Film / Films

Onverfilmbaar boek blijft onverfilmbaar

recensie: As I Lay Dying

De hedendaagse Renaissanceman James Franco waagt een poging om William Faulkners roman As I Lay Dying te verfilmen. Dit is voor het eerst sinds de uitgave van het boek in 1930. Arrogant, overmoedig en misschien zelfs treurig. Hoe erg Franco zijn best ook doet, met As I Lay Dying slaat hij de plank mis.

Niet voor niets wordt het modernistische boek al dik zeventig jaar lang beschouwd als ‘onverfilmbaar’. De literaire stijl waarin het is geschreven geeft de spontane gedachten en het zelfbewustzijn van de vertellers weer. In het boek worden sommige gebeurtenissen bijvoorbeeld door drie verschillende karakters op hun eigen manier verteld. De belangrijkste thema’s uit het boek komen wel in de film aan bod, maar de stijl is toch andere koek. Die uitbeelden blijkt zelfs voor zeer professionele filmregisseurs een moeilijke opgave.

As I Lay Dying vertelt het verhaal van het boerengezin Bundren, dat de laatste wens van hun overleden moeder in vervulling wil laten gaan. De vader Anse (Tim Blake Nelson), een mislukkeling van een vent, wil het lichaam van zijn vrouw Addie (Beth Grant) koste wat het kost in haar geboorteplaats Jefferson te ruste leggen. Samen met de kinderen Cash (Jim Parrack), Darl (James Franco), Jewel (Logan Marshall-Green), Dewey Bell (Ahna O’Reilly) en Vardaman onderneemt Anse daarom een barre tocht door de staat Mississippi. Ze worden geteisterd door het ene na het andere ongeval.

Techniek faalt
Gaandeweg wordt duidelijk dat alle leden van de familie, inclusief moeder Addie, hun eigen geheimen en problemen met zich meedragen. De reis verandert hen allen, en ze moeten veel opofferen, zowel materieel als immaterieel. Net als in het boek, zoomt As I Lay Dying het meest in op Darl, een jongeman die door het dorp als buitenbeentje wordt bestempeld. Darl is het enige personage met wie je je als kijker of lezer zou kunnen identificeren, en wie uiteindelijk ook het meest opoffert. Maar identificeren is eigenlijk een te groot woord, omdat de karakterbeschrijving oppervlakkig blijft. Er is kennelijk meer nodig dan alleen close-ups of slow- motions om de innerlijke conflicten van de personages uit te beelden.

De meervoudige narratieven heeft Franco getracht te vertalen naar split-screens, wat ook niet altijd even effectief is. Zelfs met de hedendaagse techniek is een honderd jaar oud boek moeilijk te verfilmen.

James Franco neemt als beginnend regisseur risico’s, en dat is ergens wel bewonderenswaardig te noemen. Maar erg geslaagd is As I Lay Dying niet. Omdat de film net als het boek fragmentarisch is, kunnen de acteurs niet echt laten zien wat ze in hun mars hebben. Met close-ups probeert franco nog de afstand tot het innerlijk te overbruggen maar dit lukt niet. As I Lay Dying deelt de tragedie van de Budrens niet. Hopelijk heeft Franco geleerd van zijn fouten, want hij heeft op het Cannes Filmfestival aangekondigd Faulkner’s The Sound and the Fury te willen verfilmen.