Film / Films

Cousteau-achtige avonturierkitsch

recensie: The Life Aquatic with Steve Zissou

Oceaanfilmer Steve Zissou heeft het gehad met de wereld. Zijn vrouw bedriegt hem, niemand komt meer kijken naar zijn diepzeedocumentaires en zijn beste vriend is opgegeten door een haai. Met zijn internationale bemanning van uitgerangeerde zeebonken en TU-stagaires organiseert de onuitstaanbare Zissou een laatste, tot mislukken gedoemde reis. Op jacht naar de jaguarhaai en zijn vriend.

~

Na Bottle Rocket, Rushmore en The Royal Tenenbaums is The Life Aquatic de vierde film van Wes Anderson. Anderson maakt werk dat misschien het beste samen te vatten valt als cinematografisch hoogstaande ensemblefilms; films waarin Anderson telkens op lichtvoetige wijze kleinmenselijke drama’s uitbeeldt. The Life Aquatic is daarop geen uitzondering. Maar meer nog dan de voorgaande films blinkt Aquatic uit in dramatisch reliëf. Alle facetten van menselijke relaties worden onder de loep genomen. Hoewel er in de film een hoop goed komt, gaat er ook veel onherstelbaar fout. De misère aan boord van Zissou’s schip Belafonte brengt oude vijanden samen, maar drijft oude vrienden uiteen. Bemanningslid van het eerste uur Klaus Daimler (Willem Dafoe on fire) kan Zissou’s zwak voor diens verloren zoon en nieuw crewlid Ned Plimpton (Owen Wilson) met moeite verkroppen. Zo bezwijkt de expeditie meerdere malen bijna onder de druk van Zissou’s monomane Ahab-imitatie.

Matrozenpakjes

~

The Life Aquatic is in alles Andersons meest ambitieuze en meest geslaagde project te noemen. De personages hebben een volwassenheid en diepte die de regisseur tot nu toe niet heeft bereikt. Bill Murray is als de onvolwassen hasbeen Steve Zissou een psychologische uitdieping te noemen van het personage van Gene Hackman in The Royal Tenenbaums, zoals dat weer een uitvergroting te noemen was van Murrays rol in Rushmore. En de typische Anderson-lulligheid, waar zijn werk grotendeels de charme aan ontleent, heeft in The Life Aquatic een nieuwe standaard gekregen. De matrozenpakjes, de elektrodeuntjes, de stop motion-diepzeevissen: het is een kneuterigheid die wordt opgeroepen door een opzettelijke ambivalentie tussen ambachtelijkheid en amateurisme.

Doorgezaagd

Ook het setdesign is van een, voor Anderson, ongekende omvang en complexiteit. Het filmen van de Belafonte zorgde bijvoorbeeld in de Cinecitta-studios voor veel problemen. Van het schip zijn twee versies in gebruik: de één werd gebruikt voor de opnames op zee. De ander is in tweeën gezaagd en in een loods gezet. Anderson kon op die manier de dwarsdoorsnede van het schip filmen, als een illustratie uit een instructieboekje. Maar om de hele boot in één frame te krijgen moest er een speciale hightech-lens geregeld worden, en dan moest de camera nog praktisch tegen de tegenoverliggende muur opgesteld worden.

Geweldige vondst

The Life Aquatic is de perfecte mengeling van Andersons lievelingsthema van de man in zijn strijd tegen de realiteit, de snelkookpan die de Belafonte is voor Zissou’s uitschotbemanning en de mogelijkheden die de Cousteau-achtige avonturierkitsch bieden. Een geweldige vondst: anders is The Life Aquatic niet samen te vatten.