Film / Films

En het komt nooit meer terug

recensie: La Vie Moderne

Raymond Depardon maakte met La vie moderne een vertederend portret van het boerenleven in een leeglopend Frans bergdorpje. Oprecht geïnteresseerd toont hij hoe de bewoners zich staande houden terwijl ze ingehaald worden door de tijd.

~

We hebben heimwee. Heimwee naar een authentiek leven dat wij weliswaar nooit geleid hebben, maar dat ergens in het verleden bestaan moet hebben. Terwijl China oprukt en de wereld steeds kleiner wordt zien we met lede ogen aan hoe onze cultuur in rap tempo erodeert. Ondertussen vragen we ons af wie we nu eigenlijk zijn, kopen we ons suf aan spirituele magazines en voelen we een collectieve vertedering bij Boer zoekt vrouw. La vie moderne speelt daarop in, getuige de enorme belangstelling op internationale festivals. De film begint met een vooruitrijdende camera op een landweggetje in de Cevennen en eindigt op dezelfde manier, achteruitrijdend door een verlaten, winderig heuvellandschap. Het dorpje dat centraal staat in Depardons documentaire ligt in totale afzondering, achter bossige bergen en wuivende velden. Een andere wereld, ver weg van het drukke stadsleven, de altijd trillende telefoon en maatschappelijke druk. Authentiek. Overzichtelijk.

Stugge vertellers

~

In het derde en laatste deel van zijn plattelandstrilogie bezoekt Raymond Depardon de weinige mensen die het dorp (nog) niet verlaten hebben. Het is de laatste generatie die nog voeling heeft met het land. Het zijn stugge vertellers met doelmatige antwoorden. Er zijn problemen met het vee: ziekte, dood of de al dan niet gedwongen verkoop ervan. En de bewoners worden geteisterd door ouderdom, eenzaamheid, de groeiende generatiekloof en gebrekkige inkomsten. Het versterkt het gevoel dat we getuige zijn van iets dat onherroepelijk verdwijnt. Wat opvalt is de interviewtechniek van de regisseur. Tijdens de gesprekken vallen regelmatig flinke stiltes, maar waar een ander deze zou opvullen met een vervolgvraag, laat Depardon de camera geduldig draaien. Op een oude tractor, tussen het wuivende gras, confronteert hij een veertigjarige boerenzoon met diens bekentenis dat hij eigenlijk helemaal geen boer wil zijn. Het resultaat is een serie grimassen en gedraai met zijn vierkante kaak, als een kind dat het antwoord op een rekensom niet weet. Hij is niet gewend aan de zingevingsvragen die wij onszelf dagelijks stellen. Als hij, na weer een lange stilte, uiteindelijk door de regisseur bedankt wordt draait hij het sleuteltje snel om en schiet hij er vandoor. Opgelucht.

Eerlijkheid

~

La vie moderne wordt gekenmerkt door de eerlijkheid die we ook in Het is een schone dag geweest (1993, Jos de Putter) en Paul dans sa vie (2005, Rémi Mauger) zagen, met het verschil dat Depardon de lachers ook op zijn hand heeft. Op kunstige wijze weet hij de dorpelingen hilarische uitspraken te ontlokken. Zo zijn er de twee hoogbejaarde maar vrijgezelle broers, die nadrukkelijk te kennen geven dat ze niet blij zijn dat hun eveneens volwassen neef via een contactadvertentie een vrouw aan de haak heeft geslagen. ‘Ze loopt me de hele dag te commanderen. Niemand hoeft mij te vertellen wat ik moet doen!’

Soms ontstaat de indruk dat Depardon het wel erg gemakkelijk gehad heeft. Immers: hij hoefde alleen de camera te laten draaien en dan kwamen de gekke, lompe of ontroerende woorden vanzelf. Dat is niet helemaal terecht. De regisseur – tevens fotograaf – haakt met zijn thematiek misschien makkelijk in op de in de samenleving aanwezige behoefte aan authenticiteit, maar ontstijgt de gangbare plattelandsromantiek. Tegelijk brengt hij het soms tragische boerenleven zo in beeld dat je er wel verliefd op moet worden. Het taaie, ruwe bestaan vormt een parelachtig contrast met het pure, idyllische landschap.