Film / Films

Pubers en parallelle werelden

recensie: MirrorMask

Burt Bacharach is een Amerikaanse liedjesschrijver van wie iedereen in de lente toch minstens één of twee keer een deuntje fluit. Is het niet Raindrops Keep Fallin’ on My Head (uit o.a. de laatste Bridget Jones), dan is het wel Little Red Book (uit bijvoorbeeld High Fidelity). Bacharachs talent om melodietjes te schrijven die dagenlang in je hoofd rondzeuren is nauwelijks te evenaren. In het magische MirrorMask (2005) van regisseur Dave McKean speelt een van Bacharachs meest bekende liedjes een belangrijke rol.

~

Een soort robotachtig koor van koninklijke garderobemedewerkers zingt zijn Close to You (bekend gemaakt door The Carpenters), terwijl deze vreemde en wat griezelige wezens een jong meisje aankleden en opmaken zodat ze beter door kan gaan als de dochter van een boosaardige koningin in een andere dimensie. Klinkt vreemd? Dat is het ook. Sinds Labyrinth (1986) is er geen wereld gecreëerd die er zo bijzonder uitziet als die in MirrorMask.

Helena (Stephanie Leonidas) is een meisje dat werkt in het circus van haar vader (Rob Brydon). Op een van haar meer puberachtige dagen wenst ze dat ze haar moeder (Gina McKee) nooit meer hoeft te zien. Diezelfde dag wordt haar moeder zo ziek dat ze misschien wel doodgaat, en Helena doet wat iedere vijftienjarige zou doen: ze geeft zichzelf de schuld, en verdwaalt in haar fantasiewereld. Deze wereld lijkt nog het meest op een collage, waarin reuzen rondvliegen als gigantische ballonnen, waar ogen rondlopen op griezelige spinnenpoten en waar boeken een eigen leven leiden. In deze wereld wordt ze rondgeleid door een gemaskerde jongleur, die haar probeert te helpen met het vinden van een masker dat haar moeder moet helpen beter te maken. Omdat in de parallelle wereld een boosaardige koningin (opnieuw Gina McKee) langzaam maar zeker haar vileine territorium aan het uitbreiden is, blijkt dit een lastige taak. Dat Helena sprekend lijkt op de weggelopen dochter van de koningin, maakt het vinden van het masker er niet makkelijk op.

Eerbetoon

~

In 2002 gaf regisseur Dave McKean al een voorproefje van zijn kunnen op het Filmfestival van Rotterdam. Zijn 28-minuten lange [N]eon (2002) kreeg weinig aandacht, ondanks dat John Cale optrad als verteller, maar maakte duidelijk in welke richting hij van plan was te gaan. Voor MirrorMask werkt hij samen met Neil Gaiman en creëert hij, net als in N[eon], een wereld die compleet uniek is, en tegelijkertijd doet denken aan werelden in films als Spirited Away, Alice in Wonderland en bijvoorbeeld The Matrix. Met Neil Gaiman als schrijver is dit geen toeval. Deze is buitengewoon succesvol op vele vlakken, waaronder het schrijven van fantasy-verhalen en het maken van comics. MirrorMask combineert al deze invloeden en maakt er een nieuw geheel van. Helena’s alter-wereld is lichtbrons van kleur, met donkere delen in het gebied waar de duistere koningin heerst en oogverblindend wit in het paleis van haar rivale.

Zwakkere Kanten

De overdonderende beelden verhullen echter niet altijd de zwakkere kanten van MirrorMask. Om te beginnen is Helena’s personage wat voorspelbaar, en lijkt ze wat te oud om compleet op te gaan in een fantasiewereld. Als actrice overtuigt ze nauwelijks – zeker in de kale scènes van het dagelijks leven in Engeland. In meer algemene zin zijn deze kale scènes zwak uitgewerkt, ondanks dat ze een heldere tegenstelling vormen met de warmkleurige fantasiewereld van Helena. De hele cast zwalkt wat, de meer emotionele scènes vallen tussen wal en schip, de openingsscène in het circus is saai en vervelend en niemand is erbij gebaat een mimespeler zoveel zendtijd te geven.

~

Toch zijn dit uiteindelijk alleen maar kleinigheden. McKean en Gaiman toveren de ene na de andere visuele vondst uit de hoed. Al deze vondsten samen vormen een hecht sprookje met veel sfeer, zo veel dat iedere leeftijdsgroep wekenlang in bioscopen overdonderd had kunnen zijn. En dan Bacharach fluitend de bioscoop uit, de lente in.