Film / Films

Gebakken lucht

recensie: The Last Airbender

Tegenwoordig is het soms alsof het enige dat Hollywood uit lijkt te spuwen, remakes, boekverfilmingen, gameverfilmingen en animatieserieverfilmingen zijn. Het was dan ook een kwestie van tijd voordat de populaire animatieserie Avatar: The Last Airbender als live-actionfilm in de bioscoop zou verschijnen.

~

In 2005 werd de serie Avatar: The Last Airbender gelanceerd op de Amerikaanse kinderzender Nickelodeon. De serie bleef drie seizoenen lang draaien en werd een groot succes. In een wereld waarin vier verschillende volken wonen die allemaal een ander element beheersen (water, vuur, lucht en aarde), staat de twaalfjarige jongen Aang centraal. Hij is de Avatar, een wezen dat alle vier de elementen beheerst en door middel van reïncarnatie blijft voortbestaan. Hij wordt samen met zijn vliegende bizon in een ijsberg gevonden door Sokka en Katara, een broer en zus uit de zuidelijke waterstam. De Avatar blijkt honderd jaar afwezig te zijn geweest en de enige die de vuurnatie, die in zijn afwezigheid met een grootschalige oorlog vrijwel de gehele wereld heeft onderworpen, kan verslaan.

Sneltreinvaart

Het gevaar van een serieverfilming is altijd de lengte: negentig minuten is te kort om de complexiteit van de personages en de in de serie uitgebreid belichte culturen tot hun recht te laten komen. M. Night Shyamalan heeft er dan ook voor gekozen om het verhaal uit te smeren over drie delen. Desondanks wordt introductie van de hoofdpersonen er in sneltreinvaart doorheen gejaagd. Er wordt een kwartier uitgetrokken voor de kennismaking met de vier personages die in de drie films een erg belangrijke rol gaan spelen, waarna ze zich meteen zonder nadenken in het avontuur storten. Zelfs binnen het genre is dit gewoon ongeloofwaardig.

~

De daarna volgende razendsnelle sequentie van gebeurtenissen is zo oninteressant en vluchtig uitgewerkt dat het je werkelijk niets kan schelen wat er gebeurt met de holle figuren die deze wereld bewonen. Komt daar nog bovenop dat Aang, die een figuur zou moeten zijn die onmiddellijk respect inboezemt, het charisma heeft van een natte dweil.

Tenenkrommend

Maar ook de rest van de film is ronduit belabberd. De statische dialogen zijn irriterend, het acteerwerk tenenkrommend en de actiescènes even spannend als een avondje klaverjassen met je oma. Maar nog erger is het moment dat Sokka aan Aang de plot van de film alvast even letterlijk samenvat: ‘we gaan op zoek naar meesters om je te trainen, en oh ja, laten we onderweg tussendoor een paar dorpen bevrijden van de vuurnatie!’

~

Het is duidelijk dat Shyamalan met zijn trilogie de grootsheid voor ogen had van de Lord of the Rings-films. Deze pretentie maakt hij in deze eerste film echter in de verste verte niet waar. Niet alleen door het slecht uitgewerkte verhaal en de oninteressante, vlakke personages (die vaak ook nog slecht gecast zijn), maar ook door de tegenvallende special effects. Het gevoel sluimert dat daar veel meer in had kunnen zitten.

Het wachten is natuurlijk nog op de afronding van de trilogie met het tweede en derde deel, maar veelbelovend is deze inleiding niet. Shyamalans productie weet ons echter wel een les te leren. Sommige verhalen hebben niet voor niets drie seizoenen nodig om echt iets te kunnen betekenen.