Boeken / Fictie

Twee broers en de massa

recensie: Yu Hua (vert. Jan de Meyer) - Broers

.

Broers speelt zich af in het kleine Chinese stadje Liuzhen. Daar wonen twee jongetjes, Kaalkop Li en Song Gang, die door het huwelijk tussen respectievelijk hun moeder en vader broers worden. Als de jongens zo’n acht jaar oud zijn roept Mao het volk op tot de Culturele Revolutie: een periode van chaos, wetteloosheid en geweld, waarin de beul van gisteren het slachtoffer van vandaag is. De roman volgt Kaalkop Li en Song Gang vanaf hun roerige kindertijd tot ze de vijftig genaderd zijn, en het zijn deze vier decennia waar Hua in zijn nawoord op doelt. In deze korte periode maakte China volgens hem de ontwikkeling door waar Europa vier eeuwen over gedaan heeft: van de gruwelen van de Culturele Revolutie – vergelijkbaar met de Westerse Middeleeuwen – tot de zegeningen, en de valkuilen, van de moderne tijd.

Stad vol meelopers
Broers is, in tegenstelling van wat je misschien zou verwachten, geen lesje Chinese politieke geschiedenis. Hua geeft geen tekst en uitleg: de Culturele Revolutie blijft voor Kaalkop Li, Song Gang, de volwassen personages en ook de lezer een gekte die zomaar uit de lucht komt vallen. Wél is Broers een roman over de effecten van politieke machtsspelletjes op de gemiddelde Chinees. ‘De massa’s van Liuzhen’ begrijpen weinig van de theorieën van Mao, maar waaien mee met elke politieke wind. Die massale neiging tot meeloperij beperkt zich niet tot politieke kwesties. Als Song Gang, tot wanhoop gedreven door zijn ingewikkelde relatie met het meisje waar hij verliefd op is, een zelfmoordpoging doet, willen de ‘vrouwelijke massa’s’ van het stadje meteen weten of de ‘mannelijke massa’s’ zijn voorbeeld zouden volgen:

De mannelijke massa’s van Liuzhen kregen het onbeschrijfelijk zwaar te verduren. Stuk voor stuk antwoordden ze: ‘Natuurlijk natuurlijk natuurlijk’, en ze namen het heroïsche air aan van iemand voor wie de dood niets betekent, maar zelf geloofden ze niets van wat ze zeiden. Keer op keer herhaalden de vrouwelijke massa’s hun vraag, en de mannelijke massa’s herhaalden hun antwoord minstens vijf- of zesmaal – in sommige gevallen wel meer dan honderdmaal. Sommige mannelijke massa’s voelden zich zodanig in het nauw gedreven dat ze een touw om hun nek bonden, een mes tegen hun pols aandrukten en plechtig zwoeren: ‘Eén woord van jou en ik pleeg onmiddellijk zelfmoord.’

Indrukwekkend portret
Deze toon – grappig en absurdistisch, scherp kritisch maar ook lichtvoetig – weet Hua op alle meer dan 800 pagina’s van Broers vast te houden. Die toon zorgt er ook voor dat al die 800 pagina’s boeiend blijven. Hua schetst met het leven van Kaalkop Li (zakeninstinct en rijkdom) en Song Gang (naïviteit en armoede) en de massa’s van Liuzhen een indrukwekkend portret van een snel veranderend land, maar het is zijn humor die je doet doorlezen. In zijn handen wordt Liuzhen, met zijn hypocrisie en hebzucht, zijn vriendschap en ambitie een stadje waar je misschien niet zou willen wonen, maar waarvan je blij bent dat je er geweest bent.