Film / Films

Terug bij Le cinéma du papa

recensie: Ensemble, c'est tout

Wie denkt dat de Franse cinema per definitie artistiek is of valt binnen het kamp van de gewaagde cinema, gaat voorbij aan het feit dat er ook zoiets bestaat als een algemene Franse filmindustrie. In Frankrijk worden net zo goed films gemaakt voor een groot publiek, waarbij feelgoodformules en genreconventies op gestandaardiseerde wijze worden uitgekauwd. Claude Berri’s Ensemble, c’est tout valt overduidelijk binnen die categorie.

~

De personages die de kijker krijgt voorgeschoteld aan het begin van Berri’s Ensemble, c’est tout lijden allen aan een vorm van angst of emotionele verwaarlozing. Audrey Tautou (uit Amélie) is als Camille een kwetsbare schoonmaakster die een slechte relatie heeft met haar moeder en daarnaast lijdt aan anorexia. Ze ontmoet de neurotische Philibert (Laurent Stocker) die in hetzelfde huis woont en lijkt op een wereldvreemde dandy. Hij stottert en heeft dwangneurosen, terwijl hij tegelijk erg beleefd maar ook verlegen is. Hij woont samen met Franck (Guillaume Canet uit Jeux d’enfants) die werkt als kok. Op het eerste gezicht is Franck een stoere macho met een gevoelig temperament. Dat hij een klein hartje heeft wordt duidelijk als hij voor zijn oma moet zorgen nadat zij een ongeluk heeft gehad. De film volgt de samenkomst van deze personages en de manier waarop ze een houvast vormen voor elkaar. Natuurlijk laat de liefde ook niet op zich wachten en de film bevat wat onverrassende romantische verwikkelingen tussen deze zoekende personages, waarna het al snel eind-goed-al-goed is.

Voorspelbare tradities

Claude Berri zit al een tijdje in het vak. Hij begon als acteur en werd vervolgens producent en regisseur. Een van zijn vroege films heet Le cinéma de papa (1970) en de titel verwijst naar een oudere term die interessant inzichtmateriaal biedt op Berri’s manier van filmen. De term Le cinéma de papa werd door de nieuwe generatie Franse filmcritici in de jaren vijftig gehanteerd voor de films die zij zagen als verouderd en conservatief. Als een reactie op deze cinema ontstond de nouvelle vague, die zich afzette tegen de voorgaande generatie.

~

Berri lijkt zich als regisseur meer thuis te voelen bij de traditionele cinema die door de nieuwe lichting werd bekritiseerd. Met het succes van zijn films Jean de Florette (1986) en Manon des sources (1986) in de jaren tachtig liet hij zien dat er nog altijd plaats was voor conventionele publieksfilms binnen de Franse cinema. Daarmee werd hij een van de boegbeelden van de meer traditionele film die het moest hebben van gedegen vakmanschap en vertrouwde genreconventies.

Ensemble, c’est tout is ook pure cinéma de papa in zijn ambitie en uitwerking. En met de film heeft Berri zich definitief verankerd in de rol van formulefilmer. Zo moet de film het niet hebben van opvallende cinematografie, complexe plotwendingen of schokkende statements; het is allemaal vrij onpretentieuze feelgoodcinema die genoegen lijkt te nemen met het voorspelbare als een middel om het vertrouwen van de modale kijker voor zich te winnen. En Ensemble, c’est tout is feelgood in zijn meest voorspelbare vorm.

Angsten

De acteurs spelen niet slecht, maar de personages zijn makkelijk te vatten en niet complex. Het is alsof Berri het dramatische bereik bewust klein heeft gehouden voor zijn simpele verhaal. De obstakels waar een goed plot zijn spanning uithaalt zijn in de film ook zo overwonnen, waardoor geluk een makkelijk te vangen gemoedstoestand lijkt te zijn. En de film heeft, afgezien van zijn tegeltjeswijsheid over liefde en vriendschap, geen diepere boodschap. De voornaamste boodschap wordt natuurlijk al door de titel prijsgegeven. Samen sta je sterker dan alleen, vooral als je je angsten moet overwinnen.

~

Met een beetje fantasie zou je Berri’s film kunnen zien als een politiek statement over het huidige Frankrijk en de noodzaak van een brede sociale consensus. Philibert is van adel, terwijl Camille en Franck van lagere klassen zijn. Samen staan ze sterk ondanks hun verschillen. Ook moeten bejaarden niet worden verwaarloosd en het gezin vormt in de film de spreekwoordelijke hoeksteen van de samenleving. Als men de film zou zien vanuit die visie is het niets meer dan een cinema van gemakkelijke geruststelling, waarbij een probleemloze terugkeer naar gemeenschappelijke waarden de oplossing lijkt voor onzekere personages en een verdeeld Frankrijk. Maar voor de toeschouwers die genieten van deze simpele boodschap blijft er een film over die niet verrast en door zijn clichématige uitwerking uiteindelijk niet weet te overtuigen.