Boeken / Fictie

Duistere geschiedenis

recensie: Erik Kriek - In the Pines: 5 murder ballads

Het vorige boek van Erik Kriek – Het onzienbare – was een bewerking van de verhalen van H.P. Lovecraft. Met zijn nieuwe boek, In the Pines, boort Kriek een heel ander onderwerp aan. Geen horror en bovennatuurlijke verhalen, maar korte, tragische geschiedenissen over misdaad, of, beter gezegd, moorden.

De murder ballad is een Amerikaans muziekgenre dat – zoals te verwachten – gaat over moorden. Iedereen kent er wel een paar. Allereerst natuurlijk ‘In the Pines’ (bijvoorbeeld door Nirvana, op Unplugged), of anders wel ‘Where the Wild Roses Grow’ (Nick Cave & Kylie Minogue), of ‘Long Black Veil’ (onder meer John Denver). De lijst zou eindeloos door kunnen gaan. Door de vaak melancholische inslag van de nummers, de boodschap die er in zit, en de duistere materie die ze behandelen, blijft de murder ballad populair. Het zijn dan ook vaak liedjes die – in de juiste versie – een diepe indruk kunnen maken.

Transformatie

Kriek heeft in In the Pines vijf van deze murder ballads op papier gezet: Pretty Polly, Long Black Veil, Taney Town, Caleb Meyer en Where the Wild Rose Grow. De titelgever van het boek staat er, opvallend genoeg, niet tussen. Kriek presenteert interpretaties van de nummers die behoorlijk indrukwekkend zijn. Niet alleen door de inhoud, maar ook – en vooral – door de uitwerking.

De tekenstijl van Erik Kriek is altijd al herkenbaar geweest. Diepzwarte, afgeronde vormen en een handig gebruik van contrast en negatieve ruimte zijn al sinds Gutsman en Tigra terugkerende elementen. Ook in In the Pines wordt hier volop gebruik van gemaakt. De volvette zwarte lijnen, die altijd een behoorlijk gewicht hebben, worden in ieder verhaal ondersteund door één andere kleur, waardoor een minimalistisch werk ontstaat waar weinig tot geen ruimte is voor onnodige opsmuk en Kriek zich niet kan verstoppen in overdadige visualiteit.

Kunststukje

Krieks stijl sluit aan bij de Amerikaanse traditie van stripverhalen. Die traditie vindt zijn oorsprong in krantenstrips, wat de vorm en stijl bepaald heeft. Die aansluiting in stijl past uitstekend bij het onderwerp van In the Pines. Het zijn twee typisch Amerikaanse cultuurvormen die bij elkaar worden gebracht in één boek. Krieks tekenwerk en kleurgebruik komen op geen enkel moment geforceerd over, alsof het geen enkele moeite heeft gekost. Daardoor blijft In the Pines een makkelijk te lezen boek, dat ondanks de wat lugubere onderwerpen met plezier te lezen is. Niet in de laatste plaats door de visuele kunststukjes die Kriek op de pagina’s laat zien.

Een toegevoegde waarde – absoluut een bonus bij het boek – is de CD met murder ballads die bij het boek hoort. The Bluegrass Boogiemen with Erik Kriek spelen zowel de vijf murder ballads waar Kriek een strip op heeft gebaseerd als het nummer dat In the Pines zijn titel geeft. En, natuurlijk, zoals het hoort, in een minimale bezetting: met banjo, mandoline, gitaar en staande bas, maar zonder versterkers. Zo wordt de samensmelting tusen beeld en geluid compleet. In the Pines is daarmee een totaalbelevenis die een kwaliteit laat zien die weinig anderen hebben behaald.