrešić doet dat vanuit het cultureel en linguïstiek verdeelde Europa, en vanuit een klein taalgebied. De essays in dit deel zijn fascinerend.

Hoewel de bundel als geheel net iets te lang is en daardoor zijn spanningsboog verliest, wordt dat ruimschoots gecompenseerd. De essays in Europa in sepia zijn gevarieerd in onderwerp, bedachtzaam geschreven, bij vlagen briljant, gedreven door een innerlijke noodzaak. Ugrešić bereikt wat in alle goede literatuur zou moeten gebeuren: ze roept vragen en patstellingen op, toont problemen in al hun complexiteit, doet aanzetten tot antwoorden, maar laat het sluiten van die vragen uiteindelijk over aan anderen.