Boeken / Non-fictie

De onmisbaarheid van Churchill

recensie: Boris Johnson
 - De Churchill factor

Er zijn twee soorten historici: zij die menen dat vooral economische krachten of technologische ontwikkelingen de geschiedenis bepalen en zij die denken dat individuen dat doen. Volgens Boris Johnson is Winston Churchill het ultieme bewijs dat die laatste groep gelijk heeft: “Hij – en hij alleen – heeft het verschil gemaakt.”

Aan de vooravond van de afgelopen eeuwwisseling verkoos Time Magazine Albert Einstein tot persoon van de eeuw. De beroemde Amerikaanse columnist Charles Krauthammer was het daar niet mee eens. Niet Einstein maar Winston Churchill was volgens hem de belangrijkste man van de twintigste eeuw. Hij beschikt namelijk, in tegenstelling tot Einstein, over een essentieel criterium: onmisbaarheid.

Einsteins bijdragen aan de wereld zouden zonder zijn bestaan door andere mensen gedaan zijn – hetzij wat later. Maar zonder Churchill zou de wereld er heel anders (lees: slechter) hebben uitgezien.

De Churchill factor

Boris Johnsons De Churchill factor is één grote onderbouwing van de onmisbaarheid van Churchill. Wat maakte hem zo belangrijk? Volgens Johnson ligt een groot deel van dat antwoord besloten in Churchills persoonlijkheid, in wat hij de Churchill factor noemt. Het was een man met een enorme geldingsdrang en groot doorzettingsvermogen. Hij was moedig, koppig en onvermoeibaar: hij bekleedde verschillende ministerposten, was twee keer premier van het Verenigd Koninkrijk, schreef meer dan Dickens en Shakespeare samen en won de Nobelprijs voor de Literatuur.

Churchills karaktereigenschappen resulteerden ook vaak in roekeloosheid en schaamteloos opportunisme. Hij maakte diverse politieke blunders door zijn roekeloze optredens: de militaire catastrofe van Gallipoli waarbij honderdduizenden geallieerden het leven lieten zonder enig succes te boeken is hiervan slechts één voorbeeld (Johnson somt een hele lijst op).

Ook was Churchill niet altijd even loyaal – zeker niet richting zijn conservatieve partij, de Tory’s. Het eigenbelang ging boven dat van de partij. Als het hem beter uitkwam, stapte hij over naar de liberalen. Het ging Churchill, zo zegt Johnson, met name om Churchill. Maar op het belangrijkste moment van zijn politieke bestaan (en misschien wel van de hele twintigste eeuw), kwamen deze karaktereigenschappen erg goed van pas.

Op het juiste moment op de juiste plaats

De omstandigheden maken niet de man, zoals een bekend gezegde luidt, ze leggen slechts zijn kwaliteiten bloot. Dat gold zeker voor Churchill. Toen Hitler aan zijn opmars in Europa bezig was en niet te stuiten leek, waren veel hooggeplaatste Britse politici ervan overtuigd dat met de nazi’s een akkoord gesloten moest worden. Churchill, de kersverse premier, weigerde. Dat stuitte op veel verzet – ook binnen zijn eigen partij. Churchill hield koppig vast aan wat hij wist dat het beste was, ondanks de risico’s die daaraan verbonden waren. Johnson benadrukt dat we het aan Churchill te danken hebben dat die deal met Hitler nooit gesloten werd.

Met die koppigheid heeft Churchill een stevige stempel op de geschiedenis gedrukt. Als de Britten hadden opgegeven, zouden de nazi’s zich volledig op de Sovjet-Unie hebben kunnen richten en, ontlast van militaire inspanningen tegen de Britten, wellicht hebben kunnen zegevieren. Johnson acht het onwaarschijnlijk dat de Amerikanen zich dan nog zouden hebben ingezet voor de bevrijding van Europa. Dat het zover niet heeft kunnen komen danken we aan de vastberadenheid van Churchill.

Kritiek

Na lange tijd als een soort heilige te zijn behandeld, is er de laatste jaren weer meer kritiek op Churchill. Vooral zijn neerbuigende uitlatingen over andere volkeren en vrouwen zorgen, op z’n zachtst gezegd, voor een hoop ongemak. Johnson geeft inderdaad toe dat Churchill dingen heeft gezegd die vandaag de dag niet meer door de beugel kunnen. Maar alle emancipatoire vooruitgang in de laatste decennia was zonder Churchill niet mogelijk geweest, zo pareert Johnson de kritiek. Juist het feit dat we in een liberale democratie leven heeft ervoor gezorgd dat we zijn uitspraken over vrouwen, laagbegaafden en andere volkeren niet meer vinden kunnen. Johnson: “En dat is afdoende om zijn critici voorgoed de mond te snoeren: geen van die veranderingen zouden vanzelfsprekend zijn geweest als Engeland bezweken was voor de dreiging van de nazi’s.”

Op eenzelfde manier pareert Johnson de kritiek op Churchills onbuigzame imperialisme (hij was een tegenstander van de onafhankelijkheid van India). Paradoxaal genoeg heeft de overwinning van de idealen van vrijheid en democratie, waar Churchill zo hard voor vocht, ook het einde van het imperialisme ingeluid.

Dat Churchill zo’n belangrijke rol heeft gespeeld in de overwinning van vrijheid en democratie, pleit hem natuurlijk niet volledig vrij. Maar het plaatst alle kritiek wel in perspectief. Want is er iemand die serieus gelooft dat democratie tegenwoordig de meest voorkomende bestuursvorm zou zijn als Hitler of Stalin had gewonnen? Churchill mag dan bij tijd en wijle een onbeschaafd man zijn geweest, dat hij een cruciale bijdrage heeft geleverd aan de overwinning van de beschaving is wat werkelijk telt.

Meeslepend pleidooi

Johnsons boek is geen academisch werk maar een bevlogen pleidooi voor de grootsheid van zijn persoonlijke held. Dat levert een zeer leesbaar boek op dat met een enorme vaart geschreven is. Met zijn enthousiaste schrijfstijl wil hij de lezer in de huid van Churchill laten kruipen. Soms schiet hij hierin door en wordt het een beetje kinderlijk, zoals wanneer hij ons deelgenoot wil maken van Churchills huwelijksaanzoek: “Laten we op onze tenen over het mos achter het gebouw lopen en kijken of we kunnen horen wat ze zeggen. Sssst.”

Dit mag echter geen beletsel zijn om het boek te lezen. Johnson slaagt er namelijk wel degelijk in de lezer kennis te laten maken met de persoon Churchill en laat tevens zien dat er tussen persoon en politicus geen verschil zit: “Met zijn belachelijke hoeden, hansoppen, sigaren en excessieve alcoholgebruik zag Churchill fysiek kans om de kern van zijn politieke filosofie te vertegenwoordigen: het onvervreemdbare recht van de Britten om hun leven in vrijheid te leven, om hun eigen gang te gaan.”