Theater / Voorstelling

Een muzikale ontmoeting

recensie: Esther Apituley's Locomotive - Bach en Bleekwater

RECTIFICATIE: in het onderstaande artikel wordt gemeld dat de violiste in de file stond en de voorstelling derhalve een half uur later begon. In werkelijkheid kon de violiste in kwestie niet tijdig in het theater zijn vanwege een miscommunicatie tussen het theater en de musici over de gewijzigde aanvangstijd. Onze oprechte excuses voor de foute berichtgeving.

In Bach en Bleekwater treffen twee uitersten elkaar midden op het toneel, de een met in de hand een altviool, de andere met een stofzuiger. “Ik geef hier een concert.” “Ja, en ik maak hier schoon!” Het probleem ligt daarmee direct op tafel, maar dat deert de pret niet. Onverstoorbaar gaan beide vrouwen door met hun fundamentele taak. Wat volgt is een toegankelijke voorstelling waarin theater en muziek elkaar op komische wijze ontmoeten. Tussen de tonen van altviool van Esther Apituley door worden filosofische gedachtes her en der opgeveegd. De tekst van Ko van den Bosch zit – zoals het een schoonmaakster betaamt- vol poëtische doch rake waarheden. “Nou, ik ga maar, want anders blijf ik.”

BenB_1481_JochemJurgens_web (1)Klassiek swingt!

Het kleurrijke achtkoppige toporkest van Apituley speelt klassiekers als de Chaconne van Bach, maar de composities van Bob Zimmerman hebben een moderner tintje. Versterkt met een elektrische bas, een drummer en zelfs een mondharmonicaspeelster wordt de muziek onverwacht swingend. De dweil van Breederveld zwiert en swingt rustig mee.

Terwijl de muziek tot op de nanoseconde perfect is getimed, is de sfeer van de voorstelling los en gemoedelijk. Als er iets misgaat zegt Apituley: “Tsja, dat kan gebeuren… toch?” Wat een vrouw! De sfeer wordt steeds losser, evenals de schoonmaakster die zich nu brutaler ontpopt als dirigente, gewapend met vochtige vaatdoekjes.

Tussen de maten in

Apituley richt zich tot het publiek en spreekt over de verbeeldingskracht van klassieke muziek. Het is in die verbeeldingskracht dat de schoonmaakster en de violist iets van zichzelf in elkaar terugzien. Op deze momenten, wanneer zij elkaar slechts aankijken, zijn de dames op hun sterkst: als de woorden tekort schieten. “In de onnadrukkelijkheid gebeuren de mooiste dingen.” Wellicht ook door de niet al te sterke tekstbehandeling van Apituley, maar wat kan ze toch goed altviool spelen.

In deze vriendelijke en toegankelijke voorstelling vliegt de tijd voorbij en was dweilen nog nooit zo leuk. Bach en Bleekwater toont dat klassieke muziek van en voor iedereen is. Of je je bij een nummer nou een porseleinen hertje in de kast verbeeld, een smeulende peuk in een glazen asbak of een potvis in verkeerd water: alles kan en alles mag.