Film / Films

Onmogelijk verlangen naar overleden schoonheid

recensie: The Strange Case of Angelica

Er zijn commerciële films die een groot publiek bedienen en je hebt arthouse. The Strange Case of Angelica is een bewust traag, spiritueel verhaal over de obsessie voor een overleden schoonheid.

Met zijn 102 jaar is de Portugees Manoel de Oliveira de oudste nog actieve cineast. Zijn zeer omvangrijke oeuvre kenmerkt zich door de eenvoudige, strakke manier van werken, het gebruik van literaire teksten en het behandelen van thema’s als ouder worden en gefrustreerde liefdes. Hij heeft een voorkeur voor filosofische vraagstukken, een theatrale manier van acteren en vooral een typische beeldvoering. De camera beweegt nooit, elk element in het kader bezit een schilderachtigheid en staat in dienst van de vertelling.

Herinneringsfoto

~

In het statische openingsshot van The Strange Case of Angelica (O Estranho Caso de Angélica) zie je een regenachtige straat bij nacht. Er komt een auto aanrijden, een man stapt uit, steekt zijn paraplu op, belt ergens tot drie keer toe aan en voert uiteindelijk een gesprek met de vrouw des huizes op het balkon. De fotograaf, die hij zo snel mogelijk een herinneringsfoto van de zojuist overleden Angelica wil laten maken, is niet thuis. Een voorbijganger verwijst hem hiervoor naar ene Isaac.

Met zijn fotokistje en formele voorkomen, zwart pak met hoed en witte blouse, valt Isaac als jood wat uit de toon tussen de katholieken in het Portugal van de jaren vijftig. Bij aankomst ligt Angelica prachtig aangekleed tussen de bloemen met een glimlach op het gezicht alsof ze elk moment haar ogen zal openen. Dit gebeurt ook als Isaac door de lens kijkt, maar hij is de enige die het ziet. Naarmate het verhaal vordert, raakt hij steeds meer geobsedeerd door haar goddelijke verschijning.

De wereld is een illusie

~

In Lisbon Story (1994) van Wim Wenders stelt regisseur Manoel de Oliveira: ‘De wereld is een veronderstelling, een illusie. Het enige werkelijke is het geheugen. Maar ook het geheugen is een verzinsel.’ Ook in The Strange Case of Angelica lijkt dit het geval. Isaac (gespeeld door Ricardo Trêpa, kleinzoon van de filmmaker) is een jongeman die hunkert naar waarden van vroeger. Hij stoort zich aan moderniteiten zoals voorbijrazende vrachtwagens. Liever legt hij ambachtelijkheden met zijn camera vast. Als hij foto’s ontwikkelt, voelt hij Angelica’s gedaante achter zich en in zijn dromen zweeft hij met haar door de lucht.

De stijl van Manoela de Oliveira wordt soms vergeleken met de droomwereld en symboliek van Luis Buñuel en het minimalistisch expressionisme van Carl Theodor Dreyer. Zijn extreem sobere vormgeving zien we ook terug in het werk van Robert Bresson, meester in de kunst van het weglaten. Dat je ook bij De Oliveira als kijker zelf conclusies moet trekken, is soms lastig. Je weet niet altijd wat de filmmaker bedoelt. In een interview zegt hij bijvoorbeeld dat de dromen en visioenen van Angelica Isaacs trauma van Jodenvervolging verlichten.

Naar hartenlust interpreteren

~

De grond van het onmogelijke verlangen van Isaac blijft onduidelijk en de mix van werkelijkheid, droom, magie en spiritualiteit vormt geen evenwichtig geheel. Maar de kracht van kunst is juist dat je naar hartenlust kunt interpreteren. Of het nu gaat om het ongestileerd en realistisch uitbeelden van zingende arbeiders die met houwelen een wijnveld bewerken, of het shot van een kat die minutenlang naar een vogeltje in een kooi staart met op de achtergrond een sonate van Chopin.