Film / Films

Experimentele film mist speldenprikjes

recensie: Bubble

Met Bubble komt Steven Soderbergh met een film die op meerdere manieren dwars tegen de regels van de filmindustrie ingaat. Een klein budget, geen George Clooneys of Julia Roberts in de hoofdrol (helemaal geen acteurs trouwens) en een uiterst eenvoudig verhaal dat de klassieke filmregels tart. Hij waagde het zelfs om – vloeken in de Hollywoodkerk! – de film tegelijkertijd aan te bieden in de bioscoop en via Pay-TV. Controverse, altijd leuk. Maar veel meer heeft Bubble niet om het lijf.

‘White trailer park trash’ heeft de afgelopen jaren in de media een interessante ontwikkeling doorgemaakt. Bij Jerry Springer was het een bijna buitenaardse en vooral schreeuwende menssoort. In de muziek van Eminem en de film 8 Mile was het trailerpark een plek waaraan je kan en moet ontvluchten, als een ultieme belichaming van de American Dream. Nu lijken we er opeens zoveel van te weten dat het tijd werd voor een mockumentary, Trailerpark Boys, momenteel te zien bij MTV. Ex-gevangenen en freaks wonen in een trailerpark en houden vooral van geweren en drugs. Zoiets.

Normale mensen

~

Soderbergh (Erin Brockovich, Ocean’s Eleven) voegt met Bubble weer een geheel nieuwe dimensie toe: de mensen in de achterstandswijken in de Verenigde Staten zijn normale mensen. Die wanhopig het hoofd boven water proberen te houden. En nooit zullen ontsnappen aan de omgeving waar ze inzitten. En een aantal van hen vindt dat – stiekem – wel een geruststellend idee, geen verandering.

Martha (Debbie Doebereiner), bijvoorbeeld, praat wel over stranden op Aruba, maar tegelijkertijd zegt ze haar bonus van 50 dollar goed te kunnen gebruiken voor openstaande rekeningen. Als er opeens een nieuw meisje wordt aangenomen in de poppenfabriek waar ze werkt, bekijkt ze dat argwanend. Vooral als Rose (Misty Dawn Wilkins) aankondigt dat haar toekomst toch echt niet ligt in het airbrushen en Martha’s beste vriend Kyle (Dustin James Ashley) nogal van haar onder de indruk is. Verandering. Eng.

Documentaire

~

Soderbergh – die ook het camerawerk en de montage voor zijn rekening nam – schept een realistisch beeld van white trash. Daarvoor haalde hij om te beginnen zijn hoofdrolspelers letterlijk van de straat. Zo plukte hij Debbie Doebereiner achter de counter van Kentucky Fried Chicken vandaan. Ook de anderen zijn inwoners van de omgeving waarin de film is opgenomen, op de grens van West-Virginia en Ohio. Acteren gebeurt niet. Het meeste van de dialoog is geïmproviseerd, waarbij de hoofdpersonen mochten putten uit hun eigen leven. De sets zijn hun echte huizen. Schrootjes aan de muur, leren fauteuils met een plaid erover, spiegelmuren om de trailer groter te laten lijken. Te werkelijk en tegelijkertijd te cliché om te zijn verzonnen. Daarbij is alles opgenomen op High Definition-video. Bubble had een documentaire kunnen zijn, als een van de hoofdpersonen niet vermoord zou worden.

Dit wordt afgewisseld met bijna abstracte beelden uit de filmfabriek. Shots van poppenhoofden, opgestapelde poppenlijven, losse armen en benen. Machines persen met lucht glazen ogen in het hoofd: het hoofd zwelt en plopt weer terug in de normale vorm. Monsterlijke vormen worden menselijk. Het voelt bijna als een symfonie. Het bolle gezicht van Martha, dat ook vaak in close-up wordt gezien met klonterige mascara op de wimpers, past in deze serie identieke gezichten. Wat wil dat zeggen? Zijn de mensen die je ziet ook lege hulzen? Veel informatie krijg je immers niet over ze. Is het een hint dat er tallozen gelijk zijn aan hen?

Paniek

~

Het is juist voor die mensen, mensen die niet naast een arthousebioscoop wonen, dat Soderbergh koos voor een gelijktijdige release in de bioscoop en op dvd en Pay-TV. Maar hij had een belangrijker reden: hij wilde aantonen dat de industrie op dit moment verouderd is en niet meegaat op de ontwikkelingen op mediagebied. De dvd-verkoop overstijgt tegenwoordig het bioscoopbezoek en een gelijktijdige release laat mensen zelf bepalen hoe ze de film willen zien. Bioscoopeigenaren zagen in het plan echter de doodsteek voor hun bioscopen en een flink aantal weigerde Bubble te draaien. Paniek om niets, bleek achteraf, want de totale opbrengst bleef – ondanks alle free publicity – te klein om echt conclusies te kunnen trekken.

Soderberghs andere doel was te laten zien dat doodgewone mensen, zonder groots meeslepend verhaal, wél interessant zijn om te zien in een film. Net als in het begin van zijn carrière (sex, lies, and videotape) maakte hij weer een lowbudgetfilm, dit keer omdat hij alleen op deze manier zijn punt kan maken. Dat heeft iets charmants. Maar levert het een prachtige film op? Nee, niet voor mij. Het verhaal stelt te weinig voor, en de mensen wisten mijn aandacht niet vast te houden. Ik miste de dingen waardoor je van een personage gaat houden, de kleine speldenprikjes in de details. Blijkbaar wil ik toch gewoon een mooi verhaal. Of ik wil wél bijzondere mensen in de bioscoop (of op dvd) zien. Of – het liefst eigenlijk – ‘normale’, maar door de regisseur zorgvuldig gecreëerde mensen.