Film / Films

Onschuldige hebzucht

recensie: Dennis P.

Op 4 augustus 2001 verlaat Dennis P. zijn werkgever Gassan Diamonds met in zijn handen een magnetrondoos vol diamanten. Minstens 20 miljoen rijker vlucht hij naar Mexico. De buit wordt verborgen in een kunstwerk langs de snelweg bij Almere. Het is de grootste diamantroof uit de Nederlandse geschiedenis.

In 2002 schreven twee journalisten het boek Aan de haal, waaruit bleek dat Dennis P. de roof pleegde uit liefde voor een meisje uit een seksclub. Regisseur Pieter Kuijpers zal het verhaal uit het boek heus wel wat hebben aangedikt, maar de basis voor de film Dennis P. blijft hetzelfde: dikke man pleegt een miljoenenroof om de liefde van zijn leven te kunnen kopen – maar het blijkt dat liefde niet zomaar te koop is.

~

Kuijpers liet met Van God Los en Off Screen al eerder zien dat hij graag films maakt op basis van actualiteiten. Maar waar deze films in de categorie serieus drama vallen, moet Dennis P. een tragikomedie zijn. Dat is een moeilijk genre. Voor wie niet weet dat het echt gebeurd is, lijkt het alsof scenarioschrijver Paul Jan Nelissen flink is geflipt en zijn hersenspinsels de vrije loop liet gaan, om het geheel ten slotte te overgieten met een moralistisch sausje. Het probleem met het verhaal van Dennis P. is, kortom, dat de waarheid soms zo verdomd ongeloofwaardig is. De makers schijnen bovendien gedacht te hebben dat een opzienbarend verhaal automatisch komedie oplevert, en dat is een vergissing.

Ontroerende dikzak

Dennis P. heeft in het verleden wat geldproblemen gehad, waardoor hij moet leven van wat zijn schuldeisers voor hem overlaten. Hij woont bij zijn volkse ouders (John Leddy en Willeke van Ammelrooij) in een armoedig huis, maar dat belet hem niet om te dromen van de grootste zaken waarvoor hij in de wieg is gelegd. Wanneer hij verliefd wordt op de prostituee Tiffany en een diamantje jat van zijn werkgever om haar mee uit te kunnen nemen, is het hek van de dam. Dennis P. is het soort man dat een enorme lening afsluit en het geld dezelfde dag verpatst aan een dure auto en luxe restaurants. Hij meent dat niets je in de weg moet staan om je dromen te volgen. Het is verbazingwekkend te zien dat hij echt zo naïef is om te verwachten dat hij met de opbrengst van de diamantroof voor eeuwig uit de problemen is. De combinatie van boerenslimheid en onschuldige hebzucht brengt hem echter ver, maar niet ver genoeg.

~

Edo Brunner is goed gecast. Met zijn dikke lijf en zijn bezwete hoofd, zijn joviale gebaren en zijn kinderlijke gezichtsuitdrukkingen overtuigt hij vanaf de eerste scène. Hij weet van Dennis P. een ontroerende, tragische figuur te maken. Ook Nadja Hüpscher is uitstekend als de minstens zo naïeve, maar toch geraffineerde Tiffany. Haar casting roept wel de vraag op waarom Hüpscher toch altijd van die hysterische kindvrouwtjes speelt. Een beetje afwisseling in haar rolkeuze zou geen kwaad kunnen.

Niet grappig

Het verhaal is eerder tragisch dan komisch. De scènes die echt komisch bedoeld zijn, mislukken. Wanneer de directeur van het diamanthuis (Edwin de Vries) Dennis vraagt een oogje in het zeil te houden omdat hij vermoedt dat er gestolen wordt binnen het bedrijf, kijken de acteurs alsof ze na elke zin een lachband op de achtergrond horen.

De dramatische scènes daarentegen zijn ontroerend, wat behalve door het sterke acteerwerk ook door de interessante soundtrack komt. Een smetje op het blazoen is de tenenkrommende voice-over die de dramatische slotscène verpest. Dennis P. is verder degelijk gemaakt en mooi gefilmd. Het is hooguit onduidelijk welk publiek de film precies moet trekken. Dat komt door de keuze om Dennis P. in de markt te zetten als een romantische komedie, terwijl de film dat niet is. De realiteit is nu eenmaal zelden ‘een komisch liefdesverhaal’.