Film / Films

Overleven in de urban jungle

recensie: Knallhart

Knallhart, gebaseerd op het gelijknamige boek van Gregor Tessnov uit 2004, lijkt afgaand op de filmposter verdacht veel op een Carry Slee-verfilming. Maar vergis je niet. De Duitse regisseur Detlev Buck maakte een kille, realistische ‘grossstadtfilm’ die niet geschikt is voor watjes.

Knallhart speelt zich af in Berlijn. De 15 jarige Michael (David Kross) en zijn jonge moeder worden uit de luxe villa van haar vriend gesmeten en zijn genoodzaakt een onderkomen te vinden in een ranzig appartement in de migrantenwijk Neukölln. Op zijn nieuwe school krijgt Michael het aan de stok met bendeleider Erol (Oktay Özdemir), die hem samen met zijn posse volledig in elkaar beukt. Geen suggestief gedoe, maar keiharde in your face mishandeling. De film is nog geen vijf minuten bezig of de toon is gezet.

~

En leuker wordt het daarna natuurlijk niet. Met een moeder die vooral druk is met het versieren van een vent, wordt Michael aan zijn lot overgelaten. Hij wordt vrienden met de broertjes Crille en Matze die hem snel wegwijs maken in de regels van de straat. De broers leven zonder ouderlijk toezicht (ma is dood, pa is trucker en weken aaneen afwezig), wat de kinderen vrij spel geeft om te spijbelen, te jatten en te zuipen. Als de kleine Matze bijna in een coma raakt van overmatig alcoholgebruik, legt zijn broer hem doodleuk in bad met een pak wc-rollen onder zijn hoofd als kussen: “Dat heeft-ie wel vaker”, verduidelijkt hij.

Turkse maffia

Ondertussen moet Michael proberen Erol en zijn bende van z’n nek te houden. Hem afkopen met geld is de enige manier en Michael ziet zich genoodzaakt verder het criminele circuit in te duiken. Hij wordt onder de hoede genomen van Hamal (Erhan Emre), de charismatische leider van de plaatselijke Turkse maffia. Die kan het onschuldige gezicht van Michael goed gebruiken voor zijn drugshandel. Een lucratieve baan, want Hamal en zijn kring van professionele misdadigers bieden hem ook bescherming tegen Erol, wiens represailles steeds heftiger worden.

~

Buck schetst in zijn film een treurig beeld van een losgeslagen maatschappij, waar verwaarlozing, drugs en geweld de boventoon voeren en waar de kloof tussen arm en rijk verontrustend groot is. De realistische filmstijl, met schokkende camerabewegingen en waarin de stad in matte en grijze kleuren een grote bijrol vervult, werkt als een trein. Maar naarmate het verhaal vordert en Michael onafwendbaar de afgrond tegemoet gaat, slaat het ook een beetje murw. De vele straatbeelden, de drukke anonieme verkeersaders en de massale winkelcentra, of juist de verlate troosteloze pleinen en viaducten. Al deze voorbeelden worden op een gegeven moment vermoeiend in hun benadrukking van de stad als urban jungle waar nauwelijks te overleven valt.

Nuances

~

Een sterk punt is dat geen enkel personage vervalt in clichés. Zo blijkt de afschrikwekkende Erol tienervader van een tweeling. Als hij zijn te grote buggy de trap van de metro op moet zien te hijsen heb je als kijker met hem te doen, zonder dat het ineens een lieve jongen wordt. Ook de saamhorigheid en gastvrijheid van Hamals clan maakt dat je hem en zijn handlangers niet alleen als sadistische criminelen kunt zien. Als kijker ervaar je een zekere opluchting als Michael eindelijk iemand vindt die voor hem zorgt en hem een plek biedt van orde, structuur en respect. Voor zolang het duurt…
Het zijn deze subtiliteiten die de soms wat al te eenzijdige boodschap van de film rechttrekken en interessant houden.