Film / Films
recensie: Oliver Twist

Kennen we niet allemaal het verhaal van Oliver Twist, Charles Dickens’ weesjongetje dat na een leven vol afwijzing, honger en zakkenrollerij uit de onderwereld van Londen wordt geplukt en zijn verdiende geluk vindt? Ja, dat komt ons bekend voor, evenals de laatste verfilming van Dickens’ verhaal: Oliver Twist van regisseur Roman Polanski. Voor wie de klassieker Oliver! heeft gezien zijn de gelijkenissen met deze musical (Carol Reed, 1968) zo treffend, dat een vergelijking vrijwel onvermijdelijk is.

~

Had Polanski zijn decor en acteurs nou niet zo gespiegeld aan die van Oliver!, (zowel Oliver, gespeeld door Barney Clark, als Fagin, gespeeld door Ben Kingsly, lijken gecast naar hun voorgangers in de musical), dan had hij zich zijn versie nog kunnen toe-eigenen. Maar nu komt zijn film over als een exacte kopie, echter zonder feelgood-happy ending en – misschien nog teleurstellender – zonder de liedjes: meer dan eens verwacht je, Oliver! gezien hebbende, dat de personages plotseling hun ruggen rechten om een synchrone dans aan te vangen, of zwaaiend aan decorstukken in meerstemmig gezang uitbarsten.

Plat

Dit is wellicht het moment om de zwakte van Polanski’s film aan te stippen. De liedjes in Oliver! weten verlichting te brengen daar waar het kinderleed te zwaar wordt (Food, Glorious Food), en diepgang te brengen daar waar het verhaal er om vraagt. Nu maakte Polanski natuurlijk geen musical, maar zijn verfilming blijft plat. Neem als voorbeeld de gebeurtenissen rondom de karakters Nancy en Bill Sykes. In Polanski’s versie blijft de essentie van hun relatie obscuur, waardoor het niet te begrijpen is waarom Nancy de schurk Sykes tot aan haar dood trouw blijft. Maar als zij in Oliver! het nummer As Long As He Needs Me zingt, krijgen we een idee van haar verscheurde karakter, en haar beweegredenen om bij hem te blijven.

Essentie ontbreekt

~

Polanski heeft overigens wel meer onderbelicht, of zelfs weggelaten. Een essentiEe verhaallijn ontbreekt: hij heeft Oliver totaal ‘wortelloos’ gelaten. Terwijl Dickens, als het verhaal op zijn einde loopt, de geschiedenis van Olivers ouders onthult en deze nota bene koppelt aan de man die zich uiteindelijk over Oliver ontfermt – de rijke Mr. Brownlow, die een goede vriend van Olivers eveneens rijke vader geweest blijkt te zijngeweest. Naar mijn idee heeft Polanski hier het cruciale plot verzwegen. Misschien mag voorzichtig geopperd worden dat Polanski Oliver dichter bij zichzelf heeft willen houden (hij werd in de Tweede Wereldoorlog als joods jongetje van zijn ouders gescheiden), of dat hij deze ontknoping te achterhaald en wellicht elitair heeft gevonden (de jongen krijgt wat hij verdient vanwege zijn afkomst, niet vanwege zijn goede hart) – maar het is een raadsel waarom hij Mr. Brownlow dan laat zeggen: “There’s something in him, it touches my heart. I can’t explain it“. In het boek wordt deze uitspraak volkomen begrijpelijk, wanneer blijkt dat een schilderij van Olivers moeder jarenlang bij Mr. Brownlow aan de muur heeft gehangen.

Kortom: voor wie het boek niet gelezen heeft en de voorgangers niet gezien heeft, is Polanski’s Oliver Twist een vermakelijke, ietwat donkere kinderfilm. Maar na een vergelijking met de voorgaande meesterwerken moet Polanski het toch echt afleggen. Tot slot nog een klein woord van affectie over Barney Clark, die Oliver speelt. Hij ontroert zowel in de film als daarbuiten: in de enige extra op deze uitgave (een featurette van vijf minuten) leest hij voor uit zijn dagboek, en vertelt hij over zijn ervaringen op de set. Even was Mark Lester (de Oliver uit 1968) vergeten.