Film / Films

Gevangenisclichés

recensie: Undisputed en Animal Factory

Gevangenisfilms blijven altijd maar gemaakt worden. Meestal pakt dat slecht uit, want de clichés die het gegeven van ruige mannen in isolatie met zich mee brengt, zijn nu eenmaal moeilijk te omzeilen. Doorgaans is het geweld, verraad, relletjes in de eetzaal, eenzame opsluiting, verkrachting, drugs en corrupte cipiers wat de klok slaat in dit dubieuze genre. In beide recente gevangenisfilms, die hier de bioscoop niet haalden en zojuist op video verschenen, vind je deze uitgeputte elementen dan ook terug, maar Walter Hill, de ongekroonde koning van ongeneneerd botte mannenfilms, brengt het er een stuk beter vanaf dan topacteur Steve Buscemi.

Undisputed

~

Undisputed biedt anderhalf uur prima, pretentieloos vermaak over twee boksende negers die elkaar te lijf gaan als ze in dezelfde gevangenis geplaatst worden. Het slaat natuurlijk nergens op, door de mafia gesponsorde bokswedstrijden binnen een zogenaamde maximum security gevangenis, maar dat mag de pret niet drukken.
Wesley Snipes, een videoacteur die af en toe een uitstekende rol speelt en soms een gigantisch Hollywood-succes heeft met films als Blade en het vervolg daarop, speelt de good guy: een bokser die opgesloten is omdat hij de vrijer van zijn echtgenote dood heeft gebeukt. Hij zit al tien jaar in de nor en is de undisputed kampioen van de bokswedstrijden die daar georganiseerd worden. Totdat Ving Rhames opduikt.

Ving Rhames speelt een nog ruigere kerel die wellicht ten onrechte voor een verkrachting achter slot en grendel is gezet. Rhames is een soort opgeblazen Mike Tyson, een bijzonder opgefokt figuur die naar hartelust relletjes veroorzaakt, vragen met klappen beantwoordt en Snipes natuurlijk meteen uitdaagt en een ram voor zijn hoofd verkoopt. Er wordt een duel tussen de twee georganiseerd door een bejaarde boksfanaat/maffioso, een vermakelijk vuilbekkende Peter Falk (inspecteur Columbo!).

~

Wie meer plot nodig heeft dan dit om te kunnen genieten van twee spierbundels die elkaar het leven zuur maken, en wie zich stoort aan onlogische verwikkelingen, kan deze film maar beter niet huren. Walter Hill produceerde vroeger veel betere films (Tresspass, The Warriors, Aliens), maar als er vandaag de dag een stevige bajesfilm gemaakt moet worden, dan kan dat maar beter door Hill gebeuren, want die weet wel hoe je een onderhoudende rechttoe-rechtaan spierballenfilm in elkaar draait.

Animal Factory

Steve Buscemi debuteerde als regisseur met de uitstekende komedie Trees Lounge. Zijn tweede film is een verfilming van het boek The Animal Factory van Edward Bunker, de ex-crimineel die Mr. Blue in Reservoir Dogs speelde. Buscemi´s regietalent wordt ditmaal nergens geëtaleerd in dit humorloze drama, niet in de manier waarop hij zijn verhaal vertelt, en al helemaal niet in de manier waarop de acteurs samen spelen.

~

Een met zijn kale schedel akelig ogende Willem Dafoe komt nog het beste uit de verf in een rol van harde maar meelijwekkende bajesveteraan die liefdesgevoelens koestert (“als het me om neuken ging, was dat al lang gebeurd”, sneert hij) voor nieuwkomer Edward Furlong. Hij acteert uitstekend, maar toch wekken zijn personage en het thema van de film, zijn relatie met Furlong, weinig sympathie, inlevingsvermogen of interesse op bij de kijker. Zodat het gehele verloop van het verhaal nogal aan de oppervlakte blijft en uiteindelijk nauwelijks indruk maakt.

Er gebeurt namelijk niet zoveel in deze film, behalve een brave uitvoering van genoemde gevangenisclichés: verkrachtingen of pogingen daartoe, een paar steekpartijen, onovertuigend bajes-slang (in welke tijd speelt de film eigenlijk?), eenzame opsluiting, manipulatie van personeel, vooringenomen rechters, enzovoorts. Kortom: niet slecht, maar we hebben het allemaal al eens eerder gezien.
De rolbezetting, naast de prima hoofdrollen van Dafoe en Furlong, is soms wel verrassend: een totaal onherkenbare Mickey Rourke duikt op als zachtmoedige drag queen, en Tom Arnold is even te zien als opgefokte verkrachter in spé. Buscemi heeft zichzelf een plichtmatig minirolletje toebedeeld. Het slot van de film is wel weer mooi, maar dan is het al te laat om de kijker bij het verhaal te betrekken. Zodat Buscemi niet meer aflevert dan een nauwelijks bovengemiddelde toevoeging aan een eindeloze reeks binnen een versleten genre.