Film / Films

Een braaf kapitalistisch sprookje

recensie: The Pursuit of Happyness

In The Pursuit of Happyness (2006) is Will Smith een wanhopige verkoper die na een plotselinge epifanie besluit om effectenhandelaar te worden. De film volgt hem terwijl hij alles op alles zet om te slagen als hij een stageplaats heeft bemachtigd bij een prestigieus kantoor. The Pursuit of Happyness is een waargebeurd verhaal, gebaseerd op het gelijknamige autobiografische boek van Chris Gardner. Maar ondanks dit realistische gegeven strandt de film in een kritiekloos en sentimenteel geloof in de Amerikaanse Droom.

~

Chris Gardner is een verkoper van speciale scanners die hij maar niet kan slijten. Zijn plannen om rijk te worden van de nutteloze apparaten vallen al snel in duigen, terwijl zijn vrouw (een bittere Thandie Newton) bijwerkt om zo de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Toch droomt Gardner van ongekend succes. Het najagen van zijn droom wordt in werking gezet als hij een effectenhandelaar ziet die zijn Ferrari inparkeert. De voice-over van Smith als Gardner maakt het duidelijk: dit is het geluk wat je na moet streven. Vanaf dat moment doet Gardner er alles aan om zijn droom te bereiken.

En zo beginnen de problemen. Zijn vrouw verlaat hem, en nadat hij de huur niet meer kan betalen belandt hij op straat met zijn zoontje. Maar daartegenover heeft hij de kans om als stagiair bij een grote effectenhandelaar te gaan werken, waar hij alles op alles moet zetten om een volwaardige baan te bemachtigen.

Gelukkig kapitaal

Gabrielle Muccino is een Italiaanse regisseur, die door Will Smith (een van de producenten van de film) gevraagd werd om Gardners levensverhaal te bewerken voor het witte doek. Visueel heeft Muccino San Francisco en Gardners hectische tochten van daklozenopvang naar kantoor pakkend gevangen in grootse shots. Het tempo zit er ook goed in als blijkt dat Gardner door omstandigheden steeds gedwongen wordt om inventief te zijn tegen alle verwachtingen in.

~

De relatie tussen Gardner met zijn zoon vormt het hart van de film en de keuze om Smiths echte zoon (Jaden Smith) te casten in die rol heeft geresulteerd in een geloofwaardige combinatie. Maar ondanks de ouderliefde die bestand lijkt te zijn tegen allerlei beproevingen is de film boven alles een voorspelbare tocht van armoede naar rijkdom. De titel is een verbastering van een van de bekende Amerikaanse grondrechten, alhoewel geluk in de film voornamelijk geassocieerd wordt met het verdienen van geld als effectenhandelaar. Het is daarom moeilijk om niet cynisch te worden van de sentimentele ontwikkeling die Gardner in The Pursuit of Happyness maakt.

Zo wordt het kapitalisme in de film nog enigszins positief gevangen in vergelijking met andere films over hetzelfde milieu, zoals Oliver Stones Wall Street. De film speelt zich ook af in de jaren tachtig en dat verklaart enerzijds de aantrekkelijkheid die toen gepropageerd werd door de cultuur van de opkomende beurshandel, luxe consumptieartikelen en het harde neoliberalisme van Ronald Reagan.

Geld als gelijkmaker

Natuurlijk kun je stellen dat het mooi is dat Gardner zijn droom heeft kunnen waarmaken en dat hij zijn beperkingen heeft overwonnen. Iets wat nog eens duidelijk wordt gemaakt door de opzwellende muziek die scènes van zijn triomf over zijn tegenslagen begeleidt. De film is verblind door het geloof in de Amerikaanse droom en komt daarom over als een reclamespot voor kritiekloos doorzettingsvermogen.

~

Vergelijk het met een andere filmische tocht die zijn oorsprong heeft in de Amerikaanse Droom. In Get Rich or Die Tryin’ probeert rapper 50 Cent van drugshandelaar muzikant te worden. Ook deze film gaat over het volgen van een droom binnen de kaders van het moderne Amerika en met een blind doorzettingsvermogen. De gangsta-waarden waar 50 Cent voor staat lijken onverenigbaar met de familiemoraal van Gardner, maar uiteindelijk is geld de drijfveer die ze verenigt. It’s all about the Benjamins!

De dvd bevat vier begeleidende documentaires, waaronder een documentaire die focust op regisseur Muccino en zijn visie op Amerika. Een onnodige documentaire over Rubiks Kubus lijkt op een pure inhaakstunt op jaren-tachtignostalgie. Daarnaast is er nog een lachwekkend audiocommentaar van een in een zwaar Italiaans accent sprekende Muccino die vooral Smith dankbaar is voor zijn Amerikaanse debuut.