Film / Films

Tegen de fatsoensrakkers

recensie: Laurel & Hardy – The Talkies 1-3

In de goede oude tijd, toen Rowan Atkinson nog wel eens leuk was, maakte hij eens een ‘documentaire’ over de kunst van de fysieke komedie. Een van de vragen die daarbij aan de orde kwam was waarom geen mens meer lacht om de grappen van Charlie Chaplin, Harold Lloyd en Charlie Chase, maar Laurel & Hardy nog steeds zo ‘vers’ lijken. Atkinsons verklaring lag in de onbehouwen kinderachtigheid die het duo tot zijn handelsmerk heeft gemaakt. Ollie doet iets, Stan lacht, Ollie geeft Stan een lel, Stan prikt Ollie in het oog en na een half uurtje staat er nog een smeulend restant van wat ooit een indrukwekkende stad was.

~

Stan & Ollie als een soort Bottom dus, eigenlijk. Bij het bekijken van deze collectie korte geluidsfilms moet je onwillekeurig ook meermalen aan Richard Richard en Eddie Hitler denken, en aan de mate waarin zij het concept van Laurel en Hardy uitbuiten. Want hoewel simpel als idee, is het de onnavolgbare manier waarop Stan Laurel en Oliver Hardy op elkaar reageren dat wat hun ‘act’ zo uniek maakte. Nergens is dat duidelijker te zien dan op deze set films die het hoogtepunt van hun oeuvre vormen.

Puinhopen

~

De uit zes dvd’s bestaande collectie loopt van hun eerste ’talkie’ Unaccustomed As We Are uit 1929 tot Thicker Than Water uit 1935. We zien Stan en Ollie als winkeliers, gevangenen, soldaten, vaders, matrozen en – jawel – pianovervoerders, maar vooral als vrienden die het samen opnemen tegen een onveranderlijk vijandige buitenwereld. Altijd kenau-achtige echtgenotes, agenten, directeuren van diverse snit en café-eigenaren zitten achter het tweetal aan. Meestal loopt het niet goed af: voor Stan en Ollie uiteraard, maar vooral voor hun omgeving. Auto’s worden tot harmonica’s omgetoverd (General Hospital), huizen tot smeulende puinhopen (Helpmates) en piano’s tot splinters (The Music Box).

Huffen

Geen extra’s op deze schijven, maar da’s niet echt een gemis want met een dikke zeven uur Stan & Ollie vermaak je je prima. Wel worden je bij het bekijken van de hele collectie een paar dingen duidelijk. Het eerste is dat de films nogal grote kwalitatieve verschillen vertonen, zowel technisch (Men ‘o War tegenover bijvoorbeeld Tit For Tat) als artistiek (het nogal uitgemolken Be Big tegenover de klassieker The Music Box, waarin Stan en Ollie een piano vijftien trappen moeten ophuffen).

Glimlach

Natuurlijk is er veel te lachen maar, en dat is de tweede opmerkelijke constatering, er is nog veel meer te glimlachen. Naast het te verwachten gooi- en smijtwerk hebben Laurel en Hardy een onnoemlijke hoeveelheid subtiele gags en inside-jokes in hun films verwerkt: van referenties aan de tijd van de Drooglegging tot het hilarische protest uit The Fixer-Uppers. In die film uit 1935 neemt Mae Busch Stan minutenlang vol op de mond, terwijl Ollie zijn volledige repertoire van gegeneerde camera-blikken doorneemt. Het protest gold de zelfopgelegde censuur van Hollywood, waarbij een kus tot luttele seconden beperkt diende te blijven. Dat Laurel en Hardy zich bij Ronald Reagan en diens mede-fatsoensrakkers niet geliefd maakten, zal duidelijk zijn.

Verzuiling

Dat gold ook voor de Nederlandse filmkeuring: films van Stan en Ollie werden geregeld niet geschikt geacht voor bezoekers jonger dan achttien jaar of helemaal verboden. Met dronken rechtersvrouwen of met pek en veren besmeurde gevangenisdirecteuren kon je de jongens van de Verzuiling meestal niet blij maken. Je kunt je er weinig meer bij voorstellen. Het fantastische van het werk van Laurel en Hardy is dat er zelfs na zeventig jaar om zoveel verschillende redenen zo hard gelachen kan worden. Om met Peter Cooke te citeren: “It is one of the depressing things of a comedian’s life that after one hundred years of comic cinema, we still have nothing even remotely more funny than Stan Laurel poking his finger into Oliver Hardy’s eye.”

Tenslotte grote lof voor de liner notes van Bram Reijnhoudt – één van de zeldzame gelegenheden waarbij de boekjes echt iets toevoegen aan de inhoud van de dvd’s zelf.