Boeken / Non-fictie

Geïmproviseerd Europa

recensie: Luuk van Middelaar - De nieuwe politiek van Europa

In zijn nieuwe boek werpt de Leidse hoogleraar Luuk van Middelaar nieuw licht op Europa. Een informatief, soms smeuïg boek.

De nieuwe politiek van Europa is een vervolg op De passage naar Europa (2009). In dat boek schreef Van Middelaar (1973) over het belang van de Raad, het gremium waar de Europese staats- en regeringshoofden bijeenkomen. In zijn nieuwe boek borduurt hij voort op die lijn van denken. Van Middelaar was van 2010 tot 2015 speechschrijver van Europese Raad-voorzitter Herman van Rompuy. Mede door zijn jaren in het hart van de Brusselse besluitvorming lijkt Van Middelaar nog meer dan tevoren overtuigd van de centrale plaats die Rutte, Merkel en hun collega’s innemen in de Europese besluitvorming.

Hybride karakter

De nieuwe politiek van Europa heeft een hybride karakter: deels memoires, deels een verdediging van de EU, deels politiek-wetenschappelijk vertoog. Centraal staat de these dat de EU in de voorbije zeven crisisjaren zich ontwikkeld heeft van een organisatie gericht op regelpolitiek naar een die zich in toenemende mate bezighoudt met gebeurtenissenpolitiek. Van de lengte van komkommers en de breedte van wasmachines naar Griekse bail-outs en migrantenstromen. Met andere woorden, van depolitisering naar politisering. Die overgang heeft zich niet geruisloos voltrokken en had dat, volgens Van Middelaar, ook niet kunnen doen. Waar regelpolitiek uitgaat van getallen en wetten, drijft gebeurtenissenpolitiek op improvisatie.

Improvisatie

En geïmproviseerd is er. Sinds 2010: de terugkerende Griekse financiële nood, de mogelijke besmetting van Italië waardoor Berlusconi het veld moest ruimen, de migratiecrisis en, meest recent, het Brexit-referendum en de verkiezing van Donald Trump in de VS. Elk van deze momenten veranderde het Europese speelveld en stelde eisen aan de Unie die binnen bestaande kaders en gedragspatronen niet ingewilligd konden worden: droge, uitgesponnen discussies mogen een goed middel zijn verschillende nationale wetgevingen naar elkaar toe te laten bewegen, dergelijke gesprekken kunnen de komst van honderdduizenden vluchtelingen naar Europa niet doen stoppen.

De charme van De nieuwe politiek van Europa is het inkijkje dat Van Middelaar geeft in de werking van de Brusselse instituten. ‘Essentieel voor het welslagen van de bijeenkomsten is clubgevoel,’ schrijft hij bijvoorbeeld over de Europese raad. ‘Ook nieuwkomers, sommigen onwennig, doen mee met het “Angela”, “Emmanuel”, “Theresa”, “Mark”, “Charles” en “Jean-Claude”. Aan de tafel – jarenlang ovaal en sinds kort rond – hebben allen een vaste plaats’. Op zulke momenten is Van Middelaar tongue-in-cheek, haast een beetje ondeugend: kijk, ik was erbij! Het maakt van De nieuwe politiek van Europa een smeuïg boek.

Leesbaarheid

Op andere momenten is het boek droger, en misschien ook informatiever. De Europese Unie is ingewikkeld: niet transparantie, maar leesbaarheid is gevraagd vindt Van Middelaar. Zijn boek levert daar een bijdrage aan. Soms is de balans tussen de anekdotische en de analytische elementen wat zoek, maar over het algemeen is De nieuwe politiek van Europa een leesbare en overtuigende duiding van de EU’s jongste geschiedenis.