Film / Films

De waas van het verleden

recensie: Vaho

Uit de radio van een ijstruck die door een dor woestijngebied rijdt, klinkt een stem die vertelt over de verplaatsing van het beeld van Coatlinchán, de Azteekse god van de regen, naar een plein voor het imposante nieuwe museum voor antropologie. Op plechtige wijze beschrijft hij dit als een smeltkroes van twee bijzondere werelden: het glorieuze pre-Spaanse tijdperk en het welvarende moderne Mexico. Met deze scène opent Vaho, een indrukwekkende film waarin de verstrengeling van heden en verleden steeds weer benadrukt wordt.

~

De titel van de film verwijst naar een pre-koloniaal scheppingsverhaal, waarin beschreven wordt hoe de goden uit verveling een mens creërden uit maïs. Toen zij zich beseften dat zijn kracht een bedreiging voor hen zou kunnen vormen, deden ze zijn ogen beslaan met hun adem. Sindsdien kan de mens niet meer zien of begrijpen zoals daarvoor, zo vertelt een sleutelpersonage halverwege de film.

Religie en rituelen
Ook Vaho draait om een gebeurtenis die ervoor zorgt dat niets meer is zoals het was. Dit incident beïnvloedt de levens van alle personages die in het eerste uur van de film geïntroduceerd worden. Het verhaal, dat qua vorm in de verte doet denken aan de mozaïekstructuur met flashbacks van het eveneens Mexicaanse Amores perros (2000), begint in 1964 met de twee inzittenden van de ijstruck. Vlakbij een opgedroogd meer vinden zij een baby bij zijn overleden moeder. Dit shot gaat naadloos over in een beeld van enige jaren later, als de baby een klein jongetje is en de trucker en de prostituee die hem vonden een slaatje proberen te slaan uit de dood van zijn inmiddels heilig verklaarde moeder. In de manier waarop regisseur en scenarioschrijver Alejandro Gerber Bicecci deze situatie in beeld brengt, schemert een licht ironische en kritische blik door op de Mexicaanse maatschappij en de rol die religie en rituelen daarin spelen. Deze keert op verschillende momenten in de film terug.

Het door de Spanjaarden naar Mexico overgebrachte katholicisme speelt een belangrijke rol in Vaho, maar ook verhalen en rituelen uit de periode daarvoor worden niet vergeten. Deze elementen uit de Mexicaanse cultuur botsen op elkaar in de relatie tussen de achttienjarige Andrés en zijn vader. Deze laatste  bespot de liefde van zijn zoon voor Azteekse rituelen, maar draagt zelf elk jaar rond Pasen samen met talloze andere mannen een loodzwaar kruis op zijn schouder door het dorp. Doet hij alleen boete voor zijn alcoholmisbruik en de vervelende manier waarop hij zijn zoon bejegent, of torst hij nog iets anders met zich mee? Problematische relaties tussen kinderen en hun ouders, maar ook tussen mannen en vrouwen, komen terug in alle verhaallijnen in de film, die sowieso bol staat van de tegenstellingen. Andrés’ leeftijdsgenoot Felipe ruziet bijvoorbeeld met zijn betuttelende moeder, terwijl hij ondertussen op een manier die aan obsessie grenst het meisje van zijn dromen najaagt, en vanuit de schaduw de prostituees uit de buurt bespioneert. Dan is er nog de ongeveer even oude José, die er maar niet in slaagt de goedkeuring van zijn vader af te dwingen, en daarnaast te kampen heeft met concurrentie in de liefde.

Boetedoening

~

Een uur lang worden fragmenten uit de levens van deze drie jongens afgewisseld. Pas halverwege de film zijn ze voor het eerst in één shot te zien, en blijkt dat ze van elkaar vervreemde jeugdvrienden zijn. In een volgende flashback zijn de jongens acht jaar oud en beginnen ze oog te krijgen voor hun vrouwelijke klasgenootjes. Deze fascinatie voor het andere geslacht ligt ten grondslag aan een reeks incidenten die uitmonden in een schokkende climax, waarna veel losse lijntjes uit het heden verbonden worden met het verleden. Vanaf dit moment wordt het gedrag van de personages uit het eerste uur in een breder kader geplaatst en begrijpelijk gemaakt. De vrienden en hun ouders blijken het heden steeds door de waas van het verleden bekeken te hebben, en allen lijden onder deze belemmering van hun zicht. Door boetedoening of biechten proberen sommigen van hen deze last te verlichten. De film impliceert dat zulke externe oplossingen vaak geen soelaas bieden als de personages hun blik niet naar binnen richten.

Met deze film heeft regisseur Bicecci zelf ook een behoorlijke last op zijn schouders genomen. Zijn film, die te zien was op het IFFR en gesteund werd door het Hubert Bals Fonds, mag gerust ambitieus genoemd worden. Hoewel de thema’s die hij introduceert al veel vaker en soms ook beter verbeeld werden door anderen, denk aan zijn landgenoten Alejandro González Iñárritu en Carlos Reygadas (Batalla en el cielo, Stellet Licht), mag Vaho een knap debuut genoemd worden. Hoewel de verhaalstructuur al lang niet meer origineel is zit deze goed in elkaar. Bicecci is consequent met kleine motieven, die op verschillende plaatsen opduiken. Zoals wel vaker het geval is bij dit soort films zijn de personages niet altijd even goed uitgewerkt, maar ze zijn meer dan bordkartonnen stereotypes. Er is zeker sprake van tragiek in de film, maar de soms lichtkomische situaties en dialogen voorkomen dat deze al te zwaar wordt. In het midden is er zelfs ruimte voor een flinke dosis spanning. Tot slot mogen ook zeker de mise-en-scène en montage niet onvermeld blijven. De kadrering en contrasten leiden vaak tot zeer oogstrelende shots, terwijl in de montage regelmatig inventieve visuele bruggetjes gelegd worden. Bicecci heeft dan ook een bewonderenswaardig oog voor detail. Hopelijk kunnen we daar in de toekomst meer van zien.