Film / Films

Op weg naar nergens

recensie: The Traveller Girl (Pavee Lackeen)

Het Ierse The Traveller Girl (2005) is een portret van een arm zigeneurgezin dat langs een industrieterrein in een woonwagen woont. We zien het simpele bestaan van het gezin door de ogen van een van de dochters. Debuterend regisseur Perry Ogden schippert tussen documentaire en fictiefilm, zonder dat het resultaat echt uit de verf komt.

simpele bestaan van het gezin door de ogen van een van de dochters. Debuterend regisseur Perry Ogden schippert tussen documentaire en fictiefilm, zonder dat het resultaat echt uit de verf komt.

~

Wat verwacht je van een film en wat van een documentaire? Hoewel een verhaal in beide een rol speelt, is dit element vooral bij een fictiefilm van belang om de kijker geboeid te houden. Omdat documentaires de werkelijkheid als bron hebben, zijn narratieve elementen moeilijker op te leggen. In portretten van een echt persoon hoopt elke documentairemaker dat de gebeurtenissen zorgen voor spanning en een spontaan verhaal.

Verarmd landschap

Complexer wordt het als beide stijlen vermengd worden tot een geheel, zoals in The Traveller Girl. De film maakt gebruik van niet-professionele acteurs die zichzelf spelen, maar is gebaseerd op een script en is soms overduidelijk in scène gezet. Het verhaal gaat over de Ierse Travellers, een soort zigeuners, ook al verschillen ze van de Roma omdat ze oorspronkelijk uit Ierland afkomstig zijn.

De film volgt vooral de 10-jarige Winnie, een van de vele dochters van de arme Travellers-familie Maughan. Het gegeven van een kind als protagonist in een verarmd landschap heeft al een lange geschiedenis in de cinema — van het naoorlogse Italië in De Sica’s Ladri di biciclette (1948) tot latere Europese sociaal-realistische films als Kes (1970) en La promesse (1996). The Traveller Girl valt binnen deze traditie, waarin vanuit het perspectief van een kind met een onzekere toekomst gekeken wordt naar een harde werkelijkheid.

Kaal portret

~

Tegelijkertijd blijkt uit de bijna journalistieke stijl van portretteren dat regisseur Perry Ogden een fotograaf is. De film lijdt echter niet aan te gemaakte esthetische composities die het verval en de armoe mooi maken. Ook wordt de rauwheid niet gecombineerd met het fantasierijke en surreële, zoals in films als Gummo en Ratcatcher. De denkbeeldige idylle die vaak gebruikt wordt om Ierland als ‘Emerald Isle’ te verkopen, is in de film altijd ver weg.

Soms voelt dit wel aan als een manco, want wat overblijft is een kaal en droog portret van het leven van de Ierse Travellers, zonder veel afwisseling. Ogdens script heeft geen echte ontwikkeling en je zou stilstand als het voornaamste onderwerp kunnen zien. Het is ironisch dat de Travellers in de film zo gebonden zijn aan een plek en niet erop uit trekken, zoals je op grond van hun naam zou verwachten. De enige veranderingen die een rol spelen in het verhaal, zijn niet in het voordeel van de familie Maughan. Zo worden ze gedwongen om hun woonwagen te verplaatsen naar een vuil industriegebied waar geen stromend water is.

Speels en inventief

De film toont geen wanhopige of sentimentele armen. De familie lijkt het allemaal te dragen als de noodzakelijke last van hun bestaan en hun volk. Winnie is als kind ook speels en inventief genoeg om niet te treuren om haar situatie: om aan geld te komen pakt ze muntjes uit een fontein en ze fiets of loopt nieuwsgierig en zonder zorgen door de straten van een Dublinse buitenwijk.

~

Ogden filmt dit met een digitale camera, maar de beelden hebben een goedkope look die toont hoeveel er qua beeldkwaliteit is veranderd sinds de film, die dateert uit 2005. Wat betreft montage weet Ogden zijn film soms moeilijk vorm te geven, wat blijkt uit vreemde tussenshots die hij soms hanteert in scènes. In bepaalde gevallen verraadt de shot-reverse shot-structuur dat een scène gespeeld is. Wat verbaast is dat Ogdens keuze om die shots te hanteren vaak onnodig is.

Kunstmatig

De montage van de beelden komt daarmee amateuristisch over, wat tegelijkertijd ten koste gaat van het beoogde realisme van de film. Dit roept de vraag op hoe wij deze ‘realiteit’ moeten ervaren, wat afleidt van Ogdens ware doel. Dat doel is eigenlijk niets meer dan een portret van een vergeten groep, bedoeld voor een onwetend publiek. Daarin slaagt de film, maar als cinema die je echt geboeid houdt of je dichter bij de personages betrekt, is de film te leeg en te kunstmatig in zijn fouten. Het enige wat overblijft is het gevoel dat je op weg bent naar nergens. Een gevoel dat je misschien dichter bij het leven van de Travellers brengt, maar je verder vrij koud zal laten.