Film / Films

Popcorn en verstand op nul

recensie: Man of Steel

Zack Snyder doet in de nieuwste Superman-film Man of Steel waar hij goed in is: veel visueel spektakel gemarineerd in een overdosis explosies. Het plot blijft een ondergeschoven kindje.

~

De laatste Superman-film dateerde alweer van 2006, dus moet Warner Bros hebben gedacht dat het hoog tijd was voor een remake. Bovendien is 2013 de 75e verjaardag van Superman. Afgaande op de trailers die de film vergezellen, zijn apocalyptische films waarin aliens/monsters/machines de aarde verwoesten het deze zomer helemaal. Een trend waar Man of Steel vrolijk aan meedoet.

Turbo-genesis

Snyder, vooral bekend van 300 propt de genesis van Superman/Kal-el (Henry Cavill) in het eerste uurtje van het verhaal. Man of Steel trapt af met het indrukwekkend tot leven brengen van Krypton, Supermans thuisplaneet die op het punt van ontploffen staat. Zijn vader, Jor-El (Russell Crowe), is de meest vooraanstaande wetenschapper van de planeet die voortdurend overhoop ligt met Zodd (Michael Shannon), de belangrijkste militaire leider. Jor-El probeert het voortbestaan van de soort te garanderen door zoveel mogelijk gegevens over hun DNA op te slaan in de cellen van zijn pasgeboren zoon, die hij vervolgens in een ruimteschip naar de aarde stuurt. Terwijl Krypton in vlammen opgaat vermoordt Zodd Jor-El en bezweert hij Lara, Jor-Els vrouw, Kal-El te zullen doden.

Kal-El wordt als Clark geadopteerd door Martha (Diane Lane) en Jonathan Kent (Kevin Costner), die we vooral in flashbacks zien. Jonathan verzoekt Kal-El dringend zijn krachten, zo kan hij vliegen en bezit hij bovenmenselijke spierkracht, geheim te houden. De mensheid zal hem zo namelijk niet accepteren. Wanneer Zodd in een tripod-achtige constructie die we nog kennen uit War of the Worlds naar de aarde komt, is dat echter niet langer een optie. Tussendoor duikt nog ergens een volstrekt overbodige Loïs Lane (Amy Adams) op om Superman van een love interest te voorzien.

Waar Smallville er tien seizoenen voor nodig had om Superman te laten vliegen, bereikt Man of Steel dat binnen een half uurtje. Dat toont het grote hiaat in de film: Snyder verkiest apocalyptisch geweld boven een solide ontstaansgeschiedenis. Een groot deel van de filmtijd gaat op aan choreografisch prachtige gevechtsscènes tussen Superman en team Zodd, waarvan de afloop van tevoren vaststaat. Daarbij maken ze vooral veel stuk. Aan het eind van de film staat er geen gebouw meer overeind en ook voor de inkomsten van de taxichauffeurs ziet het er slecht uit.

Kaas

~

Aan de acteurs ligt het niet. Costner levert zijn ‘with great power comes great responsibility‘-achtige speeches af met een gepijnigd gezicht. De relatief onbekende Cavill is alles wat van Superman verwacht mag worden: knap, donker en spijkerhard afgetraind, hoewel het lichtblauw met rode pak hem alsnog iets weet te ontmannelijken. Meerdere bijrol-acteurs, waaronder Adams, hebben moeite hun personages karakter mee te geven. Maar dat komt vooral omdat karakterontwikkeling nog minder aandacht krijgt dan plot.

Deze film zit voller met gaten dan een Emmentaler kaas. Waar komt Clark en Loïs’ liefde opeens vandaan? Waarom is de bevolking Superman zo dankbaar voor het verslaan van de aliens die hier alleen maar vanwege hem zijn? Hoe komt Clark opeens een Kryptoniaans ruimteschip op aarde tegen als Fort of Solitude en waarom heeft niemand eerder het enorme gevaarte ooit ontdekt? Er rest slechts één antwoord: popcorn op schoot, verstand op nul en je laten overdonderen.