Boeken / Fictie

De lezer weerspiegeld

recensie: Roger Martin du Gard (vert. Anneke Alderlieste) - De Thibaults. Deel 2.

Vorig voorjaar maakte uitgeverij Meulenhoff goede sier met de vertaling van de eerste helft van De Thibaults, het magnum opus van de Franse schrijver Roger Martin du Gard. Nu is het tweede deel – nog ietsje dikker, nog ietsje magistraler – verschenen.

In het vorig jaar verschenen deel zijn de eerste zes romans, of delen, van De Thibaults opgenomen. Dit tweede deel opent met ‘Zomer 1914’, wat dus het zevende deel van deze roman fleuve is. Het beslaat driekwart van de in totaal ruim duizend pagina’s van De Thibaults, deel 2. We gaan verder waar we gebleven waren aan het einde van De Thibaults, deel 1: de vader van Jacques en Antoine Thibault is overleden, het zelfstandige leven van de jongens begint. Wat ligt er op hun weg naar volwassenheid?

We beginnen bij Jacques, die in revolutionaire kringen in Genève verkeert. Lui uit alle windstreken van Europa zijn in de stad aan het meer, waar ze het socialisme bezingen, het kapitalisme verafschuwen en als een bohemien leven. Antoine, onderwijl, is een succesvol arts. Hij woont in het ouderlijk huis, maar heeft het grondig laten verbouwen. Wanneer in Sarajevo de schoten worden gelost die de Eerste Wereldoorlog zullen ontketenen, reageren beide broers geheel anders: voor Jacques kan de schok niet groter zijn, voor Antoine niet kleiner.

Zichtbare verschillen

Daarmee worden de verschillen die eerder al te bespeuren waren tussen de jongens duidelijker aangezet. Jacques en de zijnen, altijd al zoek naar politieke invloed en macht, zien een kans daadwerkelijk een vuist te maken en de geschiedenis te beantwoorden. Ze proberen erachter te komen wat de overwegingen zijn in de Europese hoofdsteden, met wie ze kunnen spreken. Antoine blijft eerst en vooraleer arts: hij helpt zijn Parijse patiënten zo goed als hij kan – al probeert hij ook zijn affaire met de getrouwde Anne vol te houden.

Wanneer Jacques in Parijs is om mensen te spreken en te beïnvloeden, gaat hij bij zijn broer langs. Hier botsen twee werelden, ja, misschien zelfs tweewereldbeelden: de een bezorgd, actiegericht, maar ook wat onbeholpen; de ander koel, rationeel, naar later zal blijken te afstandelijk. Tijdens het eten discussiëren de broers op het scherpst van de snede; Martin du Gards dialogen zijn fel en puntig, zijn scènes helder en filmisch – hij was geïntrigeerd door dat nieuwe medium, de mogelijkheden die het bood. Maar hij blijft een schrijver, een romancier, die uitstekend weet wat de roman vermag. Regelmatig kruipt hij in de hoofden van zijn personages, en ontleedt daar hun gedachten:

Antoine zweeg. Holle frasen! bromde hij bij zichzelf. Hij draaft door, die dwaas! Hij zwelgt in gemeenplaatsen… Hij voelde echter wel dat zijn ergernis hem belette helemaal fair te zijn; en dat de problemen die Jacques met zijn geraaskal had opgeworpen niet te verwaarlozen waren. Problemen, dacht hij, die veel ingewikkelder zijn dan Jacques en de simplistisch redenerende types van zijn soort zich voorstellen… Problemen die oneindig complex zijn, en waar humanitaire utopisten zich niet mee bezig zouden moeten houden, maar geleerden grote onpartijdige geesten, bedreven in wetenschappelijke methoden…

Misschien is wat ik eerder zei onjuist: misschien is Antoine niet te afstandelijk en Jacques onbeholpen. Misschien is het probleem eerder dat de ene broer (nog) waarde hecht aan autoriteit, en de andere niet. Of misschien is het beide terecht. Hierin toont zich Martin du Gards meesterschap in De Thibaults: is het leven ook niet zo ambigu en dubbelzinnig? Waarom handelen mensen zoals ze handelen, en kunnen wij die beweegredenen weten? Ons antwoord op die vraag is in grote mate afhankelijk van wie wij zelf zijn. Een antwoord weerspiegelt eerder onze eigen persoonlijkheid dan die van een ander. Tijdens het lezen van deze roman komt dat duidelijk naar voren: Martin du Gard laat zien hoe zijn personages zich gedragen, wat ze denken, maar geeft zijn lezers de ruimte daar oorzaak en gevolg in aan te brengen.

Kies deze

Er wordt wel gezegd dat Martin du Gard niet zo’n vernieuwer, niet zo’n opvallend auteur was als zijn tijdgenoot Marcel Proust. Diens grootse roman-in-delen À la recherche du temps perdu (1913–1927) luidde immers een literaire revolutie in, en wist heel wat oren rood te kleuren in de gegoede Franse kringen. Maar Martin du Gards werk is ook vele malen leesbaarder. En qua psychologische diepte en scherpte doet het niet onder voor dat van Proust.

Lange tijd had Proust het voordeel vertaald te zijn: van het eerste deel van Op zoek naar de verloren tijd zijn er zelfs enkele verschillende versies beschikbaar. De laatste jaren heeft uitgeverij Meulenhoff bijna alle romans van Roger Martin du Gard op de markt gebracht en dankzij het titanenwerk van Anneke Alderlieste is nu ook de volledige De Thibaults in het Nederlands beschikbaar, in twee prachtige banden. Er zijn vele redenen om beide te lezen, maar wie moet kiezen, kieze deze tweede.