Film / Films

Malick op herhaling

recensie: Song to Song

Na het meesterlijke Knight of Cups (2015) doet Terrence Malick weer een stapje terug met het licht tegenvallende en te weinig vernieuwende Song to Song.

Faye (Rooney Mara) wil het gaan maken in de muziekindustrie. Om haar droom te bereiken en het gevoel te krijgen dat ze écht leeft, moet ze het aanleggen met gewetenloze platenbaas Cook (Michael Fassbender), een sujet waarmee haar geliefde BV (Ryan Gosling) reeds slechte ervaringen heeft gehad. Ondertussen legt Cook het aan met serveerster Rhonda (Natalie Portman), laat Faye zich verleiden door Zoey (Bérénice Marlohe) en raakt BV in de ban van Amanda (Cate Blanchett). Hoofdzakelijk tegen de achtergrond van urbane en landelijke Texaanse landschappen, wervelen bovenstaande figuren elkaar in Song to Song dromerig om elkaar heen.

Malicks stijl

Dit is hoe de Kluizenaar van Austin tegenwoordig films maakt: Malick trekt de wijde wereld in, zijn rugzak gevuld met digitale camera’s en een trits groothoeklenzen, een reeks Hollywoodsterren in zijn kielzog. Vervolgens schiet hij alles wat los en vast zit, lekker laissez-faire. Mara en Gosling draaien om elkaar heen, hebben fysiek contact met hun kleren aan, werpen elkaar achteloze en serieuze blikken toe. Wanneer Malick daar genoeg van heeft, mikt hij de camera op de kunstvogels aan het plafond, of steekt hij de straat over om een vlinder te vangen. Malick, democraat bij uitstek, schiet alles wat los en vast zit, snoeit zijn honderden uren aan beeldmateriaal terug tot het formaat van een bioscoopfilm, gooit er wat voice-overs onder om een soort van coherentie te creëren en levert een nieuwe film af. Dit is Malicks modus operandi anno 2017.

Decadent

Dolend door hun bestaan, soms balancerend op de afgrond der vertwijfeling, dan weer jubelend van levensgeluk, dwalen de Hollywoodsterren door ruimtes die voor de gemiddelde kijker terra incognita zijn en blijven. Soms treffen de existentiële pijlen de roos en met regelmaat is het zuiver ritmische en esthetische genot bedwelmend. Maar waar het veel radicalere Knight of Cups bovenstaande modus de volle speelduur wist vast te houden, slaagt Song to Song daar helaas niet in.

Zo zijn de omgevingen cinematografisch veel minder prikkelend, wordt er net iets te veel om elkaar heen gedraaid in lege kamers, is de voice-over af en toe erg belegen, en maakt een en ander een wel erg decadente indruk. Zo komen de Red Hot Chili Peppers voorbij, mag Val Kilmer een minuutje gek doen, doet Iggy Pop een halve minuut zijn dingetje en hangt Patti Smith haar poëtische zelf uit. Toppunt van decadentie: Cate Blanchett krijgt slechts een minuut of vijf schermtijd. Alles bij elkaar opgeteld is Song to Song een zeer genietbare film, maar het frisse is nu wel zo’n beetje van Malicks poëtische beeldtaal af.