Film / Films

Een anarchistische lastpak in Parijs

recensie: Zazie dans le Métro

In het veelzijdige oeuvre van de Franse regisseur Louis Malle is Zazie dans le Métro een stilistische uitschieter. De film heeft een nerveus en improvisatorisch karakter en lijkt daarmee een schoolvoorbeeld voor een stroming die toen (1960) net opkwam: de Nouvelle vague. Toch wordt Malle door de echte cinemakenners niet tot deze stroming gerekend. Nu Malle hernieuwd polpulair is, en Zazie weer in de Nederlandse bioscoop draait, is het tijd voor een evaluatie.

~

Zazie (een energieke Catherine Demongeot) is een provinciaals meisje dat een dagje in Parijs verblijft. Haar moeder laat Zazie achter bij oom Gabriel, zodat zij zich ongestoord aan haar amoureuze avonturen kan wijden. De wat vreemde oom, gespeeld door een nog jonge en mollige Philip Noiret (voornamelijk bekend van zijn rollen in Cinema Paradiso en Il Postino) laat de energieke en brutale Zazie Parijs zien.

Nu is bovenstaande beschrijving niet helemaal correct. Want Zazie dans le Métro begint eigenlijk met nerveuze camerabewegingen, versnellingen en vertragingen, montage-trucs en visuele geintjes. Dat alles in een hoog tempo. En alsof dat al niet voldoende is, zijn er ook nog eens de vele verwijzingen naar Franse straattaal en modernistische taalspelletjes.

Het gaat hier namelijk om een verfilming van een experimentele Roman van Raymond Queneau. Met dat gegeven lijken twee experimentele stijlen – de Nouveau roman en de Nouvelle vague – verenigd te zijn in een chaotische geheel. De toeschouwer zit daarmee in dezelfde positie als Gabriel die als oppasser iets te veel last op zijn schouders krijgt.

~

Naïef anarchisme

In Zazies jeugdige anarchisme blijken belangrijke aspecten van de Nouvelle vague. Door Zazies ogen wordt Parijs gezien vanuit een nieuw perspectief. Maar zoals zo vaak bij vernieuwende stromingen, staat ook hier het nieuwe niet los van het oude. Veel van de visuele grapjes lijken terug te verwijzen naar de geluidloze film en naar een tijd waarin cinema nog gezien werd als een kermisattractie. Dat maakt ze misschien wel interessant vanuit cinematografische oogpunt, maar dat doet niets af aan de flauwheid.

Zazies visie op Parijs is een merkwaardige mix van oud en nieuw. Het toont de ambiguïteit uit die periode, waarin snelle moderniseringen de oude structuur van het negentiende-eeuwse Parijs veranderden. We zien de barokke boulevards die zijn verzadigd door massa’s verkeer, er zijn de verleidelijke neonreclames op oude gebouwen die reclame maken voor nieuwe nachtclubs en cafés.

Een van de kenmerken van de Nouvelle vague is de cinematografische manier waarop de snelheid van het moderne leven gevangen wordt in een nieuwe stijl. In veel gevallen werd deze visie ingekaderd binnen de traditionele semiotiek van Parijs. Ook in vergelijkbare films is er altijd een spanning tussen oud en nieuw. Denk aan de snelle jumpcuts van Jean Luc Godards À bout de souffle die worden afgewisseld met shots van een herkenbaar Parijs. Of aan Francois Truffauts Tirez sur le pianiste, waar elementen van de Amerikaanse film noir een nieuwe dynamiek kregen door ze te verplaatsen naar een moderne en melancholische Franse setting.

Zazies jeugdige anarchisme is in zijn anti-autoritaire recht-voor-zijn-raap gehalte ook te vergelijken met een ouder meesterwerk. Jean Vigo’s Zéro de conduite (1936) werd in de jaren dertig verboden, omdat de film werd gezien als een te duidelijke aanklacht tegen autoriteit. Maar Vigo’s film was eigenlijk een mysterieuze lofzang op de energie van jeugdig anarchisme tegenover de hypocrisie van de wereld van volwassenen. Zazie is gedeeltelijk een erfgenaam van Vigo’s naïeve anarchisme.

Verwarrende tijdscapsule

Uiteindelijk is Zazie dans le Métro een leuk curiosum. Het is een tijdscapsule die je met zijn brutale snelheid even de kans geeft om te zien wat anno 1960 de cinematografische spelregels waren en hoe ze zonder pardon gebroken konden worden. En dat Malle na Zazie conventioneler werk ging maken geeft tegelijk ook aan waar de beperking ligt van vernieuwing omwille van de vernieuwing.

Zazie irriteert soms door zijn tempo en door zijn doelloosheid. Het is een film die het moet hebben van wat briljante stijloefeningen en surrealistische beelden. De films van Truffaut en Godard waren nog enigszins theoretisch onderbouwd en konden nog terugvallen op een artistiek manifest. Malle verhoogt de inzet met elke nieuwe truc en verhoging van tempo, maar het resultaat blijkt vaak een maniertje. Toch is de film verplichte kost voor iedereen die geïnteresseerd is in de cinema van de jaren zestig. De energie van de film werkt soms aanstekelijk, en de film verbaast nog steeds.