Film / Films

Felle aanklacht tegen de Japanse roddelpers

recensie: Scandal

Akira Kurosawa was een begenadigd schilder, maar dat is niet de enige reden dat hij zich zal hebben geïdentificeerd met zijn hoofdpersoon in Scandal (1950), een felle aanklacht tegen de Japanse roddelpers, die gevoed moet zijn door persoonlijke ervaringen.

Kunstschilder Ichiro Aoye (Toshiro Mifune) en zangeres Miyako Saijo ontmoeten elkaar bij toeval als Saijo de weg zoekt naar een dorp waarin ook Aoye verblijft. Hij biedt haar een lift aan op zijn motor, waarbij ze echter gezien worden door twee tabloidfotografen, die hen later ook vastleggen als ze samen thee drinken op haar balkon. Toevallig dragen ze beiden een ochtendjas en het blad van de fotografen, Amour, ziet dit als een bewijs voor een affaire en laat alvast een flinke extra oplage drukken. Saijo blijft er wat timide onder, maar Aoye pikt het niet en gaat verhaal halen op het kantoor van Amour. Uit woede slaat hij de hoofdredacteur en een vete tussen de twee is geboren. Dan staat ineens de sjofele advocaat Hiruta bij Aoye op de stoep en haalt hem over om Amour voor het gerecht te dagen. De integriteit van de advocaat blijkt echter niet boven alle twijfel verheven.

Sentiment

Scandal stamt uit 1950, maar de materie is zeer modern. De parallellen met tabloids van nu, de vermeende schandalen die daarin staan, en de honger van het publiek naar dit soort verhalen liggen voor de hand. Waar echter in hedendaagse gossipbladen vaak een kern van waarheid in het verhaal zit, en de betrokkenen ook iets te winnen hebben bij de publiciteit, zijn Aoye en Saijo (zo weet de kijker) boven alle twijfel verheven. De twee zijn ook zonder bemoeienis van dergelijke bladen succesvol en het enige dat ze te verliezen hebben in deze zaak is hun goede naam.

Tegenover de deugdzame zangeres en de keurige kunstenaar staan de sluwe Hori, de hoofdredacteur van Amour die geen scrupules heeft en alleen is geïnteresseerd in een hoge oplage, en advocaat Hiruta, een dronkaard met een gokverslaving, wiens aan tuberculose lijdende dochter zo onschuldig is dat haar gezicht oplicht als een baken. Door die heldere scheiding tussen goed en kwaad en tussen sterk en zwak vervalt Scandal met regelmaat in melodrama en sentiment.

Akira Kurosawa was altijd erg geïnteresseerd in Hollywoodcinema en in Scandal is dat goed te zien. De film doet soms denken aan drama’s van Charlie Chaplin (vooral City Lights uit 1931) en ook een klassieke tearjerker als It’s A Wonderful Life (Frank Capra, 1946) is nooit ver weg – zeker als het kerstmis wordt en Kurosawa strooit met songs als Silent Night, Jingle Bells en Auld Lang Syne. Voor een deel zijn deze referenties typisch voor Kurosawa, maar ze reflecteren ook de mindset van een natie die na het verliezen van een oorlog en onder invloed van de Amerikaanse bezetting nauwelijks op de eigen culturele identiteit durfde terug te grijpen.

Verhalenverteller

Kurosawa’s favoriet Toshiro Mifune is een a-typisch kunstenaar als hij rond rijdt op zijn motor of Hori een klap verkoopt, en door zijn charisma blijft hij steeds de aandacht opeisen. Tweede regular Takashi Shimura is erg sterk als Hiruta. Verslagen en zwak als hij is, vecht hij steeds tegen het schuldgevoel over zijn gokverslaving en de ziekte van zijn dochter. Hij wordt verscheurd tussen zijn beroepseer en de noodzaak om geld aan te nemen om haar te kunnen verzorgen. Zijn zelfmedelijden neigt geregeld naar het groteske, maar in de scènes op de renbaan en in de rechtbank kun je je ogen niet van hem afhouden. En als Aoye en Hiruta samen dronken worden, Aoye rondrijdt met een kerstboom op zijn motor of als de boeren uit het begin van de film moeten getuigen, valt er ook te lachen in Scandal.

Kurosawa heeft een sterk gevoel voor menselijke interactie, iets dat goed te zien is in de band die hij schetst tussen Aoye en zijn vaste model Sumie. Waar die precies uit bestaat, wordt niet duidelijk, maar de regisseur weet door suggestie een welkome ambiguïteit op te roepen. Ook zijn keuze om de aantrekkingkracht tussen de kunstenaar en de zangeres nooit om te zetten in een echte relatie valt te prijzen. Kurosawa is een verhalenverteller pur sang en hij verliest geen tijd om de plot op gang te brengen. Het inventieve camerawerk, de strakke montage en de bijzondere locaties staan in dienst daarvan, maar eisen ook geregeld de aandacht op.

Scandal is in alles een aanklacht tegen de roddelpers die in het Japan van na de oorlog zo actief was. Het behoud van decorum was erg belangrijk in een strak georganiseerde samenleving als Japan, en de roddelpers speelde daar een rol in. Door schandalen aan de oppervlakte te brengen worden de koppen weer terug het maaiveld in gedrukt. Heimelijk mag alles, zolang het maar niet zichtbaar is. Kurosawa was echter fel tegen de roddelpers gekant, wellicht omdat hij zelf in de jaren veertig onderwerp van een lastercampagne was. De haat waarmee advocaat Hiruta hoofdredacteur Hori, zijn blad en in het verlengde daarvan de gehele roddelpers aanvalt, is zo uitgesproken dat er sprake moet zijn geweest van een persoonlijke afrekening.