Film / Films

Het meisjes-van-dertien-syndroom

recensie: Johan

Als Johan geboren wordt, heeft vader Dros (Huub Stapel) alleen oog voor de voetbalwedstrijd op televisie. Zelfs als zijn vrouw jaren later naast hem sterft op de bank, kan hij zijn ogen met moeite van het scherm afrukken. Het klinkt horkerig, maar op een vreemde manier past het prima in de jeugdboekenromantiek waar Johan bol van staat.

Het fanatisme van vader moet wel ver gaan, want eigenlijk is Johan een sprookje. Johan (Michiel Huisman) is voor zijn vader ‘de kroon op zijn werk’. Na zijn tien broers maakt hij vaders elftalgezin compleet. Helaas houdt Johan meer van Franse chansons en zijn buurmeisje Evy (Caro Lenssen) dan van een nieuw paar kicksen. Terwijl de ene na de andere broer gescout wordt voor een topclub. Dit alles speelt zich grotendeels af op Texel, dat op zijn állerpittoreskst naar voren komt. Het gezin woont in een klein huisje naast de vuurtoren, elf shirtjes wapperen van klein naar groot aan de waslijn, moeder zingt bij het koken en de jongens slapen – ook al zijn ze volwassen – in stapelbedden.

Spot

~

Net als sprookjes heeft de film een boodschap over de moeilijke relatie tussen vader en zoon, en tussen broers onderling, maar zwaar wordt het nooit. Veel wordt gerelativeerd door milde spot, vooral gericht tegen de wereld van de profvoetballer. Als het slecht gaat met vader, staat de veerboot naar Texel vol met overdreven grote auto’s, het liefst ook met open dak. Evy verandert door haar relatie met Johans broer Johnny (Johnny de Mol), inmiddels stervoetballer van Ajax, opeens in een voetbalvrouw met veel blingbling en witte broeken.

Ode

Johan heeft tijdens het Nederlands Film Festival niet eens een nominatie binnengehaald voor een Gouden Kalf. Het is wel te verklaren: veel dingen kloppen nèt niet aan de film. Het scenario begint heel sterk, maar het duurt allemaal iets te lang en het schiet aan het einde door in absurde plotwendingen. Karakters met wie je mee zou moeten leven, blijken helemaal niet zo sympathiek. Bovendien komt steeds vaker de dwingende vraag naar boven voor wie al deze vrolijkheid toch bedoeld is. Het is een vreemdsoortige combinatie van voetbal-, muziek-, coming-of-agefilm en romantische komedie. Ook heeft de film last van het meisjes-van-dertien-syndroom: het is te kinderlijk en te volwassen tegelijk. Al met al doet het niets af aan het gevoel dat Johan, vooral aan het begin, een vermakelijke film is. Een ode aan jeugddromen, aan de periode dat je dacht profvoetballer te worden, te trouwen met het buurmeisje en het strand altijd dichtbij was om even uit te waaien.