Film / Films

Troost in een maatpak

recensie: Leonard Cohen: I'm Your Man

In januari 2005 vond een bijzonder concert in The Sydney Opera House plaats. In de ambiance van een hoogmis werd het “Came So far For Beauty”-concert opgedragen aan een icoon uit de zestiger jaren. De Canadese dichter, schrijver en componist Leonard Cohen werd geëerd en regisseuse Lian Lunson (bekend van werk voor Neil Young en Pearl Jam) maakte er een film van. Acteur Mel Gibson was producent, en dat was ook enigszins toepasselijk: dit duo had eerder samen gewerkt aan het album “Inspired by The Passion of the Christ“, een verering voor een andere icoon die eveneens grenzeloze devotie in zijn discipelen oproept.

Leonard Cohen is een charismatisch artiest. Hoewel charisma in machtswellustelingen een gevaarlijk attribuut kan zijn, is het in de kunstenaar tamelijk onschadelijk. Hij pijnigt doorgaans alleen zichzelf, getuige de al jarenlang depressieve Cohen. Maar met zijn religieuze en oorspronkelijke benadering van thema’s als oorlog, liefde en emotionele pijn bezit hij de aura van een eeuwenoude ziel met antwoorden op belangwekkende vragen. Deze bescheiden profeet moet echter niets hebben van de heldenverering die hem ten deel valt ondanks de grote vraag naar verlossers in onze troebele dagen.

Leonard Cohen met Bono
Leonard Cohen met Bono

Cohen bezit de gave van alle grote kunstenaars om diep in ons collectieve onderbewustzijn het plezier en de pijn aan te boren en met tijdloze composities schoonheid en troost te bieden: If It Be Your Will, een ode aan een willekeurige hogere macht. Sisters of Mercy over Barbara en Lorraine, nachtelijke passanten in een hotel in Edmonton, Canada. Chelsea Hotel nr.2, over een desastreuze onenightstand met wijlen diva Janis Joplin in New York (memorabele zin: “I remember you well in the Chelsea Hotel, you were famous your heart was a legend“). En Suzanne, Bird on a Wire en Came So Far for Beauty blijven monumentale ballades.

Leonard Cohen werd geboren in Montreal in 1934, en heel vroeg wist hij dat hij dichter wilde worden. Hij publiceerde als student in 1956 zijn eerste dichtbundel, Let Us Compare Mythologies, maar zijn doorbraak als schrijver kwam in 1963 met Beautiful Losers. In 1967 verraste hij vriend en vijand met zijn eerste album, The Songs of Leonard Cohen. Oneerbiedig werd zijn brommende bariton vergeleken met een continu schetenlatende nijlpaard. Maar zijn eloquente volzinnen waren zo raak dat alleen de klank al, het begin van alle poëzie, mateloos wist te boeien.

Monnikenbestaan

Cohen toont zich in deze film een meesterverteller. Volgens hem wordt zijn reputatie als een Don Juan meedogenloos tenietgedaan door de duizenden nachten die hij alleen heeft doorgebracht. In 1994 woonde hij in The Mount Baldy Zen Center in California en werd monnik, maar – gebukt onder het spartaanse regime – vertrok hij in 1999. Glimlachend vertelt hij dat hij, tussen zijn strenge Japanse leermeester en de Duitse hoofdmonnik, soms het gevoel had dat wraak op hem werd genomen voor de Tweede Wereldoorlog.

Nu tweeënzeventig jaar, is hij een leven lang diep aan het graven naar schoonheid. “A Thousand Kisses Deep,” zegt hij zelf. In Sydney kwam een eclectisch gezelschap bijeen om hem te feliciteren met zijn schitterende vondsten: jonge beloftes, gevestigde namen, folklegendes en avant-garde helden. Stuk voor stuk speelde Cohen een prominente rol in hun muzikale ontwikkeling.

Nick Cave
Nick Cave

Leonard Cohen: I’m Your Man is echter een wat rommelige, technisch zwakke film. Soms wordt zijn werk verkracht, soms wordt er gelukkig ook een nieuwe dimensie aan toegevoegd. Antony, van de vorig jaar doorgebroken Antony and the Johnsons, geeft een sublieme ontroerende lezing van If It Be Your Will. Nick Cave, begeleid door de wonderschone samenzang van Perla Batalla en Julie Christensen, blaast sprankelend nieuw leven in de klassieker Suzanne. Maar de stem van Rufus Wainwright, ook afkomstig uit Montreal, roept soms het bekende nagels-op-een-schoolbordgevoel op. Hij is mateloos populair dus misschien moet men zijn aanstellerige zeurderige voordracht, evenals de door de Chinezen geliefde ingeblikte mieren in chocoladesaus, leren waarderen.

Openbaring

Beth Orton is ook op dreef, maar dé openbaring is de Mexicaanse Perla Batalla met haar betoverende donkere timbre. Vele jaren stond ze trouw in Cohens achtergrondkoor, maar hier terzijde gestaan door Julie Christensen staat haar versie van Anthem als een wel heel mooi huis. Dezelfde Batalla heeft met goedkeuring van de meester een album van zijn composities gemaakt – deze aanrader (Bird on a Wire) ligt inmiddels in de winkel.

En dan eindelijk staat hij daar: aandoenlijk, een beetje verloren tussen de zuivere rocksterren van U2. Zijn onberispelijke maatpak is een dagelijkse eerbetoon aan zijn geliefde overleden vader, kleermaker te Montreal. Een fraaie finale volgt: U2 met Cohen met zijn tour de force Tower of Song.

Het doet dit muzikale banket te kort om het, door de onevenwichtige mix van documentaire en concert, als vlees noch vis te omschrijven, maar overdaad schaadt. “Te veel noten!” riep Keizer Jozefs zure hofcomponist Antonio Salieri naar de jonge Mozart. Ziehier te veel stemmen met te veel woorden, gesproken dan wel gezongen, maar veel te weinig van de meester zelf.